De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 87]
| |
CCCLXXII. Waarom de hoenders niet ver kunnen vliegenaant.Wanneer God de vogels en al 't ander vliegend gedierte geschapen had, bepaalde hij den dag waarop zij zouden mogen heenvliegen, om zich over de wereld te verspreiden. En met strenge straffen bedreigde hij al wie vroeger zou wegtrekken. Maar het hoen luisterde niet. Daags te voren was 't reeds weg. Ons Heer deed het terughalen en verbolgen sprak hij: - Tot uw straf zult gij voortaan geen tien meter ver meer kunnen vliegen. En bovendien zult gij de slaaf van den mensch blijven. |
|