Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 128]
| |
Verhandeling Over de zeden en den godtsdienst Der Braminen.
| |
[pagina 129]
| |
ringen staan. De aanzienlykste Medehulp die hy heeft, is Devendre, die over alle de Opperhoofden der agt Waerelden gebied, en in ieder deezer agt Waerelden mede zyne Amptenaren heeft. Deeze Waerelden zyn boven die, die wy bewoonen. Men noemt deeze laatste Bou-locon, dat is, beneden plaats. Deeze alwaar Brahma zich onthoud, is de hoogste: maar nochtans beneden den Hemel; en word Brahma-Locon genoemt. Een deezer Waerelden is naar 't Noorden, en de andere naar 't Zuiden geplaatst, de acht andere zyn tusschen beiden, en volgens den rang der Winden geschikt, te weeten; I. Indre-Locon, alwaar zich Devendre, die mede IndreGa naar voetnoot(a) word genoemt, onthoud. II. Achni-Locon. III. Jamma-Locon, 't welk de Hel is. IV. Niruti-Locon. V. Warouna-Locon. VI. Cubera-Locon. VII. Wajouvia-Locon; en VIII. Isangja-Locon. Achni, Jamma, Niruti, Warouna, Cubera, Vajouvia en Isangja, hangen alle van Devendre af, die weder van Brahma afhangt. Deeze agt Opperhoofden hebben alle een byzonder Ampt. Achni gebied over 't vuur; Warouva over 't water; Vajouvia over den windt; Cubera over de rykdommen, en dus mede de anderen. |
|