Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij30.By 't beschouwen van een kunstwerk, by 't schatten eener uitstekende daad, by 't beoordeelen van een uitgedrukte gedachte, leg ik myzelf altyd de vraag voor: wat is er omgegaan in de ziel des kunstenaars, van den held, van den wysgeer, om dat ideaal te scheppen, om tot die daad te besluiten, om die gedachte voorttebrengen en ze vorm te geven als denkbeeld? Dat is: ik vraag hoe de ziel bevrucht werd? Welke toestanden ze doorliep by dracht en verlossing? Welnu, de geschiedenis eener groote conceptie roept me altyd den tekst toe: met smart zult ge kinderen baren! (57) Als 'n graankorrel spreken kon, zou ze klagen dat er smart ligt in 't ontkiemen. Helden, artisten en wysgeeren zullen my begrypen en de klacht van die graankorrel verstaan. |
|