dat het verkieslijk is hun wagen op een van die terreinen achter te laten en per metro verder te rijden.
Een lid van de Raad stelde de benaming opvangterrein voor, wat naar het oordeel van al de andere leden een goede vondst was en dan ook aan de trammaatschappij werd medegedeeld.
In Brusselse en Vlaamse kringen schijnt men doorgaans het verschil niet te kennen tussen reclame en publiciteit, want in de vragen komt steevast het laatste woord in de betekenis van het eerste voor, ook in samenstellingen zoals reclamebureau en reclametekst.
Een steeds terugkerende vraag, die ik trouwens ook geregeld te beantwoorden kreeg als redactiesecretaris van Nu Nog, is de Nederlandse term voor ‘tapis plain’. Dit is Belgisch Frans, want de Fransen spreken van ‘moquette’. Sommigen trachten weer letterlijk te vertalen en schrijven ‘voltapijt’ of ‘vol tapijt’; zij verwarren dus het Franse adjectief ‘plain’ (effen, vlak) met ‘plein’ (vol). Dat vast tapijt voor vele Vlaamse handelaren nog geen levende taal is als voor hun Nederlandse collega's, blijkt voldoende uit het feit dat de meeste van hen, die in de Antwerpse telefoongids vermeld staan, de Franse benaming gebruiken.
Hoe moeilijk het is een woord dat sterk afwijkt van het Frans ingang te doen vinden, wordt aangetoond door ‘chiffre d'affaires’, dat vrijwel uitsluitend als ‘zakencijfer’ wordt vertaald; het is niet gemakkelijk de mensen ervan te overtuigen dat we hiervoor in onze taal omzet of omzetcijfer gebruiken.
Dezelfde opmerking geldt voor ‘uitgangspunt’ en ‘uitgaan van’, waarvoor men meestal ‘vertrekpunt’ (point de départ) en ‘vertrekken van’ (partir de) ziet. Zo schrijft H.J. Elias in de Verantwoording bij zijn Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte: ‘Wij willen onderzoeken van welk standpunt zij vertrokken zijn’. En in een grote Vlaamse krant lazen we: ‘De commissie is reeds bij haar ontstaan van een vals standpunt vertrokken’.
Als derde voorbeeld vermelden wij dat iemand aan de Raad voor Taaladvies de vraag stelde of men in het Nederlands ‘fleurist’ of ‘florist’ zegt; aan het voor de hand liggende bloemist had hij niet gedacht.
De gestelde vragen leren ons soms zonderlinge dingen. Zo vernamen wij dat in de sociale dienst van een onzer ministeries het woord ‘depistatie’ wordt gebezigd in de betekenis van opsporing. Dat is vrij zonderling als men bedenkt dat de Franse term niet ‘dépistation’ maar ‘dépistage’ is.
Een andere vraagsteller wenste de juiste vertaling te kennen van