Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij380.(Vervolg van 214) Er was dus geen water in de buurt der apen-warande. De ouders die hun kroost toevertrouwden aan den - inderdaad braven - onderwyzer die bezig was my iets te betoogen in den dierentuin, konden gerust wezen op 't stuk van verdrinken. Naar den vleesche althans.
- Ik zeide dan, herhaalde de menschmaker... - Goed, goed, ik ben alles met u eens. Ik wilde maar weten of ge 't niet afkeurt dat de kinderen zich zoo aanhoudend verlustigen by de apen? - Ik begryp u niet. - Ik meen... ik bedoel... ik geloof...'t komt me voor...
Waarlyk, ik was verlegen met de zaak. 't Is moeielyk spreken met menschen die zoo braaf zyn geworden dat ze schynen vergeten te hebben wat 'n mensch is, en vooral 'n jong mensch.
- Ik vrees dat uw kweekelingen daar... - Er is traliewerk... - Juist, traliewerk... héél doorzichtig. Ik denk dat uw kweekelingen er doorheen kyken. En dus...
'k Had medelyden met den man om de vergeefsche moeite die hy zich gaf om my te begrypen. Maar ik vind dat ook ik medelyden verdiende om de moeite die ik me gaf om begrepen te wòrden. Eindelyk - ik kan niet omgaan met braaaave menschen - eindelyk werd ik driftig:
- Ziedaar dan... dàt! riep ik, zoo duidelyk 't my mogelyk was te spreken met de hand, dàt meen ik! - Ooooooo... meenje dàt? O... zooooooo! Och, ik heb hun gezegd dat hun lichaam is 'n tempel Gods, en dus...
Ik had er genoeg van. Nu wist ik precies hoe men doen | |
[pagina 263]
| |
moest om vleesch en bloed te veranderen in hout en steen, ad majorem Dei gloriam. Verbeelje, men geeft zoo'n zieleherder z'n kind in-handen om er 'n mensch van te maken, en na 'n jaar of wat stuurt-i je 'n tempel thuis! Prettig voor 'n vader! Daarom vind ik 't zoo nuttig die school van M'sieu Willaire eens te bezoeken van-tyd tot-tyd. En dit aangenomen zynde, kan ik weer voortgaan met m'n vriend Pennewip. |
|