Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijVII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 25]
| |
by de waterval van KedronGa naar voetnoot(a) verbranden liet. Ga naar margenoot+ Waarschynlyk hadden de Jooden van de Egiptenaren geleert, Goddelyke eer aan Priapus te bewyzen, en voor hem Stantbeelden op te rechten; want Egipte is mogelyk de plaats geweest, alwaar deeze gewaande Godheit het meest geëert wierd. Men beschouwde hem als des menschen oorsprong, die het edelste der gansche waereldt is. Weinig openbaare gebouwen wierden 'er gesticht, boven welke men geen twee Afbeeldzels stelde, en die aangezien wierden als beeldspraakelyke zinnebeelden van 't geen men 't voornaamste en 't volmaakste in de Natuur wenschte te zyn: by voorbeeldt, de aanwas, overvloedt, vruchtbaarheit, vereeniging, kracht, sterkte en gezondheit. Insgelyks riepen de Romeinen hem nietGa naar margenoot+ alleen om de voortteeling van 't menschelyk geslacht aan, en om hun Nakomelingen te verleenen: maar ook om de vruchtbaarheit des Landts. Ieder rechte gemeenlyk in zyn Hof een Stantbeeldt voor hem op, en dit diende teffens voor een Moluk om de Vogels te verdryven, indien de zelve boven dien niets tot de verwachting bybragt en hun een overvloedigen Oogst verzorgde. Men kan door een plaats van HoratiusGa naar voetnoot(b) aanmerken, hoedanig de Romeinen, voornamentlyk die verstandig waren, en de Dichters de vryheit namen hunne Goden met een vryen en lossen zwier te handelen. |
|