Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 135]
| |
XXXII. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 136]
| |
Na deeze vernedering, ging den ganschen Omgang der Godsvruchtigen het zoogenaamde stilstaan in drie verscheidene Dorpen van deeze Landstreek verrigten, alwaar zulks in gebruik was. Daarna gingen zy Offerhande op eenen Berg doen, omtrent een uur van Mexico gelegen. De Processie bragt hier mede omtrent vier uuren door. Wederkeerende bragt men de Afgod weder in zyn Heiligdom met geschal van Trommels, Trompetten en Jagthoorens. Men bestrooide het Beeldt met Roozen, en bezaaide de gansche vloer, en zelfs den omtrek des Tempels met allerlei soort van bloemen. Eindelyk quaamen de Vestaalen uit het Klooster, draagende stukken van dit Deeg, als Beenderen afgebeeldt, zynde van de stoffe des Afgodsbeelds, 't welk zy aan de Geestelyken overgaaven die het aan de voeten des Afgods nederleiden. Deeze stukken Deegs, die men gemeenlyk de beenen en het vleesch van Vitzliputzli noemde, waren plechtelyk gewydt door de Priesteren met byzondere Plechtigheden, verzeldt met Danssen en Gezangen ter eere des Afgods. Men deedt dit Gewyde Deeg de zelve eere aan als de Goden zelfs, daar 't zelve maar het teeken en Afbeeldsel van was. Na deeze plechtige Wyinge volgde de opoffering van Menschen, en vervolgens werdt die Plechtigheit geeindigt door Danssen enGa naar margenoot+ Gezangen. Hier op volgdeGa naar voetnoot(a) eene Godsdienstige Oeffening, die veel overeenkomst scheen te hebben met de Communie of het Nachtmaal der Christenen. De Priesters ontblooten den Afgod van deeg van alle zyne sieraaden, en braken hem in veele kleine stukken, alsmede de kleine Gewyde brooden. Zy deelden de zelve aan al het Volk uit, op de wyze van een Sakrament, en aldus communiceerde de Vergadering op eene wyze, byna overeenkomende met die welke men onder de Christenen oeffent, dat men niet nalaaten kan, deeze Afgodery eene onregtmaatige bezitneeming des Duivels van de verborgenheden des Christelyken Godsdienst te noemen. Deeze Communie was verzeldt van een vermaaning, waardoor het Volk onderregt wierdt, dat het zelve het vleesch zyns Gods at; en zelfs bediende men dit soort van Sakrament aan de Zieken. Wy zullen de beschryving deezer Godsdienstige Oeffening eindigen door twee Aanmerkingen, namelyk dat de geenen die dus Gecommuniceert hadden een Tiende Maïz ter Offerhande gaaven, en dat het besluit van dit Feest geschiedde, met een Leerreden, door een der Oudste Priesteren voor het Volk uitgesprooken. Men vierde het Feest van Tescalipuca denGa naar margenoot+ 19de. der zelve Maandt; de Priesters stonden als dan aan het Volk de Vergeeving hunner Zonden toe. Men offerde aldaar een Gevangen, die byna als een onvolmaakt Voorbeeldt van de Doodt konde aangemerkt worden, die onzen Zaligmaker voor het menschelyke Geslacht geleeden heeft. Mogelyk hebben de Mexikanen eenige overblyfsels van dit Gedenkwaardig geval behouden. Daags voor den Feestdag ontkleedde zich de Priester van Tescalipuca en trok andere kleederen aan, hem van de Mexikaansche Edellieden gezonden, die nevens het overige Volk zich met deezen Afgod der Boetvaardigheit quaamen verzoenen. Men opende de deure des Tempels voor alle bekeerde Zondaars: een der voornaamste Dienaars tradt als toen te voorschyn, en blies op denGa naar voetnoot(b) Hoorn tegen de vier hoeken des Waereldts, als of hy de geheele Waereldt tot de Boetvaardigheit wilde nodigen; waar na hy stof nam, en bragt het aan zynen mondt, wyzende naar den Hemel. Al het Volk deed zulks den Priester na, en men hoorde niet als klaagen, weenen en zuchten. Een ieder wentelde zich in 't stof, smeekende om de Godlyke barmhertigheit; en de vreeze, die de gemoederen der allerverblindste Zondaaren ontrooste, deed hier zoo veele uitwerking op den Geest der Mexikanen, dat zy de duisterheden des nagts tot hunnen bystant riepen, insgelyks de winden, en stormen, om des te beter, zeiden zy, te ontkoomen de woede en gramschap deezes Gods, die altoos gereed is om de Boozen te straffen: en gelykerwys de verligtingen, die de verkeerde Godsdiensten doen gewaar worden aan den geenen, die zig tot de waarheit willen geleiden, krachtig genoeg zyn, om in 't harte der Boozen leetweezen en quelling te verwekken, en zelfs om hen te doen gevoelen dat de boosheit gansch strydig is met de menschelykheit, zoo geschiedde het, dat zy, die zich schuldig gevoelden, de zelve misdaaden terstond opentlyk beleeden, konnende de verschrikking, die 't Geklank des Hoorns in hun gemoedt verwekte, niet wederstaan. Alle deeze beweegingen, zoo heilzaam in schyn, dewyl zy voor eenigen tydt de bekeering in de harten der Mexicanen | |
[pagina 137]
| |
verwekten, eindigden op 't laast in een groote menigte van Wierook te branden, ter eere van den Afgod, wiens Feest men vierde. Het geschal des Hoorns duurde tien dagen lang, namelyk van den 9den. May tot den 19den: en dien ganschen tydt was 't een tydtGa naar margenoot+ van droeffenis en van geween. Op den laatsten dag wierdt Tepealipuca in omgang gedragen. Dit Afgods-beeldt omringt met takken van Manghey met steekels voorzien, was gezeeten in een gevaarte rondom met Gordynen beslooten, en mogelyk gelyk als onze Draagstoelen. Dit wierdt in Omgang rondom den Tempel gedragen, door Priesteren met zwarte verwe bestreken, draagende 't leverey hunnes Gods, en hebbende 't hair ten deelen, met een witte snoer gevlogten. Twee Dienaaren des Afgods traden aan het hoofdt van den Omgang met het Wierookvat in hande: en zoo menigmaal zy den Wierook zwaaiden, stak de gansche Omgang geheel Godvrugtig de handen om hoog, ziende de Zon en de God der Boetvaardigheit aan. Geduurende de Plechtigheit geesselden zich de andere Godvruchtigen met touwen van Manguey op de schouderen. Eenigen versierden met groene takken het Hof en den Tempel, en bestrooiden den ganschen weg met bloemen. Ga naar margenoot+ Na den Omgang en de Kastyding der Boetelingen, deed een ieder zyne Offerhande. Eenige bragten Juweelen en Goudt of Zilverwerk aan, andere Wierook, kostelyk Hout, Maïz enz: de Armen Offerden Quakkelen die de Priesters aan den voet des Altaars wierpen, na de zelve het hoofdt afgesneden te hebben. Vervolgens rechtte het Volk een Feest aan, zeer overeenkomstig met die Geestelyke Maaltyden die door 't Aloude Heidendom ter eere van hunne Goden waren ingesteldt. Al wat men den Afgod offerde droeg den naam van Geheiligde spyze; dezelve wierden opgedischt door eenige Vestaalsche Dochteren, en door een Ouden Offer-Priester, omhangen met een wit Choorkleedt voor den Afgod geleidt; waarna dezelve deeze Afgodische Tafel bediend hebbende, weder door hem naar 't Klooster wierden geleid: maar wanneer nu de tydt van de Tafel op te neemen gekomen was, namen de Jongelingen en de Dienaaren des Tempels, de spyzen, en bragten die aan de Priesters, aan wien het alleen geoorlofdt was, deeze Godlyke Gerechten te mogen eeten. Na deeze Geheiligde Maaltydt deed men de Offerhande des geenen die geduurende het gansche jaar het levendig Denkbeeldt van den God der Boetvaardigheit was geweest, en de gansche Ceremonie eindigde, gelyk die der andere Feesten, met Danssen en Lofzangen. De Mexikanen hielden alle vier jaaren eenGa naar margenoot+ Jubelfeest, zynde niet anders als het Feest van Boetoeffening, zoo als wy het zelve beschreeven hebben, behalven dat het veel plechtiger wierdt geviert, uit hoofde van de vergeeving der Zonden, die alsdan grooter en algemeener was. Men verzeekert dat de Mexikanen alsdan verscheidene Menschen offerden; en dat de Jongelingen onder hen elkander als uitdaagden, wie onder hen het eerste en spoedigste met eenen loop den top des Tempels zoude bereiken. Dit was een der moeielykste onderneemingen en oeffeningen, verdienende zy de grootste toejuichingen, die de eere hadden van het eerste het doelwit te bereiken, en wierden zy van hunne Lands-lieden het meest geacht. Daar by hadden zy het voorrecht van de Geheiligde Spyze weg te neemen, waarvan zy, zoo men verzeekert, byna een gebruik maakten, gelyk men met de Heiligdommen by de Christenen handelt. Quitzalcoalt, der Mexikanen Mercurius,Ga naar margenoot+ wierdt in 't byzonder van alle die zich met den Koophandel bemoeiden, geëerd. Veertig dagen voor den aanvang van dit Feest, kochten de Kooplieden een der welgemaaktste Slaaven, die geduurende dien tydt de Godheit moest verbeelden, voor wien hy tot een Slagtoffer was geschikt; dezelve wierdt alvorens in het Meir der Goden gewasschen, aldus wordt dit Water genoemt, waardoor hy bequaam gemaakt wierdt tot deeze Vergoding, die met zyne doodt eindigde. Vervolgens werdt hy versierdt gelyk de Godheit die hy genoodzaakt was te verbeelden. Hy bragt de tydt zyner Godheit met danssen en vrolykheit door; men stelde alles in 't werk om zyn vermaak te vergrooten, en men bad hem zelfs aan: doch op dat hy zyn droevig noodlot zoude indagtig zyn, hielpen tweeGa naar voetnoot(a) Oude Priesteren deezer Godheit hem het zelve te erinneren negen dagen voor het Offerfeest, overzulks hy aldus geduldiglyk zyn lot te gemoet zag, en zich zelven daar aan moest overgeeven. Indien het gebeurde dat hy 'er over bedroeft scheen, gaven hem de twee Priesters een drankje, 't welk hem te gelyk vrolyker en ongevoeliger maakte. Op den dag van het Feest wierd deeze ongelukkige nochmaals aangebeeden, | |
[pagina 138]
| |
en vervolgens meenigmaal bewierookt. Ga naar margenoot+ Eindelyk wierdt hy ten twaalf uuren in den nacht ter neder gemaakt, zyn hart aan de Maan aangeboden, en daar na voor den Afgod geworpen. Zyn Lichaam wierdt van boven van den Tempel afgeworpen, gelyk zulks geschiedde op 't Feest van Vitzliputzli, en deeze Plegtigheit werd met een Dans geëindigdt. Het was ook een byzondere verrigting der Priesteren van deezen Afgod, den Aftogt met Trompetten Geschal door de gansche Stadt te verkondigen; en met het aanbreeken van den dag, riepen zy insgelyks al het Volk weder tot hun daaglyks werk. Dit werk viel dien Priester te beurt, die in die week dienst deed. De Afgod wiens Feest-viering wy nu beschreeven hebben, wierd op een geheele andere wyze te Cholula gedient.Ga naar voetnoot(a) Men hieldt den zelven aldaar voor den God des Luchts. Ook geloofde men dat hy de Stichter van die Stadt was, de Insteller der Boetoeffeningen en Autheur der Offerhanden. Zyn Beeldtenis had de gedaante gelyk alhier in 't Afbeeldzel beschouwt kan worden.Ga naar voetnoot* Zyne Mantel was met verscheidene roode Kruissen bezaaidt. Dewyl nu deeze Godheit by zynen lichaamlyken leeftydt altoos veel van Vasten en oeffeningen der Boetvaardigheit heeft gehouden, vasten deeze Godsdienstigen insgelyks, en trokken zelfs het bloedt uit hunne tonge en ooren, om hem te behaagen. Deeze Godheit bemoeide zich ook met de zaken des Oorlogs. En hem wierden vyf Knechtjes en vyf Meisjes ieder van drie jaaren oudt, eer men te Velde trok, opgeofferdt. Aan deezen Afgod van Cholula was 't dat zy de Vermaarde voorzeggingen van den Ondergang van Mexico, en die der Mexikanen toeschreeven: Voorzeggingen, die door zeer veele wonderwerken, onnoodig hier te verhaalen, wierden gevolgdt; te meer om dat men veel reden heeft om te vermoeden, dat zy door de al te lichtgelovigheit der Volkeren zoo zeer zyn verbreidt. Eindelyk baden de Mexikanen, en voornaamelykGa naar margenoot+ de Tlascallanen een God aan, die geduurende zyn verblyf hier op Aarde een groot Jager was geweest. Dezelve werdt ook door een Plechtige Jagt gevierdt en geëerdt.Ga naar voetnoot† Terwyl nu de Afgod geplaatst wierd op een Altaar, staande op den top eens bergs, waar rondom men verscheidene Vuuren aangestoken hadt, vervolgden de Godsdienstige Jagers ondertusschen het Wildgedierte, 't welk om de hitte des Vuurs te ontgaan zich naar het hoogste van den Berg zocht te bergen. Aldaar wierden zy voor den Afgod ter nedergeveld, en hem wierden de harten deezer Dieren opgeofferd. De Jagt werd dan geeindigd door Vreugdezangen, en Geroep; waarna de Jagers den Afgod in Zegepraal wederbragten, en men eindigde ten besluit de Godsdienstigheden van deezen dag, door eene zeer plechtige Maaltydt. |
|