VI. Hoofdtstuk.
Van 't geen op de Voorgevallene Geschiedenissen van Vixnu's Herschepping is gevolgt.
Ga naar margenoot+ Vixnu weder mensch geworden, nam den naam van Rameni of Ram in zyne zesde, zevende en agtste Menschwording aan.
De eerste deezer drie Herscheppingen viel ter gelegenheit van een zeker Geslacht of soort van menschen voor, Rajas of kleine Koningen genoemt. Zy waren zoo hovaardig en onverdraaglyk geworden, dat niemandt meer in zekerheit op Aarde leven mogt. Deeze kleine Tirannen mishandelden de gansche Waereldt, veroorzaakende overal onrust en onorde, en verhinderden zelfs de Godsdiensten te handhaven, als ook 't geen de boetelingen ter eere der Goden was opgelegt. Vixnu leed eenigen tydt de baldadigheit deezer Rajas: maar eindelyk dit hem verdrietende, herschepte hy zich in Ram of Ramen, en in deeze gestalte verklaarde hy hun den Oorlog. Deeze duurde tot in 't een-en-twintigste Geslacht: veele heevige stryden vielen 'er tusschen de Rajas en Ram voor, welke laatste geduurig de Overwinning behaalde, en zich dikmaals baadde in 't bloedt deezer Tirannen, zulks zy eindelyk zodanig verdelgt wierden, dat 'er niet een eenige overbleef.
Ga naar margenoot+ Vixnu zich anderwerf tot een mensch herscheppende, nam hy de zelfde naam van Ram aan, met oogmerk om een vervaarlyke Reus Cartasuciriargunen genoemt, te verdelgen. Dit Gedrocht had duizend armen, en had zich zoo ontzachelyk gemaakt, zulks 'er niemandt gevonden wierd die hem dorst wederstaan. Ram bestreê hem, en schoon hy niet dan een ploegyzer tot zyn wapen had, dolde en doodde hy hem, en hieuw hem zyne duizend armen af. Deeze overwinning koste hem veel moeiten, en om de gedachtenis te vereeuwigen, verzamelde hy alle de geknotte beenderen van den Reus, en stapelde die op elkander gelykzaam als een Trophee of Zegeteken, waar van vervolgens een zeer hoogen Berg wierd.
De laatste der driewerf veranderingen waerGa naar margenoot+ in Vixnu zich Ram maakte, geschiedde ter volgende gelegenheit. Daar waren op aarde drie machtige Reusen, Broeders zynde, waar van den eersten Ravanen genoemt was; den tweeden Cambucarnem geheeten; en derden Vibuxanen ten naam voerde. Lang hadden deeze Broeders de Goden met talryke Heiren beoorlogt, bestaande uit andere Reuzen een weinig minder dan zy. Zy hadden zelfs dikmaals met Vixnu in 't byzonder den spot gedreeven, sedert hy zich Ram had gemaakt; en waren zoo baldadig geworden, dat ze hem zyne Vrouw schaakten, die men Sidi noemde. Ram zeer gevoelig over deeze beleediging, echter was 't hem onmogelyk te weeten in welke plaats zy haar opgesloten hielden. De begeerte van zich over de Reuzen te wreeken deed hem nieuwe krachten inspannen: maar ziende dat hy hen eenigen tydt met weinig voordeel bestreed, vervoegde hy zich by de Aapen, en verzocht hen hunne hulp.
Deeze Aapen verheugt, dat ze een zoo schoone gelegenheit vonden om Vixnu dienst te doen, vergaderden zich en maakten een talryk Heir uit, voegende zich ter zyner hulpe. Ram bestreê met hun deeze Reuzen, sloeg hen, en verloste zyne Vrouw van haare gevankenisse, waarin zy twaalf jaaren hadde doorgebragt. Wy zullen vervolgens de byzonderheden van deezen Oorlog beschouwen, waarin Ram en zyne Bondgenooten ongemeene daaden bedreeven.
Ram maakte toen geene zwaarigheit Sidi te ontfangen, en met haar als te vooren te leeven: maar hy verliet ze eerlang daarna, en ging de Waereldt door reizen, onder de gedaante van een Pelgrim, nademaal hy op een tydt langs een Vyver gaande, van de Wasters verstaan had, hoe zy lachten omdat hy zyn Vrouw zoo gemakkelyk weder aangenomen had, nadat ze onder de Reuzen