De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 71]
| |
CCCLVII. Waarom de zwaan maar eenmaal zingtaant.Toen God al wat leeft geschapen had, zong de zwaan zoo schoon als de nachtegaal. Maar waar de nachtegaal zong en nog altijd zingt tot lof van den Heer, wilde de zwaan zulks niet doen. Wat men ook deed, hoe men ook bad en smeekte, hij weigerde halsstarrig. Zulks ontstemde den Heer en hij besloot den zwaan te straffen. - Uw stem zult gij mogen behouden, zei hij tot den zwaan, maar gij zult maar eenmaal zingen in uw leven, slechts één keer, - onthoud het wel - wanneer gij sterven gaat. |
|