De psalmen Davids
(1663)–Aernout van Overbeke– Auteursrechtvrij
[pagina 285]
| |
Komt voor den Heer u buygen,
Laet de Lofgesangen, die gh' hem geeft,
Niet als van blijschap tuygen.
2. Weet dat dese Heer is Godt, dat hy
Voert de Kroon en hooghste heerschappy,
Dat hy ons heeft geschapen,
Wy ons selver niet; sijn volck zijn wy
En uytverkoore Schapen.
3. Gaet tot sijne poorten in met lof,
Soeckt om hem te prijsen nieuwe stof,
Paert sang en snaren samen,
Als ghy zijt gekomen in sijn Hof
Soo prijst sijn Heyl'gen name.
4. Want de Heer dien ghy met sang begroet
Is barmhertigh, hy sal overvloet
Aen sijne knechten senden,
Sijne trouw' die hy den menschen doet
Is eeuwigh sonder ende.
|
|