Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijXV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 174]
| |
tuigde, dat ze om haare gulzigheit te straffen, en de weinig achting die zy voor haar hadden, het middel vinden zou, van de een en ander wanneer het haar goed dacht, in te zwelgen, en in een tydt wanneer zy 'er het minst om dachten. Deeze bedrygingen waren niet onnut, noch te vergeefs gedaan, de Slang heeft dikmaals haar woordt gehouden; want 't geen men Zon en Maan Eklipsen noemt, geschied, volgens de meening der Indianen, wanneer Sexen de een of ander van deeze Starren wil inzwelgen. Maar nademaal de Waereldt voor altoos van haar licht zich zoude berooft vinden, en in een eeuwige nacht gedompelt zyn, indien deeze twee toortsen van 't Heelal t'eenemaal door de Slang ingezwolgen wierden; zoodra dan als zy op de een of andere toescheit, en dat ze een begin van 't inzwelgen maakt, komen alle de Goden zich tusschen beide stellen,Ga naar margenoot+ om haar te bevreedigen; terwyl dat alle de Heidenen, wat hun aangaat, zich in 't water dompelen, verootmoedigen, zich voor de Slang nederwerpen en haar yverige gebeden voordraagen, om de verlossing deezer twee Starren te verwerven, die zich alsdan in gevaar bevinden. Zy voegen by hunne Gebeden een vloedt van traanen, en maaken een vervaarlyk geluidt, 't welk niet ophoudt voor dat de Slang door zoo veele gebeden en gekrys getroffen en bewoogen, aflaat van haar voorneemen, en de Star weder in vryheit stelt. De Heidenen genoegen zich niet alleen met dit bidden, wasschen, weenen en krachtig geschry te maaken: maar onthouden zich insgelyks van eeten, drinken en slaapen; zy laaten niets kooken, en bewaaren geene spyze in hun Huis, terwyl de Eklips duurt; en zy waanen, dat ze eindigt, wanneer de Slang door hunne Geloften bewoogen, de Star weder uitbraakt, die zy reeds voor een gedeelte ingezwolgen had. Van alle de dwalingen waarmede de Afgodendienaars behebt zyn, is 'er geen waarmede zy algemeener mede ingenomen zyn, en waarvan men hen het allermoeielykste ontheffen kan, dan deeze waarin zy ten opzicht der Eklipsen, en de duuring der eeuwen zyn, waarvan wy in 't volgende Hoofdtstuk handelen zullen. |
|