Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1995)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdAdonis,zoon van Theias en diens dochter Myrrha. De Kyprische of Kleinaziatische koning Theias (of Kinyras) had gesnoefd dat zijn dochter Myrrha (of Smyrna) mooier was dan Aphrodite zelf. De godin wreekte zich door Myrrha een onweerstaanbaar verlangen naar haar vader in te geven. Onder bescherming van de duisternis sliep Myrrha twaalf nachten achtereen met haar vader. Toen de vader dit ontdekte, achtervolgde hij zijn dochter teneinde haar om te brengen. Ze riep de hulp in van de goden, die haar in een mirreboom veranderden. Na negen maanden barstte de schors en kwam Adonis ter wereld. Aphrodite, getroffen door de schoonheid van het kind, ontfermde zich erover en vertrouwde het tijdelijk toe aan de godin van de onderwereld, Persephone. Maar Persephone, op haar beurt gegrepen door de schoonheid van Adonis, weigerde hem later weer af te staan aan Aphrodite. Zeus of Kalliope en Orpheus moesten arbitreren en beslisten dat Adonis eenderde van het jaar zou verblijven bij Aphrodite, eenderde bij Persephone, en eenderde op zichzelf zou staan. Aphrodite kon echter Adonis ertoe verleiden tweederde van het jaar bij haar te verblijven, dit tot ontstemming van Persephone. Later verloor Aphrodite haar geliefde tijdens de jacht op een everzwijn. Deze mythe heeft in de literatuur - Hesio-De geboorte van Adonis, 16e eeuw, majolicaschaal uit Urbino, bedoeld als geschenk aan een kraamvrouw. Musée du Petit Palais, Parijs. Myrrha is nog maar ten dele in een boom veranderd.
| |
[pagina 18]
| |
Aphrodite beweent de door een wild zwijn gedode Adonis. Miniatuur in een handschrift van de Ovide Moralisé, ca. 1315-25. Bibliothèque Municipale, Rouen (Ms. iv 1044).
| |
[pagina 19]
| |
dos, Sappho, Theokritos, Hyginus, Apollodoros en Ovidius - veel variaties en uitbreidingen ondergaan, met name inzake de doodsoorzaak. De dood van Adonis zou veroorzaakt zijn door de woedende Persephone. Het kan ook Ares zijn geweest, de jaloerse minnaar van Aphrodite, die Adonis zou hebben gedood en daartoe de gestalte van een everzwijn zou hebben aangenomen. Volgens anderen was het een wraakactie van Artemis - een verklaring wordt niet gegeven - dan wel van Apollo. Deze laatste zou zich aldus hebben willen wreken op Aphrodite die zijn zoon Erymanthos met blindheid had geslagen omdat deze zijn blik had laten rusten op de badende godin. Over het lot van Adonis na zijn overlijden gaat nog het verhaal dat hij van Persephone gedaan kreeg dat hij telkenjare een half jaar in de onderwereld zou verblijven en een half jaar bij Aphrodite. Als teken van haar rouw liet Aphrodite uit het bloed van Adonis rode bloemen spruiten. Adonis gold in de antieke cultuur als symbool van de lente, waarin de vegetatie tot snelle bloei geraakt om in de zomerhitte te sterven.
De meest uitvoerige vertelling van de geschiedenis van Adonis geeft Ovidius. De dichter voegt er de inventie aan toe dat de passie van Aphrodite voor Adonis te wijten was aan het feit dat zij geschramd was door een pijltje van haar zoontje »Eros. De Griekse dichter Bion van Smyrna (ca. 100 v.C.) beschrijft in Grafschrift op Adonis, een voor declamatie bestemde klaagzang, hoe de godin naar de stervende Adonis ijlt en jammert bij het lijk in aanwezigheid van enige Eroten. Dit gedicht vol oriëntaalse invloeden (met name de symboliek van het sterven in de natuur) vindt navolging in de Romeinse literatuur (onder meer Ovidius) en in de renaissance. Ook zijn er gedichten van Sappho en Theokritos. Vanaf de 5e eeuw v.C. treffen we op Griekse vazen Adonis aan in gezelschap van Aphrodite. Vanaf de 4e eeuw v.C. wordt het Zeus-oordeel in beeld gebracht, vooral op Zuiditalische vazen en op Etruskische spiegels. In de Romeinse kunst komen de scènes van de dodelijke verwonding van Adonis door een everzwijn en de bewening door Aphrodite vaak voor op wandschilderingen in Pompeii en op sarkofagen. De geboorte van Adonis uit de mirreboom wordt in de latere tijd incidenteel uitgebeeld in de schilderkunst vanaf ca. 1500: bijv. Luini ca. 1510 en een schilder uit de school van Giorgone, eveneens begin 16e eeuw. Regelmatig komt het voor op Italiaanse geboorteschalen uit de 15e en 16e eeuw. Voor de schram met het fatale pijltje zie Eros. De dood van Adonis en de bewening door Aphrodite naar Bion zijn geschilderd door onder meer Sebastiano del Piombo ca. 1512, Rosso Fiorentino tussen 1534 en 1537 in Fontainebleau, Frans Floris ca. 1550 (Mauritshuis Den Haag), Rubens ca. 1601 en ca. 1614, Poussin ca. 1627-30, Ribera 1637 en Holsteyn ca. 1640-50 (Frans Halsmuseum Haarlem). Verscheidene schilders stellen het tweetal voor als minnekozend paar, waarbij de dood van Adonis soms op de achtergrond te zien is: bijvoorbeeld Titiaan 1533, Paolo Veronese driemaal ca. 1580, Heintz ca. 1600, Cornelis van Haarlem achtmaal tussen 1600 en 1630, Goltzius 1614, Backer ca. 1645-50, F. Bol viermaal o.a. ca. 1658 en Dujardin ca. 1670 (Galerij Willem v, Buitenhof Den Haag). In een fresco van Giulio Romano 1528 in het Palazzo del Te te Mantua drijft Ares het paar uiteen. Titiaan beeldt in 1554 uit hoe Adonis op jacht wil gaan en zich moet losmaken van een weerstrevende Aphrodite. Deze inventie is mogelijk een vrije uitwerking van de waarschuwende woorden die, naar Ovidius meedeelt, Aphrodite tot Adonis richt als deze op jacht wil gaan. Dit schilderij staat aan het begin van een lange reeks, van Veronese ca. 1560 en Annibale Carracci ca. 1588-89 tot Prud'hon 1810. In de Lage Landen - waar het verhaal meestal wordt gehanteerd als waarschuwing tegen de jeugdige vermetelheid | |
[pagina 20]
| |
waarvan Adonis hier het slachtoffer wordt - zijn er schilderijen van Spranger ca. 1607-11 (Rijksmuseum Amsterdam), Rubens ca. 1610 en ca. 1635, Moreelse 1614, A. Bloemaert 1632, Honthorst 1641 en F. Bol onder meer ca. 1658 (Rijksmuseum Amsterdam). In de beeldhouwkunst is het thema van de stervende Adonis toegepast door onder meer Thorwaldsen 1832 en Rodin 1893. Dezelfde Rodin vervaardigde in 1892 een beeld van Aphrodite en Adonis, daarin voorgegaan door onder meer Canova 1794. De vertelling van Ovidius is in later tijd niet alleen uitgangspunt voor de beeldende kunst maar ook voor de literatuur. Jean de Meun doet in zijn Roman de la rose (tweede helft 13e eeuw) verslag van de vergeefse waarschuwing aan en het overlijden van Adonis. De jongeman is een veel voorkomende gestalte in de dichtkunst van de renaissance en de barok: o.m. een pastoraal epos van Marino 1623, een galant gedicht van La Fontaine 1669 en het lange gedicht Venus and Adonis van Shakespeare 1593 (Adonis als kuise en voor de liefde nog niet rijpe jongeling, naar wiens gunsten vergeefs wordt gedongen door een verliefde vrouw). Alfieri schreef een tragedie Mirra over de incest van Adonis' moeder. Het verhaal is ook onderwerp van een aantal opera's in de 17e eeuw: Peri/Cicognini 1620, Monteverdi/Vendramin 1639 en een van de eerste Engelse opera's, een ‘masque’ van John Blow 1684. Couperus schreef enkele verhalen over Adonis 1904, 1906, 1911. Atallah 1966; Bremmer 1987; Chenault 1971; Sluijter 1986. |
|