Ideën VI
(1878)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 314]
| |
plaats zetten, en dan aan 't werk gaan. Wie te vermoeid is tot denken, kan houtzagen ook. Dit herstelt, geloof me!
De velen echter die niet genoeg ontwikkeld zyn om zich reden te geven van de afschuwelyke ziekte die hen bedreigt - en dit was met Wouter nog altyd het geval - hangen van 'n toeval af, waarop de leerlingen eener hoogere klasse van zelfkennis niet bouwen mogen. 't Verstand is 'n te kostelyke zaak om er ‘kruis of munt’ mee te spelen, en wy zyn wel terdeeg verantwoordelyk voor 't huishoudelyk beheer van ons gemoed. Ik geef dit geenszins als een nieuwe waarheid. Of zou men meenen dat er geen zin stak in de overdrachtelyke beteekenis van 't woord Talent? De ‘wysheid der volkeren’ heeft sedert eeuwen reeds, de door Jezus in de parabel genoemde geldsom weten overtezetten in gaven van verstand en hart, zelfs zóó dat de letterlyke beteekenis van 't gebruikte beeld by de meesten is uitgesleten. Ieder weet dat het zwaartepunt van Jezus' vermaning niet gelegen is in de hoegrootheid der toegekende som, maar uitsluitend in den daaraan ten-koste gelegden arbeid. En toch veroorloven zich sommigen dom te zyn, d.i. niet te arbeiden! Juist in dien arbeid zit het kapitaal dat men ten-laatste bezitten zal, geenszins in de som waarmede men z'n zaken opzette. Deze is voor allen nagenoeg gelyk, en heeft geen noemenswaardigen invloed op den eindelyken uitslag. Misschien zelfs is die invloed van omgekeerd-evenredige werking. Sommigen lyden schade, juist door de betrekkelyke hoogte der som waarmee zy 't leven intraden, omdat die vermeende hoogte de hoofdzaak - d.i. arbeid - minder noodig scheen te maken. Ik verwys ter aanvulling van deze denkbeelden, naar 155, 460, 464, 952, en beroep my op den aanhef van 't Hoofdstuk: het Tableau, in Millioenen-Studien. |
|