A geloofde hem, maakte rechtsomkeert, en ging. Hy heeft de rivier
nooit weergezien, en zal nu wel aan de zuidpool klagen over gebrek aan
juistheid in 't gemiddelde.
B had C niet geloofd. Hy was blyven staan, en wachtte...
Daar kwam de wyze D die nog wyzer was dan de wyze C. Ook deze telde
de meeningen van A en B by elkaar, deelde die door twee, en riep: ik heb 't
gevonden, het gemiddelde uwer meeningen is Noord!
B geloofde hem en liep rechtuit, noord-op, de rivier in, waar hy
door verdrinken bevryd is van klagen over de onjuistheid van 't
gemiddelde.