Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijIV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina t.o. 74]
| |
65
B. Picart del. 1723.
LE GRAND SACRIFICE des CANADIENS à QUITCHI-MANITOU ou le GRAND ESPRIT. | |
[pagina 75]
| |
gaande de voorbereidselen des Huwelyks, dezelve zyn van korten duur; zoodra als een Amerikaan het oog op een Dochter heeft, gebruikt hy niet veel omwegen; hy openbaart zich zoodra als hy liefde tot het voorwerp krygt, en om het zelve te bekomen onthaalt hy de familie van zyne Meestresse, en doet eenige geschenken aan de Vader; waar op hem de Dochter toegestaan wordt, en hy dezelve medevoert zonder eenige huwelyksgifte te bedingen. Ga naar margenoot+ Het geene ons Hennepin van het Huwelyk deezer Volkeren verhaalt, is geheel naaukeurig en omstandig. Hy zegt: ‘dat hun Huwelyk geen gewoonlyk Verdrag of overeenkomstige verbintenis is. De Man en Vrouw zyn niet van voornemen om zich voor altoos te verbinden. Zy voegen zich te samen, vervolgt hy, voor zoo langen tydt als zy met elkander konnen overeenkomen, en dat de eendragt onder hun blyft standt houden. Zoodraa als zy oneenig in hun huishouden beginnen te worden, scheiden zy van elkander, zonder eenige omstandigheit. Zy trouwen hunne Dochteren zeer jong uit, en schoon hunne jonkheit de t'samen wooning van een Man met zyne Vrouw niet toelaat, zoo blyft echter deeze Vrouw de zorg van haar klein huishouden aanbevolen: ondertusschen gaat de Man ter Jagt, en brengt aan zynen Schoonvader de winsten van zyn dagloon. Dikwils trouwen deeze Indianen zelfs zonder eenige voorafgaande omstandigheden van vryery, zonder lief koozing, zonder ommegang, zonder eenig vriendlyk handgebaar om elkander te leeren kennen, eer men zich door dien knoop, die dikwils zoo droevig in andere Landen uitvalt, vereenigt. Ondersteld zynde, by voorbeeldt, dat een Jongman en een jonge Dochter onder deezen Landaart elkander voor de eerste maal van hun leven zien, en dat hen eensslags een van beide de lust tot trouwen overkomt; die geene die zulks wedervaart, zal wel haast de regelen van betaamelykheit, die in zodanig een gelegenheit behoorden waargenomen te worden, overtreden. De verliefdeGa naar margenoot+ Jongman zal aanstonds zonder eenigen omslag aan die Dochter vraagen, of zy hem wel hebben wil; waarop zy terstondt, ja of neen zal antwoorden, zonder het met haare Nabestaanden te overleggen.Ga naar voetnoot(a) De toestemming aldus tusschen vier oogen geschied zynde, wordt aanstonds gevolgd van een soort van Plegtigheit, die kan aangemerkt worden als een uitwerkingGa naar margenoot+ van de Zedigheit deezer Jonge Dochter, en van de aanstaande huishouding deezer Vrouwe: Namelyk dat op den avondt der Bruiloft, de Bruit een byl neemt, en eenig hout in het Veldt gaat hakken, laadende het vervolgens op haare schouderen, en leggende dit hout op de aarde neder voor de deur der hutte van haaren toekomenden Man; waarop zy nevens haaren Beminden gaat nederzitten, die zonder eenige liefkozingen alleenlyk tegen haar zegt, het is tydt om te gaan rusten. Kort daarna begeeft hy zich by haar, en gaat by haar te bedde leggen. Hennepin voegt 'er by, dat de liefde deezer Indianen t'eenemaal onstandvastig is, en dat als zy eens met elkander den huwelyksbandt gebroken hebben, zy zich onderling niet als metGa naar margenoot+ de uitterste onverschilligheit gedragen. Wanneer de scheiding geschiedt, zoo neemt de Vrouw somtyds met zich haare kleederen en pelteryen, ook neemt zy wel niet meer dan een rol stof die haar voor een rok verstrekt, en een deeken. De Kinderen volgen hunne Moeder, die voortgaat met hen te onderhouden, om dat de goederen van ieder familie of van elke Stam (aldus drukt zich Hennepin uit) algemeen zyn. Het gebeurt ook wel, dat sommige den Vader volgen; maar in 't algemeen laaten deeze Amerikanen, die een scheiding in 't huwelyk maaken, de Kinderen aan de Vrouwen, zeggende dat zy niet gelooven dat zy 'er de Vader van zyn. Dit is mede niet t' eenemaal ongegrondt, indien het waar is, dat de Vrouwen zoo gemakkelyk en handelbaar zyn als Hennepin zegt. Ten minsten het blykt doorgaans uit zyn zeggen, dat de Vrouwen het Juk des Huwelyks niet veel beminnen, en dat zy geheel ligt van haare Mannen scheiden. De Mannen zyn mede in dit stuk niet veel beter: Een Amerikaan in optogt of ter jagt zynde, zal een Vrouw voor eenige dagen of weeken huuren, zonder dat 'er de Nabestaanden der laatste iets tegen hebben, dewyl zy daar eenige Pelteryen mede winnen. De wettige Vrouw, of liever de eerste, bewaart het huis, en neemt de Zaaitydt waar, terwyl de andere met de Man langs 't landt loopt. Maar de Man wederom t'huis gekomen zynde, zendt deeze Reisgezellinne weder heenen, met eenige geschenken, ten waare de bekoorlykheden van deeze Gezellinne de gedagtenis der eerste Vrouw hadde weeten uit 't hert des mans te verbannen. Hier moesten wy ook | |
[pagina 76]
| |
niet vergeeten te zeggen, dat de Vrouw het zelve regt heeft, en het haar vry staat zich geduurende het afweezen van haaren Man met een ander te voorzien. Ga naar margenoot+ Al 't geen wy nu gezegt hebben van de manier hoedanig deeze Indianen van 't Huwelyk en van de Echte Trouw oordeelen, heeft zyne uitzonderingen. Eveneens gelyk wy onder ons wel sommige vinden, die alzoo woest in dit stuk te werk te gaan, als zy; zoo zyn 'er ook wel onder hen die alle de pligten in 't Huwelyk vereischt wordende, wel waarnemen, en die het zelve niet als een Juk, maar als een Gelukkige staat aanmerken. Met een woordt, men vind in Canada mede wel Mannen die hunne Vrouwen teder beminnen. Ga naar voetnoot(a) Zoo draa een Jongman de geschenken aan de Ouders van zyne toekomende Bruit gedaan heeft, zoo komt zy hem toe; en 't is dan een voltrokken koop. Somtydts neemen de Ouders de Kinderen van hunnen Schoonzoon naar zich, geevende hun de geschenken die zy ontfangen hadden, weder; doch zulks gebeurt zelden. Wy hebben reeds gezegd, dat deeze Volkeren niet zeer minnenydig zyn: Echter vindt men eenige onder hun, die, alzoo jaloers als de Italianen zynde, de ontrouw hunner VrouwenGa naar margenoot+ gestrenglyk straffen. Zodanig een Jaloerschen zal somtydts zyn Vrouw den neus of de ooren afsnyden, of zelfs wel het leven beneemen, zonder dat zulks hem iets anders kost als een geschenk aan de Nabestaande der Overledene te geeven, om, zoo zy zeggen, hunne traanen af te droogen. Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot(b) De Krygslieden der Amerikanen trouwen nooit voor dat zy vyf en twintig of dertig jaaren bereikt hebben, uit vreeze van hunne jeugdt en kragt te veel door den ommegang met Vrouwen uit te putten. De geenen die zich eerder met Vrouwen verbinden, worden eenigzins voor lafhartige gehouden, of ten minsten voor lieden die noch tot den Oorlog, nog tot de Jagt bequaam zyn. Men moet evenwel niet denken dat zy daarom te kuisscher zyn, schoon zy ongetrouwt leven. De Canadeezen gelooven dat een geduurige onthouding veele quaade opwellingen en ongesteldheden der nieren veroorzaakt; daarom behoort een jong Krygsman tot behoudenis zyner gezondheit alle weeken eens met denGa naar voetnoot(c) zwavelstok te loopen. Ga naar voetnoot(d) Het lust ons deeze Minneryen van Canada,Ga naar margenoot+ volgens 't verhaal van den Baron de la Hontan te beschryven. Men handelt met geen Vrouwe of Dochters der Amerikanen, van eenige Minneryen zoo lang als het dag is. Zy willen dat de nacht veel bequaamer zy, om elkander wat te vertellen.Ga naar voetnoot(e) ‘Zoodra als een Jongman, na zyne Meestresse twee of driemaal bezogt te hebben, vermoeden heeft dat zy hem met een goedt oog aanziet, zoo gaat hy aldus te werk, om 'er volkomen van verzekert te zyn. Men moet hier in 't voorbygaan aanmerken, dat deeze Landaart alhier in eene evengelykheit volgens de ingeevinge der Natuur leeft, die hen niet voor Dieren of huislyke Vyanden doet vreezen, waarom hunne woonsteden zoo wel by nacht als by dag ongeslooten zyn..... en twee uuren na Zonnenondergang moeten de Slaaven.... zorge draagen om het vuur weg te reekenen, eer zy naar bedt gaan. Tegen dien tydt komt de Vryer wel bedekt met zynen mantel omgeslagen, in de hutte van zyne Beminde, ontstekende by het vuur een soort van zwavelstok; daarna.... nadert hy tot aan haare Slaapstede. Indien zy den zwavelstok uitblaast, gaat hy by haar leggen: maar zoo zy in tegendeel zich onder het deksel verbergt, vertrekt hy, want dit is een teken dat zy hem niet wil ontfangen. Zie hoedanig hy met het gebruik van deezen Zwavelstok omgaat, waarvan men de gansche plechtigheit alhier in vier nevensgevoegde prentverbeeldingen * afgemaalt vind. De zelfde Schryver verzekert ons, dat
* Zie deeze Afbeelding in vier Verbeeldingen afgedeelt, waarvan de eerste verbeelt, hoe deezen Amerikaan een Zwavelstok aansteekt om zyne Meesteresse te bezoeken; de tweede hoe hy een t'samenspraak met zyne Meesteresse houd, aan 't voeteneind van haar bedt gezeten; de derde, hoe hy zyne Meesteresse afkeerig vind, en hem niet Ontfangen wil, zich met haar dekzel dekkende; en de vierde, hoe hy by zyne Meesteresse gekomen, zy de brandende Zwavelstok uitblaast om hem t'ontfangen. | |
[pagina t.o. 76]
| |
66
SAUVAGE qui alume une ALUMETTE, pour aller trouver sa MAITRESSE.
SAUVAGE en conversation avec sa MAITRESSE etant assis sur le pied de son Lit.
SAUVAGE dont la MAITRESSE se cache dans sa couverture ne voulant pas le recevoir.
SAUVAGE dont la maitresse éteint L'ALUMETTE pour le recevoir.
| |
[pagina t.o. 77]
| |
67
CEREMONIE NUPTIALE du CANADA.
B. Picart delin. 1723
MANIERE dont les PEUPLES du CANADA font le DIVORCE. | |
[pagina 77]
| |
deeze verliefde Vrouwen onder dien Landaart het sap van eenige wortels drinken, om het zwanger worden te beletten, of de Vrugt te dooden: want indien het gebeurde dat een jonge Dochter een kindt ter waereldt bragt, zoude men nooit iemant vinden die haar ten huwelyk begeeren zou. Zy moeten dan wel oppassen dat zy in het maaken en bevorderen van een miskraam zeker gaan. ‘Het is ook iets byzonders, zegt hy, dat zy den eenen Minnaar zullen toelaaten om op het voeteneinde van hun bedt by haar te zitten, alleenlyk om wat samen te praaten, en dat 'er een ander komende, daar zy meer zin in hebben, zy zich niet eens beraaden zullen om hem de uitterste gunst toe te staan. De reden hier van is.... dat zy van hunne Minnaars niet afhankelyk willen zyn... Deeze maniere van doen bevestigt grootelyks het geene wy reeds hebben gezegd, aangaande het Denkbeeldt dat deeze Volkeren zich van de vryheit der Vrouwelyke Sexe, in deezen Staat van onafhankelykheit voor het Huwelyk maaken. Ga naar margenoot+ Wanneer een Jongman van Canada, na zich den roem van een braaf Krygsheldt in 't uitmunten van dapperheit tegen de Vyanden van zyne Natie behaald te hebben, een besluit neemt van te trouwen; bepaalt hy zulks voor een zeker getal van jaaren. De verbintenissen voor al zyn leven zouden voor hem een straffe, of ten minste een ondraagelyke Slaverny weezen. Hy zoekt dan een Dochter te bekomen die hem gelykt; vervolgens komen de partyen wederzydsGa naar margenoot+ overeen, en maaken hun beslooten Huwelyk aan de Bloedverwanten bekent, die in de Hutte van den Oudsten onder hen by een komen. Aldaar is 't dat men op den bestemden dag een Gastmaal op zyn. Canadeesche toebereid vindt. Elk een begeeft zich derwaarts vol vreugde, men zingt 'er, en men danst 'er den Huwelyksdans. Na deeze vrolykheden, vertrekken de Bloedverwanten des Bruidegoms, uitgenomen vier van de Oudsten, en alsdan vertoont zich de Bruit aan eene der deure van de Hutte, van vier oude Vrouwen haarer Bloedvrienden verzeld. De aller oudste der vier Bloedtvrienden des Bruidegoms onrfangt haar, en geleidt haar by haaren toekomenden Man, in een plaats, alwaar dit Paar overend staande op een mat, een stokje of roede wordt aangeboden, 't welk zy ieder by een eind vast houdenGa naar voetnoot*, terwyl de Ouden een zeer korte aanspraak aan hun doen. De Getrouwden spreken elkander vervolgens mede aan, houdende als noch het stokje in de handt, waar na zy het zelve in verscheiden stukken breeken, die zy aan de Omstanders mededeelen. Na deeze Plegtigheit, geleidt men de Jongetroude Vrouw buiten de Hutte, en de jonge Dochters die haar aan de Hutpoort opwachten, geleiden haar weder tot haarent, alwaar de Jonge Man verpligt is haar zoo lange te gaan bezoeken, tot dat zy eindelyk Moeder geworden is. Daarna voert zy al het haare weg, zegt het huis haares Vaders of Vrienden voor altoos vaarwel, en begeeft zich by haaren Man, in gemeenschap met hem leevende zoo lange als het Huwelyk bestaat. Ga naar voetnoot(a) De Schryver van de Historie van 't Noordlyk Amerika verhaalt ons veele andereGa naar margenoot+ merkwaardige omstandigheden de Huwelyksplegtigheden der Volkeren van Canada aangaande. Het is, zegt hy, de gewoonte dat de Vryer, na zich van de genegenheit zyner Meestresse verzekerd te hebben, zynen Vader of ten minsten zyn naastbestaanden Bloedverwant aanspreekt, die aanneemt den Vader der Jonge Dogter des nachts te gaan bezoeken; gelyk dan ook geschied, wekkende hem op, en zyn pyp aangestoken hebbende, biedt hy hem zynen dienst aan, verzoekende te gelyk zyne Dochter voor zynen Zoon. Het accoordt getroffen zynde, doet de Vader des Jongmans alle de Bloedvrienden van zynen kant by een komen, om hun te kennen te geeven, dat hy zynen Zoon uithuwelyken zal. Terstondt brengen dan deeze Bloedvrienden zoo veele geschenken als zy konnen, in de Hutte des Vaders tot een Huwelyks gifte voor zynen Zoon aan, wiens Moeder een gedeelte van de geschenken in de Hutte van de jongen Dochter brengt, en alsdan geeft de Moeder aan de Bruit te kennen, dat zy haar aan zodanig een Jongman heeft uitgetrouwt. De Dochter kan dit niet tegenspreken, en 't zoude zelfs haar tot een schande gerekend worden, zoo zy 'er niet zonder tegenzeggen in bewilligde; en door een vreemt misbruik, voegt 'er den Schryver, die wy aanhaalen, by, mogen de Ouders namelyk Vader, Moeder en oudste Broeder, zelfs deeze Dochter tot ontucht overgeeven, om dat haar lichaam niet haar, maar aan haare Ouders | |
[pagina 78]
| |
toebehoort; nogtans beweent zy haaren MaagdomGa naar voetnoot(a), gelyk hy elders zegt. Zy die de geschenken ontfangen heeft, deelt de zelven aan de gansche Familie uit, hun kennis geevende van dit voltrokken Huwelyk. Elk een brengt vervolgens iets tot de Huwelyksgift der Jonge Vrouw by. De Moeder en Zuster des Jongmans, brengen ook geschenken aan de Jonge Dochter, die men op den dag haarer Bruiloft zeer prachtig optooit; bestaande hier in, dat men haar een schoone Beverhuidt om haar lichaam hangt, en haar Hoofdhair met beestevet smeert. Dus toegetakelt begeeft zy zich by haar Schoonmoeder, die haar deeze Versierselen weder afneemt, en andere in de plaats geeft nevens een ketel; vervolgens keert zy weder tot haaren Vader: aldaar wordt zy wederom ontkleedt, en de Moeder geeft haar een dragt Maïz, 't welk zy tot haaren Man brengt, die haar ten derdemaale ontkleedt. Waar na de twee Familiën het overige der Huwelykgeschenken onder elkander verdeelen. Ga naar margenoot+ De ingetogenheit en onthouding des nieuwgetrouden Mans, is zeer aanmerkenswaardig, zoo verre, dat hy zich zelven den tydt van zes Maanden lang verbiedt het kasteel te naderen, 't welk hy zoo roemrugtig gewonnen heeft, onaangezien het hem geoorlofd is, het Huwelyk vier dagen na deeze Plegtigheden te voltrekken: maar hy stelt vast, dat de ingetogenheit een kragtig bewys van de achting is, die hy voor zyne Bruit heeft, en wil dat men geloove, dat hy niet dan de eer behartigt, zich in deeze Familie te vermaagschappen. Aldus drukt zich de Schryver uit, waar uit wy dit aanhaalen. Wy laaten hem instaan voor de opregte waarheit van 't geen hy verhaalt, of voor het Optooizel, waar mede hy zyn verhaal zoo 't schynt opgeschikt heeft. ‘Het Jaar verstreeken zynde, vervolgt hy, keert de Jonge Vrouw weder.... tot haare Moeder die Meestresse van de Jagt, van de Vissery word, en van alles wat haar Schoonzoon in de Waereldt heeft. De Man, t'huis komende en zyn Vrouw aldaarGa naar margenoot+ niet vindende, vermoedt terstont wel, dat zy by haare Moeder is; waarom hy haar aldaar, in 't midden van den nacht gaat zoeken, wanneer hy denkt dat een ieder slaapt. De Vader en de Moeder blyven wakker, terwyl de Dochter na alle deeze voorafgaande omstandigheden, in den hoek van den haart slaapt, (of veinst te slaapen). De Man is zoo dra niet ingetreden of hy merkt wel, dat dit vuur voor hem is aangelegt; waar om hy dan nevens zyne Vrouw gaat zitten; de Schoonvader ondertusschen staat geheel onverschillig op, stopt zyn pyp, en geeft dien aan zynen Schoonzoon om te rooken. De Schoonmoeder.... brengt hem een Schootel met Vleesch aan, en zet dezelve voor zyne voeten neder, waar na hy begint te eeten, zonder een woordt te spreeken’. Eindelyk, blyft hy twee jaaren by zynen Schoonvader, en geduurende dien tydt, gaat de Jagt, Vissery, Koophandel en alles 't welk zyn doen is, de Schoonmoeder aan, gelyk wy reeds gezegd hebben. En dit isGa naar voetnoot(b) de leevenswys die deeze twee Jong-getrouwden terstondt gehouden zyn te agtervolgen. De welbetaamlykheit verbiedt hen tot elkander des daags te spreeken, uitgezondert eenige stuursheden. De woeste eerbaarheit van deezen Landaart vereischt uitdrukkelyk dit gedrag. De twee Jaaren om zynde, scheidt de Schoonzoon zich van de Ouders af en begint zyn eigen huis te houden; ten zy hy voornemens waare een andere Zuster voor zyn tweede Vrouw te nemen. ‘De getroude Man vermag 'er ook geene andere te neemen dan die hem van wegen de Bloedvrienden zyns Schoonvaders zal worden aangeboden die hem aldus alle zyne Dogteren ten Vrouwe geeven kan; en indien hy 'er geen meer heeft, zoo neemt de Schoonmoeder een Slaavin tot haare Dogter aan of geeft hem een Nigte van haar ten Huisvrouwe’. Het is, zegt men, alleen het eigen belang, 't welk deeze gewoonte tot een regel heeft gebragt. ‘Alles wat den Schoonzoon in de waereldt heeft, of hem tendeel mogte toevallen behoort de Schoonmoeder toe. En dewyl het konde gebeuren, dat, indien hy eene tweede Vrouw uit een andere familie trouwde, de Moeder deezer twede Vrouwe het zelve regt zoude vorderen als de eerste; zoo heeft men noodig geoordeeld eenigzins de onstandvastigheit der Mannen te beteugelen, door hen te noodzaaken geene andere Vrouwen dan die van dezelve Familie zyn, te trouwen, indien zy meer dan eene Vrouw te gelyk begeeren te hebben’. Wy vinden in de Historie van Jacob iets diergelyks; Want hy trouwde Rachel en Lea, beide Gezusters, zelfs trouwde hy haare Dienstmaagden. De oudste Vrouw heeft eenig voorregt boven de andere, 't welk een oorsprong is van jaloesy in de Familie der Vrouwen, en oorzaak van veele huistwisten, die de Man verdraagt en met onverschilligheit aanziet, ja zelfs | |
[pagina 79]
| |
daar eenige eer in stelt, denkende, dat de joloesy zyner Vrouwen, een getuigenis haarer liefde tot hem is. Wy zullen nu tot de gevolgen des Huwelyks overstappen. De Amerikanen van Nieuw Vrankryk, stellen de Dochters boven de Zoonen, en willen dat zy den stut van de Familie blyven. Ga naar margenoot+ Eene Vrouw, wanneer zy haar geregelde tyden heeft, word by hen 't eenemaal van de Burgerlyke samenleving afgescheiden. Alsdan wordt al het Vuur in de Tenten uitgedooft, de Haartsteden schoon gemaakt, den Asch weggeworpen, en een ander Vuur met een Vuurslag aangestooken. De Vrouw is alsdan gehouden in eene Tente verafgelegen van de andere, haar verblyf te neemen. Deeze scheiding duurt acht dagen lang. Men zal niet uit de Rivier drinken, daar zy uit gedronken heeft; en zelfs vermyden uit de zelve water te scheppen, en zy is ook gehouden by dezelve eenig teken te stellen, 't welk haaren staat te kennen geeft. Wanneer een Jonge Dochter zulks voor de eerste maal overkomt, blyft zy dertig dagen lang, zonder iemant anders te zien als Vrouwen, die haare zorge is aanbevolen, en geduurende dien tydt bemorst zy zich met houtskoolen. Wanneer een Vrouw zwanger,Ga naar margenoot+ is onthoudt zy zich zoo lange van 't byleger des Mans, tot dat zy gebaart heeft en 't kindt twee jaaren oudt geworden is; en zoo dra zy op 't punt is van te verlossen, bereit men haare eene Hutte, alwaar zy dertig daagen lang haar verblyf houdt,Ga naar voetnoot(a) doch indien het haar eerste kindt is, veertig daagen. Alle deeze gewoontens hebben eenige overeenkomst met de Joodsche Wetten. En wat belangt de gewoonte van dat Man en Vrouw zich van de Huwelykspligt zouden onthouden, tot dat het kindt twee jaaren oudt zy, dit is al te redelyk, dat het den Lezer niet in alle haare waardy zoude erkennen. Indien het waar is; schynen immers deeze Amerikanen in der daat niet al te onbeschaaft in dit stuk. Dezelfde Schryver voegt 'er by, dat wanneer de Kraamvrouw in doodsgevaar is, men haar in haar eigen woonplaats wederbrengt: maar zoodra zy hersteld is, of komt te sterven, breekt men de Hut af, en brengt die naar een andere plaats. Ga naar margenoot+ De Onvrugtbaarheit is eene der Voornaamste Hoofdtoorzaaken van de Echtscheiding der Amerikanen; schoon het deeze Volkeren geoorlofd is van elkander te scheiden, wanneer het hen goeddunkt. De Baron de la Hontan zegt, dat de Canadeezen elkander gemeenlyk agt dagen te vooren waarschouwen, in dien tydt alle de redenen, die zy hebben bybrengende, om de scheiding eenige schyn van eerlykheit te geeven. In 't algemeen, zegt hy verder, beschouwen die deeze Volkeren zoo naauw niet, en geeven dikwils maar voor reden, dat zy zieklyk zyn, dat zy rust nodig hebben, en dat zy stil en gerust zonder zorge leeven moeten, om hunne gezondheit weder te erlangen. Een gelukkig hulpmiddel waarlyk! welkers voorschrift in Europe al te duur staat, om zoo gemaklyk als in Amerika in 't werk gesteld te worden. Het is echter zeker, dat dit Voorschrift ons van een groot nut zouden zyn, en dat het zelve een Merkteken van een ongemeene gelukkige staat in zich besluit. Wanneer in Canada een Man en eene Vrouw beslooten hebben te scheiden, oeffenen zy de volgende Plechtigheit. Men brengt in de zelve Hut, waarin voordeezen het Huwelyk geslooten wierdt, alle de kleine stukjes van het verbrooken stokje, 't welk ter deezer gelegenheit gedient heeft;Ga naar voetnoot* men verbrand de zelve geheel plegtelyk; en zie hoe zodanig een scheiding geschied, die zonder twisten of schelden voltrokken word. De Vrouwen hebben eveneens als de Mannen dezelfde vryheit van weder te mogen trouwen; nogtans verbiedt de welbetaamelykheit, dat zy niet weder een tweede Huwelyk aangaan, zoo lange de eerste Man leeft. Als Man en Vrouw scheiden, worden de Kinderen gelykelyk gedeelt, want zegt de Baron de la Hontan, de Kinderen zyn der Amerikanen Rykdommen; en het getal oneffen zynde, heeft de Vrouw 'er een meer dan de Man. Wanneer de Vrouwen vyftig jaaren bereiktGa naar margenoot+ hebben, vinden zy niemant meer die 'er aan wil, alzoo het de Canadeezen voor een dwaasheit houden, eene Vrouw te neemen die al te oudt is om kinderen te krygen. Zy vinden in de versleetene schoonheit van een Vrouw op haare daagen geene bekooring meer. Wat raad nu voor haar in deeze byna algemeene verstootinge van Vrienden en Vreemden? Zy konnen noch wel eenige jaaren verbergen, volgens het gewoon gebruik onzer oude Vrouwen: maar dit is 't ook al. Indien nu de opregtheit haar niet toelaat de Mans te bedriegen, zoo moet men bekennen dat zy | |
[pagina 80]
| |
dezelve veel verder strekken dan onze Vrouwen. Een oude en verliefde Canadeesche zal een Krygsgevangen aannemen, en hem het leven behouden, om den byzonderen dienst, daar toe zy hem zal nodig hebben; men moet wel onderstellen dat die Slaaf een braaf Krygsman is; maar ook te gelyk gelooven dat hy niet ondankbaar zal zyn, en levendige blyken van deeze erkentenis geeven, die hy aan deeze hartstogt, die het leven aan alle menschen geeft, verschuld is, en hem het zyn verlengt. |
|