De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 220]
| |
CCCCLXXXVIII. Hoe de jeneverstokerijen zijn ontstaanaant.Te allen tijde - en dat is geweten - is de jenever de drank van de duivels geweest. En of ze er op verlekkerd zijn! Telkens als er een nieuwe gast in de hel aanlandt, gaat de jeneverflesch rond. En de duivels zijn dan van een onbarmhartige wreedheid. Lucifer weet wel wat hij doet. Eens waren de menschen zóó braaf geworden op de wereld, dat er bijna geen hellegasten meer naar Lucifer werden gezonden. - Dat kan niet blijven duren, zei de duivelmeester toen. Ik moet er wat op vinden. Lucifer stuurde daarop zijn sluwste duivels naar de wereld, om den mensch te leeren jenever stoken. Zij kweten zich op een vloek van hun plicht en dat alles klaar gekomen en zijn list gelukt was, ondervond Lucifer aldra. De menschen, door 't danig jenever drinken, begonnen te leven als beesten en al hun driften bot te vieren. Sindsdien gaat er in de hel geen dag voorbij, of 't is er een gejubel van alle duivels, om de vele in doodzonde gestorven zielen, die er aangebracht worden. |
|