Het bijzondere aan deze stapel is dat er een apart boekje met ‘Activiteiten’, werkvormen dus, bij is. Voor alle leeftijden tot 10 jaar is er iets te doen, aangepast aan het niveau. Voor de peuters en kleuters houdt dat wekelijkse kennismaking met een dier in, zesjarigen leren wat zoogdieren zijn, weer wat ouderen gaan experimenteren met de versregels van Orlando, of verdiepen zich in verschillende soorten vogels of insecten. Het werkboekje wordt afgesloten met een alfabetisch overzicht van alle genoemde dieren, met bij elk een korte beschrijving.
Wat een veelzijdig pakket! Dat het bestaat uit losse kaarten, is praktisch. Daar zijn veel werkvormen, vooral groepswerk, mee mogelijk. Het geeft de kinderen en de leerkrachten boeiende informatie over de dieren. Kinderen houden enorm veel van weetjes over de dieren die in hun land leven. En tenslotte komt, door de gedichtjes, creativiteit ook aan bod. Een aanwinst, het ‘Dierenalfabet’.
We hoeven geen werkvorm te geven. Ze zijn er voor verschillende leeftijden en niveaus.