Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVIII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 138]
| |
de Vistnouvas zyn hier mede niet zuimende in: maar de lust van Eswara is hier in verschillende. Zyn behaagen is dat zyn Beelden dikmaals met welriekend Water gewassen worden, en zyn Aanbidders draagen groote zorg van de zelve met zodanig water te besprengen, waar in men gemaalen Sandelhout geweekt heeft, of wel met andere welriekende Wateren. Men bewyst hen groote achting ontsteekende Lampen voor hunne Beelden en voor die van hunne Vrouwen; en men brengt hen tweemaals 's daags eeten. Deeze die de Schotel draagt word door een Fluitspeeler en Trommelslager voorgegaan, en heeft een Schel in de handt. Als hy de Ryst voor den Afgod heeft gezet, gaat hy die een uur daar na weg neemen. Dit gedaan zynde, word dit voedzel als een gift aangezien, die de God doet den geenen die het eeten. Ga naar margenoot+ De Processiën van Vistnou en Eswara waar van we gesproken hebben, worden niet alleen maandelyks op gezette dagen gedaan; maar zy hebben noch jaarlyks een plechtelyken Feestdag. Alsdan voert men hen Plechtelyk in een Toren om, alzoo hoog als een huis, rustende op raderen, door de Maccoas voortgetrokken, 't welk Visschers zyn, voor en achter van een meenigte Volks verzelt uit de vier Geslachten bestaande. De Afgod is boven op de Wagen; en men groet hem met byeengevoegde handen om hoog geheven. Behalven deeze Processie word 'er een andere te Paliacatte des namiddags op den tienden Januari gedaan. Men brengt het Beeldt te Paerdt buiten de Stadt; wanneer dat van Vistnou dus te veldewaarts gebragt word, viert men ter zyner eere verscheiden Speelen, als een Bok of een Vos los laatende, die zy in 't loopen zoeken te dooden met stokken in de linker handt hebbende. Des avonds brengt men 'er de Afgod by, en men eindigt het Feest door een Muzyk en 't danssen van Vrouwluiden van een tomeloos leven. Den volgenden dag is 't Eswarâs beurt, die men mede in 't Veldt brengt. Deeze zelfde Ceremonie word den elfden Juni weder begonnen: maar den volgenden dag vergenoegt men zich het Beeld op het Paerdt te zetten en men draagt het op de schouders. |
|