Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 51]
| |
zoudt ge zeggen van iemand die de schoone parabel van Jezus over 't berouwhebbend kind van zich stootte, omdat...
- Dat gaat my niet aan. Daar wordt gesproken van 'n verloren zoon... - Welnu? - Ik? Ik ben 'n verloren dochter!
Zoo-iets ontmoet men veel, en ik houd er niet van. Men moet in 't vatten van de bedoeling des sprekers of schryvers ‘van goeden wille’ zyn. En dit is vooral noodig by vergelykingen, gelykenissen en parabels. |
|