Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdAeneas(Gr. aineias). Hij werd geboren uit de verhouding tussen de godin Aphrodite en Anchises, die lid was van de koninklijke familie van Troje en schapen weidde op de Ida. Anchises mocht niets over de geboorte van het kind zeggen uit vrees voor represaillemaatregelen van Zeus, die hem volgens sommige auteurs later inderdaad doodde, volgens andere blind maakte met zijn bliksem. Door de nimfen grootgebracht in de bergen werd Aeneas op zijn vijfde jaar door zijn vader in Troje gebracht, waar hij opgroeide tot een der beste krijgers. Bij het uitbreken van de Grieks-Trojaanse oorlog voert Aeneas het bevel over de tot het gebied van Troje behorende stad Dardanos. Deze stad bezwijkt onder de aanvallen van Achilleus, evenals later Lyrnessos, waarheen Aeneas de wijk genomen heeft. Hij neemt dan zijn intrek in Troje, en woont er met zijn vrouw Creusa (Gr. Kreousa, een dochter van Priamos) en zijn zoontje Ascanius (Gr. Askanios). Hij plaatst zich onder het opperbevel van Hektor, als zoon van Priamos behorend tot de regerende tak van het koningshuis van Troje. In de Ilias is hij na Hektor de belangrijkste strijder aan Trojaanse zijde, die voor vrijwel geen Griek onderdoet. In Homeros' relaas wordt hij gevangengenomen door de Grieken en als slaaf weggegeven aan Neoptolemos. Bekender is de door Vergilius beschreven levensloop. Verwond door Diomedes wordt hij in bescherming genomen door Aphrodite en daarna, wanneer ook de godin getroffen wordt door Diomedes, door Apollo. Tegen Achilleus zou hij het onderspit hebben gedolven, ware hij niet door Poseidon in een mist gehuld en weggevoerd van het slagveld. Poseidon doet bij die gelegenheid de voorspelling dat Aeneas ertoe is voorbestemd het geslacht van Dardanos voor uitroeiing te behoeden en ooit koning van de Trojanen te worden. | |
[pagina 21]
| |
Andere Griekse schrijvers berichten over de laatste fase van de oorlog. Aeneas treedt na de dood van Hektor op de voorgrond als de belangrijkste verdediger van de stad en vlucht na de val van Troje met een aantal getrouwen weg uit de brandende stad om in een naburig gebergte een kolonie te stichten en aldus de voorspelling omtrent zijn lotsbestemming in vervulling te doen gaan. Vergilius, die Aeneas als voorvader van de stichters van Rome en van het geslacht van Augustus, zijn opdrachtgever, bezingt, bewerkt in zijn Aeneis een aantal van deze elementen en beschrijft de avontuurlijke zwerftocht met als einddoel Italië. Tijdens deze reis wordt Aeneas voortdurend dwarsgezeten door Hera met haar onverzoenlijke haat jegens alle Trojanen, geniet hij evenwel steun van Poseidon en vooral van Aphrodite. De Romeinse dichter beschrijft Aeneas als een edel, deugdzaam en gedecideerd man, zich zeer bewust van de zware verantwoordelijkheid die op zijn schouders rust. Aeneas voorvoelt onheil als de Trojanen in weerwil van waarschuwingen van onder meer »Laokoön en »Kassandra het houten paard binnen de muren van Troje brengen. In de volgende nacht wordt hij in een droom bezocht door Hektor, die hem maant zich in veiligheid te stellen. Terwijl de Grieken nog die nacht de slachting onder de Trojanen beginnen, vlucht Aeneas. Hij neemt zijn oude vader Anchises, aanvankelijk onwillig om de stad te verlaten, op zijn rug en zijn zoontje Ascanius bij de hand. Zijn vrouw Creusa verliest hij echter. Hij neemt de wijk naar een plaats aan de voet van de berg Ida om er schepen te bouwen en begint daarna met zijn getrouwen aan de lange reis die hem zal voeren naar de plaats van bestemming, een plaats die hij dan nog niet kent. Eerst gaan ze aan land in Thracië, maar ze vertrekken weer als dit gebied vervloekt blijkt vanwege een eerdere daar door koning Polymestor gepleegde moord op een zoon van Priamos, Polydoros (»Hekabe). Ze belanden op Delos, vragen het orakel van Apollo naar hun bestemming en verstaan de orakelspreuk, waarin wordt gezegd dat ze hun ‘oermoeder’ moeten zoeken, als een verwijzing naar Kreta. Op Kreta mislukken echter al hun oogsten, zodat er twijfel rijst over de vraag of dit wel hun einddoel is. In een droom wordt Aeneas uitgelegd dat hun bestemming niet Kreta maar Italië is. Ze varen langs Griekenland, doorstaan een conflict met de Harpijen en belanden in Buthrotum, in het noordwesten van Griekenland. Het koningspaar aldaar blijken »Andromache, de weduwe van Hektor, en de over profetische gaven beschikkende zoon van Priamos, Helenos. Deze bevestigt de lotsbestemming van Aeneas en geeft hem aanwijzingen hoe Italië te bereiken. Ze zeilen langs de oostkust van Sicilië, waar ze worden bedreigd door Polyphemos en andere Kyklopen, en ze nemen een overlevende van de groep van »Odysseus aan boord. Wanneer ze elders op Sicilië aan land gaan, sterft de oude Anchises. Na de voortzetting van de tocht beginnen de winden op instigatie van de vijandige Hera een aanval op de vloot. Poseidon komt tijdig tussenbeide en voorkomt een ramp, zodat ze met beperkt verlies stranden op de kust van Afrika, bij Carthago, dat juist dan wordt gebouwd door »Dido. Tussen de koningin en Aeneas ontwikkelt zich een liefdesverhouding, die een tragisch einde kent als Aeneas bij monde van Hermes scherp op zijn plicht wordt gewezen en verder vaart richting Italië. Op de westkust van Italië gaan ze aan land in Cumae, om de daar gevestigde priesteres van Apollo, de Sibylle van Cumae, te raadplegen over de toegang tot het dodenrijk, waarin Aeneas wil afdalen om de schim van zijn vader Anchises te ontmoeten en raad te vragen. Anchises bevestigt dat het Aeneas' bestemming is in Italië de grondslag te leggen voor een dynastie en een rijk, en schetst de grootse toekomst die dat rijk te wachten staat. Dan arriveert Aeneas aan de monding van de Tiber en herkent aan tekenen deze plaats als het voor hem bestemde oord. | |
[pagina 22]
| |
Het gebied behoort tot het koninkrijk van de Latijnen onder Latinus. De koning heeft een enig kind, Lavinia, naar wier hand wordt gedongen door vele pretendenten, onder wie de koning van de naburige stam der Rutilii, Turnus. Latinus heeft echter van een orakel te horen gekregen dat Lavinia is voorbestemd te trouwen met een vreemdeling van hoge afkomst, en hij herkent in Aeneas deze vreemdeling. Hera zet nu met een reeks machinaties niet alleen Turnus maar ook de Latijnen op tegen Aeneas, die de Tiber opvaart en zijn heil zoekt bij Euandros, een Griek die ooit als gast van Anchises is ontvangen te Troje en nu koning is van het gebied waar het latere Rome zal verrijzen. Aeneas moet zich voor de strijd tegen Turnus en diens Rutilii wapenen en het is zijn moeder Aphrodite die zich naar de werkplaats van haar echtgenoot Hephaistos begeeft en van hem wapens vraagt en krijgt voor Aeneas. Vergilius sluit af met een relaas van de krijgshandelingen tussen de Trojanen en de Rutilii. Uiteindelijk doodt Aeneas Turnus in een tweegevecht. Andere Romeinse auteurs hebben beschreven hoe het tot een huwelijk komt tussen Aeneas en Lavinia, hoe Ascanius (ook wel Iulus genaamd) Alba Longa sticht en hoe hun afstammelingen Romulus en Remus Rome stichten. Ovidius tenslotte beschrijft aan het einde van de Metamorfosen, evenals de Aeneis in opdracht van keizer Augustus geschreven, de vergoddelijking, de ‘apotheose’ van Aeneas, die door zijn moeder Aphrodite naar het gezelschap van de goden wordt gebracht.
Het epische gedicht van Vergilius is bedoeld om een directe lijn vast te stellen tussen de oude Trojanen en het Romeinse volk, en meer in het bijzonder om via de genealogie Zeus, Aphrodite, Aeneas en Ascanius/Iulus aan de Iulii, het heersende geslacht, als het ware goddelijke adelsbrieven te verschaffen. Aeneas torent boven alle anderen uit in zijn pietas (eerbied voor de goden en plichtsbesef). Deze Aeneis maakte grote opgang en ging het beeld omtrent de voorgeschiedenis van Rome domineren. Dit duidelijk door de politiek bepaalde accent is nog niet aanwezig bij de belangrijke voorgangers uit de 3e eeuw v.C., Livius Andronicus in diens bewerking van de Odyssee en Ennius in diens Annalen. Enigszins vinden we de gedachte wel bij Vergilius' tijdgenoot Lucretius in diens De rerum natura. Vergilius blijft in de middeleeuwen bepalend voor het beeld van de nobele Aeneas. De Aeneis wordt niet alleen gezien als een authentiek historisch verhaal maar ook als een allegorie van de levensgang van een deugdzaam mens naar God: een allegorische traditie die al in de 5e eeuw te lezen is in de commentaren van bijv. Fulgentius, die in de 15e eeuw terugkeert in de neoplatoonse interpretatie van bijv. Landino en die doorloopt tot in de 18e eeuw. Daarnaast is er de traditie waarin Aeneas te boek staat als de volmaakte, hoofse ridder: zo in de anonieme Roman d'Enéas uit de 12e eeuw en in de mede daarop gebaseerde Eneide van Hendrik van Veldeke, voltooid vóór 1190. In een andere traditie wordt Aeneas minder gunstig afgeschilderd, bijvoorbeeld bij Guido delle Colonne *1287 en in Lydgate's Troy Root 1412-20. Deze auteurs volgen de Griekse Dares en Diktys, bekend dankzij Latijnse vertalingen, die in hun pseudo-ooggetuigenverslagen van de val van Troje Aeneas opvoeren als een verrader van de Trojaanse zaak. Ook schreef men kritisch over Aeneas' houding in de liefdesaffaire met Dido, die op verraderlijke wijze in de steek werd gelaten. Dit geldt voor bijv. Boccaccio in De mulieribus claris ca. 1370 en Chaucer (The Legend of Good Women, ca. 1386). Vanaf de 16e eeuw is hij echter overwegend een held zonder schaduwzijden, vooral in de Elizabethaanse literatuur, bijv. in Shakespeare's Troilus and Cressida 1602. In de theatergeschiedenis is hij, afgezien van zijn rol ten opzichte van Dido, in slechts een beperkt aantal gevallen hoofdpersoon: een toneelstuk van Neuye 1667; opera's, meestal | |
[pagina 23]
| |
Aeneas draagt zijn vader Anchises op zijn schouder en voert zijn zoon Ascanius aan de hand op hun vlucht uit Troje. Kalkstenen kopie van de beeldengroep op het Forum Augustum te Rome, 2e eeuw n.C., 88 cm hoog. Rheinisches Landesmuseum, Bonn.
| |
[pagina 24]
| |
over de lotgevallen van Aeneas op Italiaanse bodem, van o.a. Draghi/Minato 1678 en Jommelli/Verazi 1755. La prise de Troie beslaat de twee eerste aktes van Berlioz' Les Troyens, gecomponeerd tussen 1856 en 1858 maar eerst in 1890 opgevoerd. In de Attische vazenkunst (eind 6e/5e eeuw v.C.) treedt Aeneas op in verschillende Trojaanse episoden. Dan reeds verschijnt het later uitermate populaire thema van het wegdragen van Anchises uit het brandende Troje. Dido is in de Romeinse tijd wel afgebeeld, maar de rijkspropaganda geeft met name de Italische wederwaardigheden weer. Een reliëf op de Ara Pacis te Rome, in opdracht van Augustus tussen 12 en 9 v.C. gebouwd, toont Aeneas terwijl hij aan de Penaten, de ‘huisgoden’ van de Romeinen, een offer brengt; hij is op die wijze toonbeeld van de Romeinse deugdzaamheid. Op het Forum van Augustus werd een beeld van de held met zijn zoon geplaatst, dat het volk op aanschouwelijke wijze de goddelijke afstamming van Augustus en zijn familie duidelijk moest maken. Vermoedelijk zijn die groep en andere elementen van de iconografische propaganda in andere steden om dezelfde reden voorgesteld, bijvoorbeeld op de fora van Pompeii en Mérida (Spanje). Een van de oudste geïllustreerde handschriften is een Aeneis in het Vaticaan (5e eeuw), waarin plaatjes met bonte kleuren de belangrijkste passages verluchten. Aan de populariteit in de beeldende kunst van de nieuwe tijd van het motief van Aeneas met Anchises op zijn schouders, wellicht symbool van ouderliefde, zal hebben bijgedragen, dat Rafaël het motief invoegde in zijn schildering van de brand van de Borgo 1514-17 in de Stanza dell'Incendio in het Vaticaan. Het motief is in de beeldhouwkunst te vinden bij onder meer Bernini 1618-19 en Girardon ca. 1670; in de schilderkunst ten zuiden van de Alpen bij onder meer Genga 1509-10 (fresco in het Palazzo Petrucci te Siena), Beccafumi ca. 1530 (fresco in het Palazzo Bindi Sergardi te Siena), Barocci ca. 1589 en Giordano ca. 1680-83, in die ten noorden van de Alpen in een stuk uit de omgeving van Van Scorel ca. 1523 (Centraal Museum Utrecht) en voorts bij Elsheimer ca. 1600, Van Valckenborch 1607 en Lairesse 1684 (Lairessezaal Binnenhof Den Haag). Jan Brueghel de Oudere schilderde in twee pendanten ca. 1595 de wegvoering tegen de achtergrond van het brandende Troje en het wegtrekken van Lot en de zijnen uit het brandende Sodom. Genoemde Valckenborch schilderde in 1603 de schipbreuk voor de kust van Sicilië, bedoeld als allegorie van het leven. De schipbreuk is ook afgebeeld door Rubens ca. 1605 en Joos de Momper eveneens begin 17e eeuw. De landing in Latium is door Lorrain 1675 in een groot landschap geplaatst. Ook wordt nogal eens uitgebeeld hoe Aphrodite aan Hephaistos vraagt om voor Aeneas wapens te smeden of hoe zij haar zoon deze door Hephaistos gesmede wapens ter beschikking stelt: onder meer Van Dyck 1630-32, Poussin 1635, Pierson 1661 en Lairesse 1668 (Museum Mayer van den Bergh te Antwerpen). De vergoddelijking van Aeneas, zinnebeeld van de beloning van de deugdzaamheid, is te vinden in het werk van onder meer Jordaens ca. 1617, Le Brun ca. 1642 en G.B. Tiepolo 1762-66 (fresco in het Koninklijk Paleis te Madrid). Voor de Admiraliteit van Amsterdam schilderde F. Bol 1661-63 hoe Aeneas na een ‘regatta’ prijzen uitreikt (nu Rijksmuseum Amsterdam). Voor schilderingen waarin het verhaal van Dido en Aeneas centraal staat, wordt verwezen naar »Dido. Cycli waarin (ook) andere elementen uit het Aeneas-verhaal, veelal culminerend in de apotheose, worden uitgebeeld, zijn er van onder meer Dossi 1523-30, Niccolò dell'Abbate ca. 1540 voor het kasteel te Scandiano (overgebracht naar Modena), van de gebroeders Carracci 1584-86 in het Palazzo Fava te Bologna, van Pietro da Cortona 1651-54 in het Palazzo Doria-Pamphilj te Rome, van Antoine Coypel 1716-17 voor het Palais Royal te Parijs (nu verspreid), van | |
[pagina 25]
| |
Giaquinto 1735-39 voor het koninklijk paleis te Turijn (nu in het Quirinaal te Rome) en G.B. Tiepolo 1757 in de Villa Valmarana bij Vicenza. H. Bardon 1950; Boschloo 1982; De Jong 1987; K.-D. Koch 1990; Meyboom 1982; Moret 1975; Perret 1942; Scherer 1963; Sluijter 1982; Vossen 1961; Zanker 1968. |
|