Drie poppen maken een wandeling buiten hun erf. Ze komen bij een manjeboom vol rijpe vruchten. Vanaf het moment dat Bigi-Ede in de boom klimt en heel egocentrisch zelf manjes gaat zitten eten zonder zijn broers te laten delen in het genot, gaat het fout.
Bigi-Ede verliest al knikkend zijn grote hoofd, de dikke buik van Bigi-Bere bost en de spillebeentjes van kleine Fini-Futu breken als hij naar huis probeert te rennen. De combinatie van de zeer suggestieve tekeningen en de korte teksten vormt de succesformule.
Kinderen houden van dit verhaal, hoewel het niet goed afloopt. Maar dat heb je in oude verhalen wel vaker. Met ondeugden als ongehoorzaamheid, nieuwsgierigheid of gierigheid weten de vertellers wel raad!
Francis Vriendwijk vermeldt achter op het boekje dat het geschikt is voor kinderen van 3 tot 6 jaar. De ervaring heeft geleerd dat alle kinderen van dit boekje houden, en zelfs jongeren en volwassenen!