Lees je wijs! Hoe bevorderen we leesplezier bij kinderen?

Creatieve verwerkingsvormen bij Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur

[p. 201]

Pikin Todo en Pikin Sneki
Een Surinaams verhaal

Gevorderde Lezers

Om voor te lezen en voor lezers vanaf een jaar of acht

Schrijver: Francis Vriendwijk
Titel: Pikin Todo en Pikin Sneki
Een Surinaams verhaal (1998)
Illustraties: Reginald Kartowirjo
Uitgegeven: In eigen beheer

Heruitgave in: 3 Surinaamse vertellingen (2007)

Pikin Todo en Pikin Sneki spelen vaak samen tot het moment dat Sneki's moeder haar zoontje onthult dat zijn vriendje eigenlijk zijn eten is. Gelukkig waarschuwt Todo's moeder haar kind voor zijn vriendje: hij zal hem opeten, hij mag nooit meer met hem spelen. Dat doet Pikin Todo veel verdriet.

[p. 202]

Kinderen identificeren zich graag met dieren: ze begrijpen wat er aan de hand is, ook het verdriet van Pikin Todo. Zo zit het kinderleven in elkaar: vaak mag je iets niet omdat je ouders het gevaarlijk voor je vinden.

Van de Nederlandse schrijfster en tekenares van Surinaamse afkomst, Marijke van Mil, is hetzelfde verhaaltje uitgekomen bij uitgeverij Vassallucci in Amsterdam, onder de titel ‘Kikkertje & Slangetje’. Daar zijn Pikin Todo en Pikin Sneki Hollandse dieren geworden, waarmee Hollandse kinderen zich identificeren. Er is een ander einde aan het verhaal, een einde zonder de harde les.

Wat doet Slangetje? Hij blijft spelen met Kikkertje, maar neemt altijd een trommeltje met broden mee, zodat hij als hij honger krijgt die broden kan eten in plaats van zijn vriendje. Niet erg realistisch. Eet een slangetje broden?

Werkvorm met: Pikin Todo èn Pikin Sneki Kikkertje en Slangetje

Wat?

De kinderen (vanaf tweede of derde klas) horen de beide versies en geven hun mening over het verschil.

Waarom?

Door de verschillende eindes van de verhalen te vergelijken kunnen ze met een beetje hulp tot een belangrijke conclusie komen: ook in hun kinderleven doen zich soms onplezierige dingen voor, die je moet accepteren, hoewel ze pijn doen.

Hoe?

Op het bord staat een duidelijke tekening van Pikin Todo en Pikin Sneki als ze nog vriendjes zijn. De leerkracht vertelt beide versies en indien mogelijk laat hij/zij de plaatjes zien, vraagt de kinderen naar het verschil en praat daar met ze over.

Door een gerichte vraagstelling kunnen de kinderen ontdekken dat een slangetje dat broden eet in plaats van een kikkertje, geen realistische oplossing is, al is het wel leuker dan een verstoorde vriendschap.