Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij586.Doch, ook zonder klank-effekt, er ligt in de meening dat de waarheid niet poëtisch wezen zou, 'n betreurenswaardige dwaling. De voortbrengselen van onze letterkunde zyn uit afgronden en wolken gemaakt. Wanhoop, haat, liefde, armoed, weelde, misdaad, deugd... alles is overdreven, overspannen, tot 't onmogelyke uitgerekt, verrekt en dus: onwaar. Niet aan de poëzie wyt ik deze dwalingen. Zy wil waarheid. Neen, ze zyn 't gevolg van de zucht naar valsche poëzy, die voldoen moet aan valschen smaak, aan valsche behoeften. Dat verdoemelyk namaaksel is oorzaak van de minachting waaraan de ware poëzie is blootgesteld. (114) Deze toch is met wysbegeerte één, en streeft mèt haar naar 't juist begrip van den aard der dingen. Ware poëzie is van vrye studie niet de tegenstandster, maar de lieve, trouwe bondgenoot. (263) Ga naar margenoot* |
|