Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 153]
| |
Derde verhandeling Over de hedendaagsche godtsdienst-plichten En gewoontens Der afgodische Oost-Indiaansche volkeren.
| |
[pagina 154]
| |
ander God is, Parama-Bruma genoemt; 't welk alleruitmuntenste en verhevenste Wysheit beteekent: en zy zeggen dat de letter O deeze Goddelykheit is, of om ons beter uit te drukken, dat zy die door dit Zinnebeeldt of Beeldschrift verbeelden, en gelooven dat deeze gelukkig genoeg zyn, om het stervende uit te drukken, gaande onfeilbaar en zonder omweg de heerlykheit des Hemels genieten. De Ziel deezer gelukzaligen vertrekkende, zeggen ze, geschied door de kruin des hoofdts, dringende als een pyl dwersch door de Zon, en neemt de bezitting van een eeuwige gelukzaligheit. De Sekte die dit gevoelen opvolgt, is onder de Indianen talryk en aanzienlyk, die mede behalven deeze Parama - Bruma noch drie hondert dertig duizend millioenen Goden stellen en gelooven, en die alle voor hun Koning en Opperheer een anderen God erkennen Devandiren genoemt, waarvan vervolgens breeder gesproken worden zal, nadat we zullen de buitenspoorige denkbeelden verklaart hebben, die deeze Indianen van de Drieëenigheit hebben, en die niet alleen verontwaardigende voor Godt zyn: maar die zelfs met de menschen niet zouden welvoeglyk zyn, als strydende met den goeden zin, eerbaarheit en de reden. |
|