De psalmen Davids
(1663)–Aernout van Overbeke– AuteursrechtvrijAernout van Overbeke, De psalmen Davids. Borrit Jansz. Smit, Amsterdam 1663
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Bayerische Staatsbibliothek, signatuur: 38.5537
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De psalmen Davids van Aernout van Overbeke uit 1663.
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
fol. *6r: wilen → willen: ‘liever in het samenhechten der Versen, als tegens de oudtheyt der selver willen sondigen’.
Het register voorin in het werk, dat in zijn breedte telkens de verso-pagina en de rectopagina daarnaast beslaat, bestaat uit drie kolommen: 1) de titel in de Lutherse voorgangerbundel van Willem van Haecht 2) de overeenkomstige titel van Overbeke; 3) het paginanummer. De drie kolommen zijn in één tabel verwerkt, waarbij het paginanummer is weergegeven als fol. **1v-**2r etc.
fol. **10v: Veegeeft → Vergeeft: ‘Vergeeft ons, lieve Heere Godt!’.
p. 66 Psaim → Psalm: ‘Psalm XXIV’.
p. 98: kom tklagen → komt klagen: ‘Sijn noot aen hem komt klagen’.
p. 120: ontbrekend strofenummer 2 aangevuld
p. 165-166, 226-227, 377-378: in het origineel begint de kop onderaan de pagina en loopt door op de volgende pagina. Het is niet mogelijk dit weer te geven in deze digitale editie en daarom is de kop hier steeds in zijn geheel op de eerste van de twee pagina geplaatst.
p. 190: / → //: ‘By 't vet der haem'len // sal ick versaem'len’.
p. 234: foutief paginanummer 134 verbeterd
p. 239: ontbrekend strofenummer 8 aangevuld
p. 281: all· → all': ‘Ghy zijt boven all' de Goon verheven’.
p. 320: gegeslachten → geslachten: ‘De sterckt' mijns hoofts zijn Ephraims geslachten’.
p. 331, 332: In het origineel staat de tekst van het eerste couplet deels op pagina 331, en deels op pagina 332. Ten behoeve van de leesbaarheid is de tekst in deze digitale editie in zijn geheel en in de juiste volgorde op p. 331 geplaatst.
p. 403: oock) → oock,: ‘Ghy groote Godt, ghy zijt 'er oock,’.
p. 403: ijebt → hebt: ‘Ghy hebt mijn nieren in 't besit’.
p. 411: al → als ‘Sy sijn sterck, en ick soo broos als riet’.
p. 449: Manneer → Wanneer: ‘Wanneer Godt in Egyptenlant’.
p. 553: foutief strofenummer 5 verbeterd in 4
p. 577: / → //: ‘Maeck dat uw Woordt // Sich sette voort’.
p. 654: Psam → Psalm: ‘Na den 9. 40. 49. en 119 (ouder comp.) Psalm, en diergelijcke Geestelijcke Liederen’.
p. 667: mine → minne: ‘Want de minne // Laet mijn sinnen’.
p. 679: dan → van: ‘Maer soo 'er van mijn lippen’.
p. 700: Geschaprn → Geschaen: ‘Geschapen hebt, die saem vergaert’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (π1, π4, *1v, **1r, **12v, 706, 707, 708) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina π2]
Eere zy Godt
Singet en spelet
den Heere met
Palmen en Geeste
lycke liederen.
Ephes. 5. vers. 29.
[pagina π3]
יְהֹוָה
in de Hoogte
Luc. 2.vers. 14.
Lovet den
Heere met
Psalteren en
Harpen
Psalm. 150.
[fol. *1r]
De
PSALMEN
DAVIDS
In Nederduytsche Rijmen gestelt,
Door
Aernout van Overbeke.
Op de selve Wijsen, en getal van Sang-Versen, als die in de Gemeenten in Nederlandt, de onveranderde Confessie van Augsburg toegedaen, werden gesongen.
De Sang-Nooten op ontelbare plaetsen verbetert, en alle op een Sleutel gebracht.
Als oock alle de Lofsangen in de voornoemde Gemeenten aengenomen, en te vooren gebruyckt.
En met eenige Nieuwe Liederen vermeerdert.
t'Amsterdam,
By Borrit Jansz. Smit, op de Fluwele-Burgwal, op de hoek van de korte Niesel, 1663.