Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijIX. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 91]
| |
op gedist wordt, op dat zy te kragtiger worden om de Doodt met des te meer kloekmoedigheit uit te staan. Ga naar margenoot+ Wy hebben gezegt dat de Doodt deezer Gevangenen een soort van Offerhande is, 't welk blykt by de uytspraak hunner verwyzing.Ga naar voetnoot(a) Indien zy, aan wien een Gevangene te beurt gevallen is, begeert dat hy sterven zal, zegt zy tegen hem dat haaren Vader, Broeder of haaren Man een Slaaf van nooden heeft om hem in het landt der Dooden te dienen, en dat hy derhalven aanstondts moet vertrekken om dien post waar te nemen. Een zeker Ooggetuyge, die ons de voorgemelde Lykzang medegedeelt heeft, voegt 'er by; dat zy dikwils tegen den ter dood verweezen Slaaf, zeggen: Vwe Doodt moet de ziel des geenen bevredigen die gy gedood hebt. De Iroqueezen versieren deezen Gevangen ten vuure veroordeeld, met het kostelykste 't geen zy hebben. En na dat zy hem lang genoeg als gezegd is, gemest hebben, geleiden zy hem naar de Straf-Paal met kraale snoeren van 't hoofdt tot de voeten omhangen. Ga naar margenoot+ Het Vonnis geveldt zynde, wordt de Slaaf aan den paal vast gebonden, en zyn gansche lichaam met yzere werktuigen gebrandt, terwyl hy den Lykzang zingt. De kloekmoedigheit van dien elendigen is, geduurende dit branden, aanmerkenswaardig; men ziet hem geen traanen storten, ook zoude men hem zyne zwakheit verwyten, indien hy weende. Hy toont zelfs in 't midden deezer quelling, een verwonderenswaardige gerustheit, spottende met zyne beulen, hun verwytende dat zy geen kennis hebben, om de menschen te branden.Ga naar voetnoot(b) Na zoo veele en menigmaal herhaalde pynigingen, stroopt men hem het hoofdhair te gelyk met de huydt af, laatende het zelve over de schouderen des lyders hangen, waar op men terstont een pot vol gloeijend heet zandt op zyn hoofdt uitstort, om het bloedt te stempen. Vervolgens ontbindt men hem van den paal, 't welk zy, het leven aan den Gevangen te schenken, noemen, en men geleid hem, geduurig met steenen op hem werpende, derwaarts alwaar de Zon ondergaat: want deezen Landaart stelt de verblyfplaats der zielen in 't Westen, gelyk wy reeds gezegd hebben. Alsdan kerftGa naar margenoot+ en snydt men hem, nog in 't leven zynde over zyn gansche lichaam; en zoodra hy den geest gegeeven heeft, loopt een ieder den ganschen nacht rinkelrooien, slaande gins en herwaarts met stokken; om op deeze wyze, zeggen zy, de ziel deezer Gevangenen weg te jaagen, die zich wel ergens mogte verborgen hebben, om wraak te neemen over de quellingen, en verontwaardiging haar lichaam aangedaan. Eenige dagen na deeze te rechtstelling, bereidt men een plegtelyk Feest en deftige Maaltydt, waar op men goede cier maakt. Danssen en Gezangen ontbreeken 'er ganschelyk niet: maar het voornaamste van dit Feest is, de uytdeeling van het Hoofdhair, 't welk zy den Gevangenen, en die in 't gevecht gesneuvelt zyn, afgestroopt hebben; aan welk hair de Krygslieden een snoer kraalen vast maaken, verbeeldende het lichaam van den geenen, die gedoodt is. Het gebeurt ook dikwils, dat zy, aan wieGa naar margenoot+ men eenen Gevangen tot Slaaf gegeeven heeft, met medelyden aangedaan wordt, den Slaaf het leven schenkt, hem uit de Slaverny trekt, en zich met hem door een bandt van liefde vereenigt. Hoedanig het beweegmiddel ook zy, dat haar daar toe beweegt, zoo is het noodig, dat hy weder plegtelyk in den staat van Vryheit hersteld worde, daar hy door het lot des Oorlogs uyt vervallen was. Men neemt hen dan weder aan, en tot dien einde geleidt men hem naar den oever van 't water, om hem daar in te wasschen. De Vrouwen en Dogteren betreuren echter noch de doodt des geenen, in wiens plaats hy hersteld wordt: maar de Mannen zingen Oorlogsliederen, en bedekken zyn lichaam met een nieuw kleedt van Castorsvellen; waarna hy vermaagschapt wordt met de Familie van den geene, waar aan hy in den strydt te beurt gevallen is. Deeze Plegtigheit wordt mede Baaring genoemt.Ga naar voetnoot(c) Dezelve wordt geviert door een Feest, waarin de Gevangen tot een Zoon, Broeder, Oom, Broeders Zoon, of Neef, volgens zyne Jaaren of hoedanigheit, wordt aangenomen. Hier omtrent is ook aan te merken, dat de Oude Scythen insgelyks de huydt van 't hoofdt met het hair van hunne Vyanden afstroopten: byaldien men Coelius Rhodiginus die het zelve verhaalt, gelooven mag. Wy zullen dit Hoofdtstuk eindigen metGa naar margenoot+ een gewoonte, die veel tot vermeerdering der Dapperheit van dit Volk moet toebrengen, namelyk dat zy geene uitwisseling van | |
[pagina 92]
| |
hunne Gevangenen doen; ‘zoodra zy gevangen genomen worden, zegt la Hontan, worden zy van hunne Vrinden voor doodt gehouden, zoo wel als van hun eigen Natie, ten zy zy zoo zwaar gewond zyn geweest..... dat zy zich zelven het leven niet hebben konnen beneemen: in zulk een geval worden zy wederkeerende ontfangen, indien zy zich uyt de handen der Vyanden weeten te ontslaan; in plaats van dat zoo de eersten wederkeerden, zy van niemand zouden gekend worden, zelfs niet van hunne Bloedverwanten, en niemant zoude hen waarlyk willen aanneemen. |
|