Naauwkeurig onderwys in de tooneel-poëzy
(1765)–Lodewijk Meyer, Andries Pels– Auteursrechtvrij
[pagina 131]
| |
Vyftiende hoofdstuk.
| |
[pagina 132]
| |
sche of andere vreemde naamen genoemd wierden, ten zy, dat ze ook inderdaad Spanjaarden of Vreemdelingen in dat Landschap, daar het Spel speeldt, waaren; als, by voorbeeldt, Aquilius in Laodice, Baldes in 't Qntzet van Lciden, daar men wel ziet, dat de een als een Romeinsch Gezant in Capadocien, en de ander als een Spaansch Overste in Neêrland wordt ingevoerd. Zo de Geschiedenis door den Dichter verdicht en gemaakt wordt op de wyze als de Romans verdicht worden, heeft hy wel te letten, zulke naamen aan zyne bedryvers toe te schikken, die met de benaamingen, gewoontens en zeden van dat Land, daar hy zyne Geschiedenis steldt gebeurd te zyn, over een koomen, en ook, zo veel moogelyk is, de Karacters der Persoonen en voornaamelyk der Hoofd persoonazien betekenen, gelyk Reinoud in de OnschuldGa naar voetnoot(a), Warenar in de verduitste Aulularia van Plautus enz. Maar by aldien het een Spel van | |
[pagina 133]
| |
zinnen is, gelyk by voorbeeld de TongGa naar voetnoot(b), waar door eenige eigenschappen in den mensch, gelyk als Zaaken door Persoonen worden uitgebeeld, moeten dezelven, 't zy dat men die in 't Latyn, Grieks of Duitsch steldt, altyd met de betekende eigenschap van 't geene, dat zy verbeelden, over een koomen. In de Tooneelstukken, die uit de eene in de andere taal overgebragt en vertaald worden, staat te letten, of het een Treurof Blyspel is; zo het een Treurspel is, dat gemeenlyk om te grooter luister te hebben, in uitheemsche Koningryken onder groote Persoonazien speelt, en maar simpelyk overgezet, en naar den rechten zin gerymd wordt, moet men dezelve naamen behouden, en niet veranderen, omdat men de Geschiedenis, die aan een ieder, of door de bekendheid van de Historie zelve, of, omdat het Treurspel in zyne grondtaal be- | |
[pagina 134]
| |
kend is, daar door onkenbaar en onaangenaam aan den Toehoorder zou maaken. Daar in tegendeel in de Blyspelen, die meest altyd of onder fraaije burgers, of onder het gemeen volk spelende, van geringer stoffe wordende gehandeld, om dezelve aangenaam en verstaanlyker te maaken, in 't vertaalen, van plaats en zeden moetende veranderen, ook de naamen naar de gewoonte en 't gebruik van de plaats, daar die spelen gesteld moeten worden, gelyk de Warenar na d'Euclio enz. zeer eigenlyk en natuurlyk de benaaming aan de Persoonazie, nevens 't veranderen van plaats, tyd en zeden, is gegeeven; het welk niet alleen een groot sieraad aan dit stuk heeft bygebragt, maar nevens de andere fraaiheden, een goeden uitslag heeft doen bekoomen, daar in tegendeel veele andere stukken, onder anderen het Dubbel en Enkel SpelGa naar voetnoot(c), na de Mencchcm van Plauius, l'Esprit Fol- | |
[pagina 135]
| |
let, of Nachtspookende JufferGa naar voetnoot(d), l'Aveugle ClairvoyantGa naar voetnoot(e) enz. in dewelken het zelve zo wel niet is aangemerkt, en, tegens 't verstand en 't gebruik strydende, eenen kwaaden uitslag hebben verkreegen. Door den Rang verstaan wy alleenlyk het intrest of belang, dat de Persoonen, die ten Tooneele worden gevoerd, in de Geschiedenisse of Historie hebben, en niet hoe groot of gering zy ten aanzien van de regeering zyn; want zo kan een persoon van minderen staat dan een ander in de Policie, in de Geschiedenisse, of in het Spel, van hooger rang zyn; als, by voorbeeld, Rodrigo en Chimene in den Cid, Horace in het Spel van dien naam, aan welke Persoonen, alhoewel de Koningen groote aangelegenheid in hun bedryf wegens hun gebied hebben, echter | |
[pagina 136]
| |
in den draad van de Historie de hoogste rang wordt toegeschreeven. De Rang wordt dan gemeenlyk in driën verdeeld, waar van de eerste als gezegt is zyn die Persoonen, dien de Geschiedenis op 't hoogste raakt, gelyk als Rodrigo, Horace enz. om wier wil alles woeldt en in bezigheid is, wat 'er vertoond wordt: waar in onder anderen aan te merken is, dat, wanneer een Dichter het in zyne macht heeft eene bekwaame stof te vinden, waar in hy de voornaamsten van een Land, Koningryk enz. gelyk Salomon, Karel Stuart enz. tot zyn Hoofdpersoonazie van den eersten rang in de Geschiedenisse kan maaken, die hy dan, van 't begin af aan, in de gunst of ongunst van de Aanschouwers, na dat men voorheeft hen te straffen of gelukkig te maaken, moet brengen: wy zeggen, zo hy deezen tot zyne Persoonen van den eersten rang in de Geschiedenisfe en in de regeering kan krygen, dat zyn Spel dan niet als te grootfer en te sierlyker zal zyn. Onder de Persoonen van den tweeden rang worden die geenen gesteld, die niet | |
[pagina 137]
| |
zo groote aangelegenheid, maar echter een gedeelte in de voornaamste Actie of werk van 't Spel hebben, gelyk de Koning in den Cid, de Koning en Valerius in Horace. Die van den derden rang zyn die geenen, die weinig of geen belang in de Geschiedenisse hebben, en ook niet veel tot het werk doen, en derhalven, gelyk Julia in Horace, Elvire, Alonzo en Arias in den Cid, maar voor bypersoonazien moeten gerekend worden. |
|