Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij821.Ik geef dit alles slechts als gissing, maar blyf vasthouden aan de hoofdstelling dat elk kunstvoortbrengsel naar opvatting en uitvoering moet beoordeeld worden. Om hierin rechtvaardig te-werk te gaan, is 'n hooge maat van vrye-studie noodig. De leek zy gewaarschuwd dat er door valsche-kunstapostelen evenzeer met het kleine - met valsche Picciola's - als met het groote gekoketteerd wordt. In m'n idee 30 gaf ik 'n wenk ter beoordeeling van kunstprodukten als produkten. De vraag blyft welke maatstaf we moeten aanleggen ter waardeering van 't gebruik? Ter beantwoording hiervan meen ik 'n gelyk onderzoek als ten-aanzien der kosten van voortbrenging, te mogen aangeven. De beschouwers van 'n kunstvoorwerp - alzoo ook de lezer - die zich ernstig de vragen voorlegt waarop ik in 30 aandrong, zal zeer spoedig ontwaren dat het gehalte van 'n produkt evenredig is aan de som van talent, inspanning, oefening, enz. welke daaraan door den auteur werd | |
[pagina 242]
| |
ten-koste gelegd. Deze geeft u 'n bladzyde te doorloopen uit de geschiedenis van z'n gemoed, en 't nut daarvan is voor u meer of min groot, naarmate die bladzy meer of min belangryk was. 't Zou van onvrye studie getuigen, dit nut alleen dan te erkennen, wanneer 't zich voordoet in didaktischen vorm. |
|