XXV. Hoofdtstuk.
Van hunne Huwelykspligtigheden; van de Opvoeding hunner Kinderen, en van hunne Gedagtenis houding.
Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot(a) De Indianen van Florida trouwen gewoonlyk maar eene Vrouw, die gehouden is haaren Man getrouw te blyven, of anderszins wordt dezelve een schandelyke straffe aangedaan, ja somzydts wel een wreede doodt. Aangaande des Lands Grooten, zy ontslaan zich zelven van deeze gewoonte van maar eene Vrouw te hebben. Zy neemen 'er zoo veel als zy willen; doch een alleen is 'er Wettig, en de andere zyn Byzitten. De Kinderen die uit de laatste voortkomen, deelen niet gelyk in de goederen des Vaders, met de Kinderen der Wettige Vrouwe.
Ga naar margenoot+ De Apalachiten trouwen nooit buiten hun Geslagt. De Huwelyken worden door de wederzydsche Ouders dikwils beslooten, en zulks van de eerste Jonkheit hunner Kinderen af, en de Kinderen groot geworden zynde, stemmen toe (zo men verhaalt) 't geen de Ouders beslooten hadden. Het is hun geoorlofdt een Huwelyk in alle de Graaden van Bloedverwandschap aan te gaan, doch niet verder gaande als tot Zusters en Broeders.
Ga naar margenoot+ Deeze laatste Volkeren geeven hunne Kinderen, knegtjes zynde, de naam der Vyanden, die zy gedoodt, of na de Dorpen die zy in brandt gestoken hebben, of der Gevangenen die in hunnen dienst overleden zyn. Aangaande de Dochters, zy voeren den naam van haare Moeder of Groot-Moeder die overleden is; want zy geeven wel agt dat twee Personen van eene familie nooit te gelyk den zelven naam draagen. De Moeders brengen hunne Kinderen op (zo wel Meisjes als Knegtjes) tot dat zy twaalf jaaren oudt zyn geworden, waarna dan de Zoonen onder de bestiering des Vaders overgaan.
Men verzekert dat de Mannen geen omgang met haare Vrouwen hebben, van dat zy zich zwanger gevoelen af, tot dat zy in de kraam zyn bevallen. De beschroomdheit gaat zelfs zoo verre, dat zy niets eeten zullen van 't geen zy in den tydt van haar zwanger zyn, aangeraakt hebben.
‘Ga naar voetnoot(b) De Floridanen van omtrent Panuco trouwen laat, en echter zegt men, dat de Dogters op haar tien of twaalf jaaren, niet meer als de bloote naam van maagden konnen voeren’. De Vrouwen op de EylandenGa naar voetnoot(c) der Lucayers draagen uit welstaanshalven eenGa naar voetnoot(d) Schortekleed van Catoen, en de jonge Dochters draagen het zelve, wanneer zy in staat zyn van Vrouwen te konnen worden.
Ga naar voetnoot(e) Aangaande hunne Geheugenis-houding;Ga naar margenoot+ de Floridanen van Carolina bedienen zich van Zinnebeeldelyke teekenen om de Geschiedenissen der tyden in gedagten te houden. Zy draagen ook wel zorge hunne Kinderen te onderwyzen in zaken hunne Geslachten en hun Vaderlandt betreffende, op dat 'er de gedagtenis van, van Geslagte tot Geslagte overblyve, en behouden worde. Ter plaatse daar een Strydt voorgevallen is, of daar het allereerst eene Volkplanting is opgeregt, of eenig andere merkwaardige zaak is voorgevallen, aldaar regt men een kleine steene Pyramide op: Het getal der Steenen betekent dat der Dooden, of der Grondvesters, en der geenen die het eerst die plaats, daar de Pyramide staat, bewoondt hebben.