De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 86]
| |
CCCLXXI. Waarom de duiven roeke-de-koeenaant.Toen Noë dagen en dagen met al zijn volk in de ark had rondgezwalpt, dacht hij, op een schoonen morgen, dat de aarde nu al wel zou droogliggen. En wat deed hij? Hij nam een duif en liet ze vliegen, om na te gaan hoe het op de aarde gesteld was. Wanneer zij terugkeerde, vroeg Noë wat zij zooal gezien had. - Rotte koe, rotte koe, antwoordde de duif. En Noë begreep dat het water reeds danig gezakt was en dat de aarde hier en daar begon zichtbaar te worden, zoodat men de lijken van de koeien op de velden met het bloote oog kon ontwaren. En wat de duif toen zei, is zij sindsdien blijven roepen. |
|