Ondanks de eenvoud van de taal komen de emoties van de jongen goed tot uiting, zijn verdriet omdat hij zijn moeder mist en zijn vreugde om de dozen met mooie spullen en lekkers die hij uit Holland gestuurd krijgt.
De verhaaltjes over het meisje Piem sluiten sterk aan bij de wereld van elf-, twaalfjarige jongedames. De jongens schijnen Piem al en als ze op straat loopt, hoort ze ‘pssst, pssst’.
In ‘piem gaat uit bas-ket-bal’ gaat ze met haar vriendin kijken naar de basketbalwedstrijd waarin haar vriendje Dennis speelt. De wedstrijd eindigt met een overwinning van het team van Dennis en... een kusje!
Zulke boekjes moeten er veel meer geschreven worden. Er zijn veel oudere kinderen die nog beginnende lezers zijn, vooral in het binnenland. Voor hen is het een uitkomst. Niet moeilijk en toch herkenbaar.