XIV. Hoofdtstuk.
Van den Akkerbouw der Amerikanen.
Ga naar margenoot+ Wy hebben over dit onderwerp niet dan een weinig aan te merken. Deeze Volkeren bouwen geenzins de aarde gelyk wy: maar op een geheele andere wyze.Ga naar voetnoot(a) ‘Zy roeren de zelve met houte haaken om (of liever met spitse stukken houts) zuyveren dezelve van alle onkruidt, 't welk zy op den grondt verbranden. Deeze Asschen dienen hen tot mesting en vetmaking der Aarde, gelyk ook zulks in veele plaatsen van Italië in gebruik is. Ook brengen zy veel Visch-schulpen in hunnen grondt tot mesting derzelve.... vervolgens vergaderen zy hunne Aarde by hoopjes, twee voeten van elkander, en de maandt May invallende, planten zy 'er hun Kooren in, eveneens gelyk wy onze boonen planten, steekende een stok overend, en leggende vier graankorlen by dezelve....., en tusschen deeze Koorn-planten..... worden Boonen geplant..... De Oogst gedaan zynde, sluyten zy hun Kooren in de aarde op, in kuilen die zy daar toe aan 't hangen eens Bergs maaken, om van de vochtigheit bevryd te zyn, voorziende ten dien einde deeze kuilen met matten: Dit zyn zy dus genoodzaakt te doen, om dat zy geen zolderingen in hunne huizen hebben, noch eenige kisten om het anderzins te bergen; waar door zy dit voordeel hebben, dat 'er geen rotten of muizen by dit Koorn dus opgeslooten, komen konnen.
Verscheiden Natien van onze Waereldt, vervolgt Lescarbot, hebben deeze kunst van het Kooren in kuilen op te sluiten gehad: want Suidas maakt 'er gewag van..... en Procopius in het tweede Boek van den Gottischen Kryg, zegt, dat toen de Gotthen Rome belegerden, zy dikwils in de kuilen vielen, die de Inwooners tot het bergen van hun Kooren gegraaven hadden. Tacitus verhaalt ook dat ze by de Duitschers ook gevonden wierden, en om hier van niet meer te zeggen, men ziet in verscheiden plaatsen van Vrankryk het Kooren op dezelve wyze hedendaags opsluiten en bewaaren. In den Zaai-tydt vergaderden de Alouden al het Volk by een om te werken, ploegen en delven, en men bereidde alsdan een maaltydt, om wel te eeten en te drinken, gelyk zulks ouwlings, en nog hedendaags by alle Volkeren des Aardbodems waargenoomen wordt.