Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 3
(1728)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 55]
| |
XV. Hoofdtstuk.
| |
[pagina 56]
| |
zeer merkwaardige wyze.Ga naar voetnoot(a) Zy laaten zich door hunne Vrouwen vyandelyk aanvallen, en stryden tegen haar op eene gansch hevige wyze, als of het ernst waare. Worden zy van hunne Vrouwen overwonnen, zulks houden zy voor een goedt teken; doch zoo zy haar overwinnen, is zulks hen een voorteken van hun ongeluk. De Noordelyke Amerikanen verklaaren den Oorlog door de weigering des Calumets, en de Zuidelyke door de weigering der Danssers, die hen toegezonden worden. Van alle deeze Plechtigheden des Calumets zullen wy elders handelen. De geenen die de Calumet, als die geweigerd word, weder te rug neemen, vertrekken terstondt naar het danssen van den Krygsdans, zonder dat het Vyandlyk Volk in 't minste het regt des Oorlogs tegen deeze Afgezanten tracht te schenden. Dit kan ook zeer wel vergeleeken worden met onze plegtige Oorlogs Verklaaringen door Herouten, met Trompetten geschal, enz. De Aanval des Gevechts geschiedt met groot geschreeuw, 't welk zelfs by de aller beschaafdste Volkeren de gewoonten is. Men wil echter dat de Oude LacedemoniersGa naar margenoot+ het tegendeel deeden, en den strydt met zeer veel stilte en bedaardheit aanvingen. De Brasilianen speelen op een soort van een fluitje, gemaakt van de scheen-beenderen hunner Gevangenen. Op het gezigt van deeze beenen, en het naar geluit van dit Instrument, worden deeze Volkeren nog heviger aangezet, welkers onbegrypelyke verwoedheit niet zonder voorbeeldt is, zelfs by zodanige Natiën, die den naam van Christenen draagen. De woeste Krygslieden zyn genoodzaakt en verpligt, om elkander quartier te weigeren, en nog meerGa naar margenoot+ om zich verweerende, te sterven na veele vyanden gedoodt te hebben. Hunne Dapperheit is niet slechts een schielyke oploopendheit, die door de minste wederstand ophoudt, het is geen vuur 't welk te gelyk ontstooken en gebluscht wordt, maar een uitwerking van een geweldige beweging der Geesten, die vervolgens al te schielyk tot bedaaren komende, in de Ziele veele overdenkingen doen opkomen, die haar de verschrikkelykheit des Doodts voor oogen stellen. Zy zullen het niet opgeeven, ten zy by verrassing, en wanneer hen de magt en wille benomen wordt, om zich verweerende, te sterven. Zy stryden ook met dezelfde kloekmoedigheit, om te beletten, dat hunne Dooden niet in de handen hunner Vyanden vervallen. De Oude Grieken, byna al zoo woest als de Amerikanen, gaaven hunne doode Vyanden aan de Beesten des Velds over, na dat zy hen de Teelleeden hadden afgesneden: doch om deeze onwaardigheden voor te komen, streedt men nog byzonder om deeze Lyken, of indien men niet anders konde, en het somtyds Prinsen of Generaals Personen waren, zoo kogt men hen dikwils met geldt af. Dikwils maakte men een Cartel, om wederzyds de Dooden te begraaven, 't welk van alle tyden by beschaafde Volkeren werdt waargenomen. Men zegt dat de Volkeren van 't Noordelyk AmerikaGa naar voetnoot(b) alle de geenen, die in staat zyn van wederstandt te konnen bieden, ter dood brengen, daar in tegendeel de Zuidelyke Amerikanen hunne Vyanden met zich voeren, om hen vet te maaken en vervolgens te eetenGa naar voetnoot(c), 't welk mogelyk een soort van Offerhande geacht wierdt, of ten minste eene Godsdienstige plegtigheit. Veele andere Volkeren der Oudheit hebben ook de gewoonte gehad hunne Vyanden den Goden op te offeren, en aldus hebben het de Volkeren van Mexico, van Peru, en van Florida, volgens getuigenis onzer Reizigers, geoeffend. Wy leezen ook in de Heilige Schriftuur eenige voorbeelden deezer Godsdienstige verdelgingen (indien 't ons geoorloft zy deeze wyze op welke de Jooden de Cananiten, en andere ongelovigen t'onderbragten, dus te noemen.) Het behaagde Godt dus tot zyne verheerlyking; en om dat de Cananiten dit aldus ter eere hunner Afgoden in 't werk stelden, zoo beval Godt den Jooden, dit Volk met gelyke munt te betaalen. Doch wy willen hier niet meer van noch verscheidene andere redenen gewag maaken, door de Godtgeleerden, om deeze handelingen te rechtvaardigen, aangehaalt. De Brasilianen verkiezen tot hun Kapitein,Ga naar margenoot+ Opperhoofdt of Cacique, den geenen die de meeste Vyanden gedood heeft. En indien men Lescarbot mag geloovenGa naar voetnoot(d) dien dit Landt, alwaar hy zich langen tydt hadt opgehouden, niet onbekend konde zyn, zoo verkrygen de Hoofden of Kapiteinen der Volkeren van Canada, die waardigheit door een Erfregt van Dapperheit. Namelyk de Zoon wordt in zyns Vaders plaats gekooren, indien hy dezelve deugden des Vaders bezit: maar wykt hy daar van af, zoo verkiest men een ander Hoofdt. Van deeze Oude Gewoonten ziet men een zeer zwak Denkbeeldt overig in eenige Lan- | |
[pagina 57]
| |
den der Oude Waereldt. Wat deeze Landaart betreft, het is waarschynlyk dat hunne Regeeringsform op deeze volgende, Natuurlyke Denkbeelden gegrondt zy; ‘dat een Opperhoofdt zyne verheffing alleen verschuldigt is aan de Verkiezing der geenen, die wel willen zyne onderdaanen genoemt worden; dat hy alleen ver kiesbaar is wegens zyne bequaamheit en zyne deugdt; en dat indien hy deeze hoedanigheden ontbeert men zich een ander Hoofdt moet onderwerpen’. Deeze Grondstellingen zyn wonderlyk goedt in eene Regeering, wier einde telkens tot geduurige Oorlogen overslaat; alsdan doet de noodzaakelykheit van zich te verweeren, volstrektelyk besluiten, om een Verstandig en Dapper Man te verkiezen: maar deeze behandeling konde by ons wel gevaarlyk worden, daar de overgroote Staatkundige Uitzigten, en de ontallyke Werktuigen der Samenspanningen de Volkeren wel haast in verdeeldheit, en elende zouden doen geraaken; en zelfs mogelyk wel in een Staatsregeering, noch veel gevaarlyker dan de Regeering eens Vorst, ontbloot van de hoedanigheden, die in een Koning moeten gevonden worden. De Oorlog maakt by ons een lichaam uit, van de Staatkunde onderscheiden; en daar om zyn de Bedieningen verkieslyk: maar de eerste Volkeren der Waereldt, stelden geen de minste onderscheiding tusschen den Kapitein en den Koning; zoo dat men noodzaakelyk de magt moest overlaaten aan den Dappersten. DeezeGa naar margenoot+ magt was gansch onbepaalt, wanneer het den Kryg aanging, maar het tegendeel, in de Raadsvergaderingen, en in huislyke bezigheden. Een oordeelkundig Schryver heeft zeer wel opgemerkt, datGa naar voetnoot(a) Agamemnon in de Raadsvergaderingen wierdt tegengesproken, maar dat hy als een volstrekt Gezagvoerder de Grieken ten strydt aanvoerde. Eer de Romeinen op het Eilandt van Groot Brittaniën aanlandden, verkooren de Aloude Engelsche zich Opperhoofden, om in hunne Oorlogen den Krygsmagt te gebieden, en lieten het Staatsbestier over aan de Vergaderingen des Volks, verschynende gewapent in deeze Vergaderingen; 't welk zeer veel overeenkomst schynt te hebben met de gewoonte der Canadeezen, en der Iroqueezen, zoo in de wyze van hunne Vergaderingen by te woonen, als in de zelve te beleggen. Eenige Volkeren van Duitschlandt hadden oudstyds dezelve gewoonte, waar door het gebeurde, dat zy somtyds wel eens een Prins of Koning verkooren, die te vooren maar een Veldoverste (Dux) was; en op dat hy in de zaaken, zich zelven byzonderlyk aangaande, niets deede dat tegen het welzyn van den Staat en de veiligheit zyner Medelandslieden streedt, zoo wachten de voornaamste des Volks aandachtelyk op alle zyne bedryven, en behielden altoos de Voorzitting in de openbaare Raadsvergaderingen, gelyk als de Oudsten by de Amerikanen doen. De Floridianen, schoon geregeert wordende door Opperhoofden met een volstrekter gezag bekleedt, weeken mede niet af van deeze gewoonte. Nademaal volgens 't verhaal der Reizigers deeze Opperhoofden zelfs de eerste Krygslieden van de Natie zyn. De wapenen der Amerikanen zyn boogen,Ga naar margenoot+ pylen, en knodsen, die men wel de Tacape der Brasilianen, en den Hoofdtbreeker der Iroqueezen en Canadeezen noemen mag. Deeze wapenen zyn van de uitvinding der eerste Waerelds Eeuwe, en men had geene kennisse van eenige andere by de eerste Oudheit. Alle deeze Volkeren gaanGa naar voetnoot(b) naakt ten stryde, voerende een soort van Schilden,Ga naar voetnoot(c) 't welk hen het gansche lighaam bedekt op de wyze der oude ‘Gauliers.... onder wien die geenen die de rivieren niet konden doorwaaden, op hunne schilden stapten, die hen tot schuitjes verstrekten.’ By deeze Schilden gebruiken ze mede een houte knods, hebben een pylkooker op de rug, en den boog in de handt: al danssende voorttrekkende, draagen ze op de wyze van Vendels en Standaarden het Hoofdhair der Vyanden, die zy in den kryg gedoodt hebben.Ga naar voetnoot(d) Men verhaalt, dat zy gemeenlyk eenigeGa naar margenoot+ Hoeren en ligtekooien met zich voeren, om de jonkheit wat te vervrolyken, en uit hunne gedachten te bannen het herdenken en verdriet van hun Vaderlandt verlaten te hebben. Hoe verheven in onze oogen de verdiensten der Helden van het Oude Grieken ons voorkomen, wy konnen echter niet nalaaten dezelve te vergelyken met de Krygslieden van Mississipi en van Canada. Deeze, zoo wel als de Iroqueezen en de Hurons, voerden ook hunne hoeren en byzitten in den strydt met zich, die gemeenlyk krygsgevangene Vrouwspersoonen waren. | |
[pagina 58]
| |
Ga naar margenoot+ De Hinderlagen en de Schermutselingen der Amerikanen hebben ook veel overeenkomst met de wyze van vechten, by de Tartaren in gebruik. Wy hebben 'er reeds iets in den aanvang deezer Verhandeling van gezegd. Op zodanige wyze streden ook eertyds de Parthen, de Massageten enz: Na den strydt keeren de Krygslieden heel schielyk wederom, en beneemen de geenen die zy gedood hebben hun hoofdhair: maar van de Gevangens die zy mede voeren, benemen zy het hoofdhair na dat zy hen onuitspreekelyke tormenten hebben doen lyden, die niet eindigen dan met de allerwreedste daadt, die zyGa naar voetnoot(a) het sap zyner Vyanden te drinken noemen; en in der daadt zy drinken ook van zyn bloedt, en geeven het zelve aan hunne kinderen te drinken. Het Hoofdhair zyns Vyandts te beneemen, bestaat in hem de huidt met zyn hoofdthair af te stroopen; 't welk zy bewaaren tot een gedenkteeken hunner dapperheit, en die de meeste deezer hoofdversiersels bekomen heeft, wordt by hen voor den volmaaksten Krygsheldt gehouden. Indien men mede de Historie des Bybels naar de letter zal verstaan, zoo schynt het dat de Jooden alzoo veel eer gesteld hebben in het beneemen der Voorhuit eens Philistyns, als de Iroqueezen in het afrukken van het hoofdhair eens Canadees: wat 'er ook van zy, het is zeker dat de Alouden niet te vreden waren met hunne Vyanden gedoodt te hebben, zy hieuwen hen noch daarenboven het hoofdt af, en keerden dus weder in hunne Legerplaats met deeze Zegenpraal-tekens hunner Overwinning, draagende dikwils deeze hoofden aan het Borsttuig hunner paarden, en hangende dezelve vervolgens plechtiglyker-wyze aan de Poorten of Muuren eens Tempels op. Somtyds balsemden zy dezelve en bewaarden ze zorgvuldiglyk, om by gelegenheit hunne Vrienden dit Gedenkteeken hunner dapperheit te vertoonen. De Bojaren namen de Bekkeneelen hunner Vyanden, en lieten dezelve met Zilver of Goudt beslaan om hen tot Drinkvaten te verstrekken. Deeze Gewoontens strekken alle naar eenerlei doelwit, namelyk het vereeuwigen deezer Dapperheit, of liever deezer Wreedheit, die by de Grieken en Romeinen met den naam van Deugdt heeft gepronkt. |
|