De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 165]
| |
CCCCXXXIV. Waarom de acacia dorens heeft, het riet in 't water groeit en de berk verdoemd is (Acacia)aant.Wanneer de Joden Jezus gingen geeselen en daartoe geeseltakken zochten, begaven zij zich naar den acacia. Deze boom begreep terstond wat de Joden van zins waren en wenschte dat zijn takken en twijgen met dorens zouden begroeien. Zulks gebeurde op denzelfden stond. De Joden schramden zich aan die dorens en gingen verder zoeken. - Wij zullen riet nemen, zegden zij toen. En het riet, dat zulks hoorde, wenschte ver in 't water te staan, zoo ver dat de Joden er niet aan konden. En zulks geschiedde weer op denzelfden stond. Toen gingen de Joden tot den berk. De berk zag ze aankomen en zei: - 't Is gelijk waarvoor ze mijn hout gebruiken... geeselhout of bezemhout... bezemhout of geeselhout... |
|