De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 69]
| |
CCCLV. Waarom de nachtegaal zoo schoon zingtaant.Als God de kleuren aan de vogels had uitgedeeld waren er slechts weinige die tevreden bleken te zijn. De schoonst-getooiden waren nog niet schoon genoeg en de minder goed-bedeelden morden volop. Een der minst-bedeelden van al, de nachtegaal, morde niet en bleek tevreden met zijn lot. Dat behaagde den Schepper bovenmate. - Aan u, nachtegaal, zei hij, zal ik een stem geven, zoo schoon, dat gij uit eigen genoegen, dag en nacht zult zingen; en de menschen, waar zij u hooren, zullen op uwen zang blijven luisteren en uur en tijd er bij vergeten. |
|