XIX. Hoofdtstuk.
Van hunne Plechtigheden van Oorlog en Vrede, en van hunne Zinnebeelden.
Ga naar margenoot+ De Virginianen hebben mede het gebruik van den Calumet, gelyk de Volkeren daar wy reeds van gewaagt hebben. Wanneer zy eenige Vreemdelingen staan te ontfangen, nemen zy de volgende Plechtigheden ten hunne opzigte in agt. ‘De Werowance van zyn Volk verzelt, trekt de Vreemdelingen een zekere tusschenwytte van zyn huis af te gemoet, verzoekt hen te willen op matjes nederzitten, die door zyn Volk daar toe gedragen worden, en noodigt hen te gelyk tot de Plechtigheit des Calumets, 't welk door een korte samengesprek gevolgt wordt. Daar na begeeft men zich naar de verblyfplaats van den Werowance, die gebiedt dat men hen de voeten wascht, hen onthaalt, en vervolgens eenig vermaak aandoet, bestaande uit koddige en boertige Zangen en Danssen.... Het uur om te slaapen gekomen zynde, verkiest men twee jonge Dochters van de schoonste die men vinden kan, omGa naar margenoot+ zorge te dragen...... voor den Afgezant of voor de voornaamste Vreemdelingen.... Deeze Dochters ontkleeden hem, en zoo dra als hy zich te slaapen heeft gelegt, kruipen ze zagtjes mede onder, ieder zich ter zyde nevens hen leggende. Zy zouden meenen het regt van Herbergsaamheit te schenden, indien zy hem niet in alle zyne begeerte voldeeden, en haar eer lydt door deeze gedienstigheit zoo weinig schipbreuk, dat andere Dochters haar zulks benyden, als of haar de grootste eer der Waereldt aangedaan wierdt. Doch dit wordt niet dan alleen omtrent Vreemdelingen van den eersten rang waargenomen.
Ga naar margenoot+ Wanneer de Vrede geslooten is, begraaven zy een TomahaukGa naar voetnoot*, om te betuigen, dat alle viandschap is afgelegt; dit noemen de Canadeezen de Byl begraaven. Zy planten dikwils een Boom op den Tomahauk, om te toonen dat de Vrindschap als een Boom te bloeien staat. Wanneer men een Oorlog onderneemen wil, beraadslaagt zich de Werowance met de Priesters, en Waarzeggers; vergadert de voornaamste des Volks, en houdt eene algemeene Raadsvergadering. ‘Ga naar voetnoot(a) De Jongelingen die zich in deeze Vergadering bevinden, zyn gewoon, vooral zoo men een Oorlog te gemoet ziet, zich over 't gansche lichaam te beschilderen, en zulks met witte, roode, zwarte en verscheidene andere verwen door elkander. By voorbeeldt, zy verwen de eene helft van hun aangezigt rood, en de andere helft zwart of wit. Zy maaken groote kringen van veelerlei kleuren rondom de oogen, met verschrikkelyke knewels, en hondert andere koddige figuuren over hun geheele lichaam. Om zich veel..... vreeslyker te maaken, strooien zy dons of het hair van eenig beest op de versche en natte verwe. In deeze toerusting begeeven zy zich naar de Raadsvergadering; alwaar zy naaulyks aangekomen zyn, of zy bginnen te danssen met de pylen of den Tomahauk in de handt. Zy zingen mede gezamentlyk eenige Lofzangen ter eere van de Natie, en der Heldendaaden hunner Voorouderen; maakende met hunne Tomahauks zodanige teekenen, waar mede zy te verstaan willen geeven, dat zy een vreeslyke slagting onder hunnen Vyanden zullen
doen.
Zy stryden zelden in 't vlakke Veldt;Ga naar margenoot+ maar trachten altoos hunne Vyanden te overvallen en te verdelgen, onder de begunstiging van eenige hinderlaag, gelyk de Canadeezen en Iroqueezen doen. De Schryver, die wy aanhaalen, zegt, dat zy noch Mannen, noch Vrouwen, noch Kinderen spaaren, om alle wraakneeming voor te komen, waar in zy noch wreeder schynen dan de overige Volkeren van 't Noordlyke Amerika.
Zy drukken hunne gedagten uit op eene wyze, die zeer veel overeenkomst met deGa naar margenoot+ Zinnebeelden heeft; by voorbeeldt, zy bedienen zich van zeekere verbeeldingen van Vo-