Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdGalateia,dochter van de zeegoden »Nereus en Doris, woont aan de kust van Sicilië, waar de »Kykloop Polyphemos zijn vee weidt. Er zijn verhalen waarin Polyphemos erin slaagt met zijn fluitspel en zang de schone Galateia onder zijn bekoring te brengen. In latere teksten (bijv. in een idylle van Theokritos en bij Loukianos) wordt beschreven hoe Polyphemos vergeefs dingt naar de gunsten van Galateia, die wel met Polyphemos | |
[pagina 109]
| |
Sandro Botticelli, Primavera, rechterhelft, 1477-78, doek, 203 cm hoog. Galleria degli Uffizi, Florence. Zephyros benadert Chloris, die in de volledig voorgestclde Flora verandert.
| |
[pagina 110]
| |
koketteert maar steeds aan hem ontsnapt door zich in haar element, de zee, terug te trekken. Andere auteurs - de meest bekende versie is van Ovidius - vertellen dat Polyphemos verliefd is op Galateia, die echter de voorkeur geeft aan de jonge herder Akis boven de monsterlijke en onbeholpen Kykloop. Deze verrast het tweetal als ze aan de kust in elkaars armen liggen, en doodt Akis op diens vlucht met een enorm rotsblok. Aan het rotsblok ontspringt een rivier waarvan Akis de riviergod wordt.
Uit de oudheid zijn vrijwel uitsluitend Romeinse wandschilderingen en enige mozaïeken met dit thema overgeleverd. Soms zijn Galateia en Polyphemos in omarming, soms ziet men Eros die, gezeten op een dolfijn, een brief aan de Kykloop brengt. In het huis van de latere keizerin Livia in Rome ca. 30 v.C. wordt Polyphemos door Eros meegetroond. Er zijn voorts enkele reliëfs en mozaïeken. Polyphemos die op een lier of fluit speelt, wordt ook alleen voorgesteld, maar moet dan als de naar Galateia smachtende minnaar worden geïnterpreteerd. De tegenstelling tussen de monsterlijke, veelal op een enorme panfluit spelende Polyphemos en de schone Galateia maakt furore in de beeldende kunst van de renaissance. Annibale Carracci beeldt in 1597-1600 het tafereel uit in het Palazzo Farnese te Rome. Rafaël schildert 1511 in een fresco in de Villa Farnesina te Rome Galateia op zee; ernaast troont op een fresco van Sebastiano del Piombo een somber ogende Polyphemos. De dreigende gestalte van Polyphemos domineert in de wandschildering van Giulio Romano in het Palazzo del Te te Mantua ca. 1528. Het motief van Galateia die op een dolfijn of in een door zeepaarden getrokken wagen, omstuwd door zeewezens, over de golven dartelt, ontwikkelt zich tot een veel voorkomend zelfstandig triomfmotief, dat doorloopt tot laat in de barok, bijv. bij Van Thulden ca. 1650, Van Nieulandt 1656 (Rijksmuseum Amsterdam) en Ricci ca. 1716 en in werken van Jean-Baptiste van Loo tussen 1720 en 1745. (‘De triomf van Galateia’ is overigens niet goed te onderscheiden van ‘De triomf van Amphitrite’ die haar huwelijk met de zeegod Poseidon viert.) Poussin stelt Galateia in 1630 met Akis voor en in 1649 is Polyphemos dreigend op de achtergrond aanwezig. Schilderijen van een droevige of dreigende Polyphemos zijn er ook nog van Moreau ca. 1880 en 1896 en Redon ca. 1895-1900 (Museum Kröller-Müller Otterlo). Het verhaal is een geliefd motief voor pastorale dichtwerken (onder meer van Lorenzo de' Medici ca. 1486, Lyly 1584, Cervantes 1585, Hooft 1636 en La Fontaine ca. 1674), literatuur waarin Galateia dikwijls wordt voorgesteld als herderin, als een aanpassing wellicht aan het pastorale karakter van de vertelling van Theokritos. In de muziekgeschiedenis kennen we opera's van onder meer Lully/Campistron 1686, Bonincini/Ariosti 1702, Literes/Cañizares 1708, Händel/Gay 1720 en Haydn/Migliavacca 1763. Röhrich 1962; Thoenes 1977. |
|