kend en uitgebeeld wordt, en deeze werklykheid wordt Zede genoemd, omdat het een gewrogt is, 't welk uit de passien of beweegingen des gemoeds voortkomt.
De Zeden zyn byzonderlyk in de Persoonazien van den eersten en tweeden rang aan te merken en te onderscheiden, omdat dat slag van Persoonazien byzonderlyk deel heeft aan de Geschiedenisse; en moeten, volgens het zeggen van Aristoteles, zyn Goed, Gevoeglyk, Gelykende en Eenpaarig.
By de Goedheid verstaan eenigen, dat men, zo veel mooglyk is, deugdzaarae Persoonen op het Tooneel moet brengen, indien men het zonder ondeugenden kan stellen. Anderen willen, dat deeze Goedheid te verstaan zy ten opzicht van de Persoonen van den eersten rang, te weeten, dat die altyd behoorden deugdzaam te weezen; maar volgens het oordeel van den Heer Corneille, en de waarschynlykheid, is het at te bepaald uitgelegd, 't geen Asistoteles in 't algemeen, ten opzicht van de Zeden, gezegd heeft, waarom, by de Goedheid der Zeden niet gevoeglyker verstaan kan wor-