Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 210]
| |
men betuigt om het Heilzaam gezicht van Jagarnat te genieten, hen stellende in 't recht van met dit oogmerk te lyden, 't geen de Christenen zelfs met alzoo veel moedt lyden zouden, indien men by hunne Grond-leer de Zielverwisseling der Braminen voegde. Ga naar margenoot+ Om weder tot Jagarnat te komen; Berniër verhaalt ons een aanmerkelyke zaak die in den Dienst voor deezen Afgod geoeffent word. De Braminen verkiezen een schoone en jonge Indianin, noch maagdt zynde, en geleiden haar Plechtiglyk in de Pagode van Jagarnat, overzulks zy 'er de Bruidt van dien God worde: maar schoon de Bruidt by den Afgod de nacht doorbrengt, alzoo die haaren Bruidegom zy, echter gelooft men dat ze zyne Vrouw niet word dan uit krachte van een Volmacht van Jagarnat aan een Bramine verleent, om het Huwelyk met haar te voltrekken. Ter deezer gelegenheit vraagt de jonge Dochter aan den gewaanden Jagarnat, of het Jaar zal vruchtbaar zyn, welke Processiën, Feesten, Gebeden, en Aalmoezen men hem zal moeten doen, om een goed Jaar te verwerven. Jagarnat is in zyne liefde zodanig niet verwardt, dat hy mede niet aan zyne belangen denkt: ondertusschen de manierlykheit die men alsdan verplicht is met een Bruidt waar te neemen, als men maar wyschelyk te werk gaat, geeft ons genoeg te kennen dat de voorstellingen, die alsdan gedaan worden, gunstig genoeg zyn om die wederzyds aan te neemen. De volgende dag van de Bruiloft, wandelt de nieuw Getrouwde in Processie van de Huwelyks Pagode naar een andere, ter zyde van den God haar Gemaal geleegen. |
|