Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 134]
| |
ken des ouderdoms zoude onderworpen wezen. Dit vermakelyk verblyf was niet voor den mensch toegedeelt; het was alleen voor Dit îs Zoonen, de Vrouw van Cassiopa bewaart. Bou-locon word in zeven Waerelden verdeelt, waarvan ieder van een byzondere Zee word omringt. Deeze die in 't middelpunt is, dryft in een Zee van zoet water; de volgende heeft een Zee van Melk; de derde een Zee van Boter; de vierde is omvat van een Zee van gestremde Melk; de vyfde heeft een Zee van Wyn; de zesde een van Siroop, en eindelyk de laatste die de onze is, heeft een zoute Zee. Ieder van deeze Waerelden word naar de Zee genoemt, waarvan ze word omringt. Ga naar margenoot+ Deeze Waereld zal eindigen,Ga naar voetnoot(a) maar haar einde is noch verre, want duizend omloopingen der vier Waereldstanden of Ouderdommen doen niet dan een dag by Brahma, die verzekert is hondert jaaren van zodanige dagen te leeven; en in 't jaar 1639. reekende men dat 'er noch niet dan vyftig jaaren verloopen waren, en dat toen het een en vyftigste jaar begon. Op den eersten dag der eerste maandt, nadat de hondert jaaren zullen verstreeken zyn, zal de Waereldt door 't Vuur verteert worden. De Zon, waarvan wy nu niet dan eenige straalen ontfangen, zal ze alle teffens op de Aarde uitwerpen. De Zee zal uitdroogen; de Bergen zullen tot stof worden; daarna zal de regen zoo geweldig nederstorten, gelyk het water uit den Snuit eens Olifants, en alsdan zal Brahma den Geest geeven. |
|