Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 21]
| |
regelde orde daar toe gaf. Dus drukt zich P. Petau elders uitGa naar voetnoot(a), verstaande daar door, dat deeze Kleinzoon van Adam de Dienst van Godt herstelde, die de Kinderen van Kaïn verwaarloost hadden. Ga naar margenoot+ Noch had men 'er een andere soort van Offerhande van Libatie of Plengoffer genoemt; 't welk geschiedde met eenig vocht ter eere van de Godtheit uit te storten, en mede onder de geschreeven Wet in gebruik was. Wanneer de Israëliten, by voorbeeldt, na de wederkomst der Arke des Verbondts te Misphat vergaderden, om onder 't geleide van Samuël Godt te danken van hun uit de handt der Philistynen te hebben gered;Ga naar voetnoot(b) tekent de H. Schrift aan, dat men ter Dankzegging water putte en voor hem uitgoot. Het water dat David uitgoot, wanneer hy voor Bethlehem was, en dat te drinken weigerde,Ga naar voetnoot(c) nademaal het drie der voornaamste Legerhoofden met gevaar van hun leven geschept hadden, was te gelyk een Offerhande van Libatie of Plengoffer: maar het vocht waar van men zich het gewoonelyste diende, was oly; gelyk toen Jacob Godt wegens den verborgenen droom, danken wilde, waarin hy den lader gezien had waar langs de Engelen op en af klommen; en beschouwende de plaats, alwaar hy deeze gunst van den Hemel ontfangen had, als een waare geheiligde plaats, en als het Huis des Heeren, goot hy OlyGa naar voetnoot(d) op den steen waarop hy geduurende zynen droom met zyn Hoofdt had gerust. In 't voorbygaan konnen we niet onaangemerkt laaten, dat wegens deeze verrichting van Jacob, de Reizigers van zynen tydt die Godtvruchtig waren nooit verzuimden, voor dat ze voorttrokken, zich in staat te stellen den Heere geduurende hunne reize te looven en te eeren; en dat de Offerhande van Libatie de gemaakelykste van alle zynde, en deeze die de minste Plechtigheit vereischte, zy alsdan bezorgt waren altoos eenigen Oly by zich te hebben, om voor Godt uit te storten en aan hem op te offeren, met een oogmerk van zyne almacht te erkennen, om hem voor eenigen weldaadt te danken, of om 'er een te mogen verwerven. De Offerhande van Libatie of het Plengoffer,Ga naar margenoot+ werd mede by de Heidenen met veele andere soorten van vochten verricht. Men offerde, by voorbeeldt, den Melk voor de Godinne Rumina, die men voor de zuigende Kinderen aanriep; de Athenienzen offerden nooit Wyn aan de Zon, de Maan, noch aan Aurora, en Vrania, een der Muzen, die men meende de Starrewichelary gevonden te hebben; noch aan Mnemosyne, waarby Jupiter de negen Muzen had geteelt, noch aan alle de Nimfen: maar alleen honing met water vermengt. Eenige meenen dat de eerste Offerhande van Libatie met Wyn is geschied, en dat dit van den Godt Bacchus afkomstig zy, eertyds Liber genoemt, waarvan het woordt Libatie zynen OorsprongGa naar voetnoot(e) heeft. Deeze soorten van Offerhanden, die in den beginne niet wierden ingestelt dan om de Goden te eeren, vonden eerlang plaats in de gastmaalen en ongebondene vreugdebedryven.Ga naar voetnoot(f) Men hield 'er spoorelooze Libatiën, en men plengde 'er den Wyn plechtelykerwyze; 't welk waarschynlyk alles ter eere van Bacchus geschiedde. De Leere der Zielverwisseling belette deGa naar margenoot+ Indianen eenige bloedige Offerhande voor hunne Goden te doen; en zelfs hebben eenige deezer Goden, volgens hunne Godgeleerdheit, onder de gedaante van Dieren geleeft, die de bequaamste waren om geslacht te worden. Overzulks genoegden zy zich voor hunne Afgoden de Vruchten des Landts en den Wierrook te offeren. Zy gooten ook den Oly voor hun uit, enGa naar margenoot+ hier niet mede genoegt, bestreeken ze hen telkens met de zelven wanneer zy hun offerden, overzulks zy gemeenlyk swardt, berookt, en gansch glimmende van Oly uit zagen. Dit is 't geen ArnobiusGa naar voetnoot(g) mede van de Afgoden van zynen tydt bericht. Ik vleide, zegt hy, een steen t'eenemaal glimmende, en geheel met Oly besmeert, als of die eenig vermogen hadde. De Offerhanden onaangeroert, komenGa naar margenoot+ ze mede in veele zaaken met de Jooden | |
[pagina 22]
| |
en Aloude Heidenen overeen, de manier om de Goden te eeren, en hun in de Pagoden aan te bidden, betreffende. Zy hebben tamboers, trompetters en koorzangers, die hun ter eere Hymnen en lofzangen zingen. Zy draagen somtyds hunne Afgoden in Processie om, wandelende door alle de straaten van de Stadt; en in deeze openbaare Ceremoniën, hebben ze altoos Vrouwen ingestelt, om voor de zelve op het geluidt der speeltuigen des Landts te zingen en te danssen;Ga naar voetnoot(a) gelyk eertyds David voor de Arke deed, speelende op zyne Harp. Deeze Dansseressen worden mede by de Indianen gevonden, en zyn niet dan lichtekooyen; schoon zy gemeenlyk in de Pagoden en voor hunne Goden danssen, zyn ze echter niet te verstandiger, en hebben ook niet te meer achting, en gezag. Het schynt mede dat de Jooden van haar weinig werk maakten die by hun het zelfde bedryf waarnamen; en dat men ze gemeenlyk als poetzemaaksters aanzag; Michol, verweet aan David dat hy zich als een Poetzemaker aangestelt hadGa naar voetnoot(b) zich opentlyk ontkleedende. Wat aangaat den staat waarover Michol, David verweet, waarin hy zich aangestelt had om voor de Arke te danssen, staat ons aan te merken, dat de Jooden, op dat hun niets belemmeren mogt, en zy te luchtiger konden danssen, hunne mantels afleiden, en niet dan in hunne onderkleederen waren. Dus waren ze dan te luchtiger en by gevolg in beter staat om te danssen: maar dit quam met de deftigheit niet overeen, waarover zich de Jooden belgden, en insgelyks zich noch alle de Volkeren van 't Oosten belgen. De Indiaansche Dansseressen doen insgelyks. Wanneer zy danssen willen, leggen ze een soort van groote sluier af, die haar het hoofdt dekt, en hebben niet dan een klein kattoene roklyfje en rok aan. De Indianen die het Christendom hebben aangenomen, gebruiken noch in hunne Kerken kleine Trompetten, eenige soorten van Hobois en Trommels; op welker geluid zy de Lofzangen zingen. Ten minsten is dit te Pondicheri noch in gebruik. |
|