III. Hoofdtstuk.
Van Puda; de Pexaios en andere Godheden.
Ga naar margenoot+ Men neemt nevens Ixora zekere Godheden aan, die de Malabaren en andere Afgodendienaars, Puda, Pexaios en Pés noemen. Puda word met drie Slangen om 't hoofdt, en onder de gedaante van een klein, vet, dikbuikig Man en zonder baardt, verbeeldt. Hy heeft een Slang op de wyze van een ring om den linker Arm en twee om de Dyen. In zyne linker Handt houd hy een Harderstaf. De Pexaios en Pés zyn grooter en beter gemaakt dan Puda. Beiden hebben ze eenige overeenkomst met de Veldtgoden der Aloude Heidenen. Voor 't overige, indien die geen die deeze Verklaringen leezen, de moeiten neemen willen van die met het geen te vergelyken, 't welk in de Verhandeling over de Zeden en den Godsdienst der Braminen geschreeven is, zullen 'er veele diergelyke dingen onder verscheidene naamen uitgedrukt vinden, en somtyds met Denkbeelden vermengt, die met elkander geene verbintenis hebben. Dit gebrek ontstaat uit de verwarring die in de Indiaansche Godgeleerdheit gevonden word, en de duisterheden die 'er onze Reizigers byvoegen, door mangel van de onderlinge gevoelens van de eene Sekte met de andere wel te onderscheiden. Wat zou het een vreemd mengelmoes zyn, als een Indiaan over den Christen Godtsdienst schryvende, de gevoelens der Wederdoopers, Lutheranen, Quakers, Kalvinisten, en Roomsgezinden ondereen mengde, en er de verborgene en Zinnebeeldelyke beschryvingen van deeze verschillende Sekten zoude byvoegen, en daarmede niet genoegt, zyn werk met een gedeelte van Historiën doorzaaien zou, als in de aloude en hedendaagsche Legenden, beschryvende het leven der Heiligen van de Roomsche Kerke, ingelyft zyn?