Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 142]
| |
XXXV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 142]
| |
85
MARIAGE des MEXICAINS.
B. Picart del. 1723.
CEREMONIES que les MEXICAINS pratiquent à l'egard de leurs ENFANS. | |
[pagina 143]
| |
laaden met de zorge voor een Huisgezin, te meer houdende van een reeks van Bastaarden, die zonder verbintenis leeven, dan van den ryken aanwas, die het Huwelyk na een arbeidt van veele Jaaren ons verschaft. In de Provincie van Panuco kochten de Mannen hunne Vrouwen, ('t welk eenigzins haar tot een Huwelyksgoedt verstrekte) voor een Boog, twee Pylen en een Net. Het Huwelyk geslooten zynde, verliep 'er een gansch Jaar, zonder dat de Vader een woordt tot zyn Schoonzoon sprak, en nadat de jonge Man Vader was geworden, verliepen 'er wederom twee volle Jaaren, zonder dat hy zyne Vrouw aanraakte. De Macatecas, andere Onderdanen der Mexikanen, hadden de gewoonte van geduurende de twintig eerste dagen van hun Huwelyk te vasten, hunne Goden aan te roepen, en dezelve te offeren; als mede van zich uit beweeging van boetvaardigheit eenig bloedt af te tappen, wryvende daar mede den mondt en het aangezicht hunner Afgoden. Maar waarom toch deeze vreemde Godsvrucht, op een tydt, waar in gemeenlyk niet dan vreugde en dartelheit geoeffendt wordt? Zoude het wel de beschroomdheit geweest hebben, die hen daar toe aanzette? Of geschiedde het uit verplichting? Wy gelooven voor 't naast, dat de bevreestheit 'er veel deel aan gehad heeft: maar hoe wel ons de beweeging deezer Godsdienstigheit mogte voorkomen, wy zouden zeekerlyk by ons zodanig voor maanziek en uitzinnig houden, die in deeze eerste dagen bestaan zou te vasten en God te bidden, anders zoo algemeen door de Natuur aan de vrolykheit toegewydt; en dewyl het de plicht van de reden is, de omstandigheden des menschelyken levens naar elkander te schikken, en evenredig te maaken, zoo is 't klaar dat de geene, die God bidt, wanneer de omstandigheit van tydt en zaaken hem tot iets anders roept, zekerlyk tegen deeze juiste evenredigheit misdoet. ‘De Echtscheiding is te Mexico zeer gemeen:Ga naar margenoot+ daar behoorde niets meer toe als alleenlyk de toestemming ter wederzyden, en dit geding quam nooit voor den Rechter. Al wie 'er kennis van gegeeven wierdt, besliste aanstonds de zaak. De Vrouw behieldt de Dochters by zich, en de Man de Zoonen: maar het Huwelyks dus eens verbroken zynde, was 't op levensstraf verboden, zich weder te samen te vereenigen; en het gevaar van weder daar toe te vervallen, was het eenigste hulpmiddel, dat by de Wetten tegen de Echtscheiding was ingestelt, waar toe de natuurlyke onstandvastigheit deezer Volkeren hen lichtelyk deed overslaan. Zy stelden een zeer groote staat van Eer in de Kuisheit hunner Vrouwen; en onaangezien de ongeregeldheit en ontucht, die hen tot de misdaadt van wulpsheit wegvoerde, wierdt egter een Overspelige gekastydGa naar voetnoot(a) met de zwaarste straf.’ Doch openbaare Hoeren en Hoerhuizen waren 'er geoorloft. |
|