De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 136]
| |
CCCCXI. Hoe de vliegende dieren het koningsken vogelvrij verklaardenaant.Eens toen de vogels een koning wilden hebben besloot men eensgezind om ter hoogst te vliegen. En 't koningsken, dat 't hoogst vloog, werd van bedrog beschuldigd. Men beweerde namelijk dat het zich in den staart van den arend had weggeborgen en, toen deze aanstalten maakte om terug naar de aarde te keeren, uit zijn staart was gekropen om nog enkele meters hooger te vliegen. Het vogelvolk werd toen bijeengeroepen op een groote vergadering. De ekster en de specht hadden er het groote woord. Zij beschuldigden het arme vogeltje van wel honderd misdaden. Het gevolg daarvan was dat het koningsken uit het midden van de vliegende dieren werd gebannen. 't Werd vogelvrij verklaard, wat beduiden wil dat iedereen, die het op zijn wegen ontmoeten mocht, het vrij zou mogen dooden. En de overgroote meerderheid der vogels en vliegende dieren juichten toe. Sindsdien is 't gewoonte geworden ook de ontvluchte moordenaars en dieven vogelvrij te verklaren. |
|