De Vlaamsche vertelselschat. Deel 2
(1927)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 250]
| |
CLXXI. De koe die likkebaarddeaant.Onder de hoogzaal van de kerk te Ruysbroeck schoot het gras weelderig op. Men wist er geen raad mee en allerlei voorstellen werden gedaan. Het gras uittrekken was onmogelijk en het af maaien ging ook niet. De koster had, ten slotte, een gedachte die aangenomen werd. Men haalde er een koe bij, deed haar een zeel om den hals en hijschte haar op. - Die zal 't wel afgrazen, besloot de koster, toen het beest naar boven werd getrokken. En toen schielijk werd de koe half versmacht; zij spartelde met de achterpooten en de tong viel haar uit den muil. - Zie, wedervoer de koster, ze likkebaardt al! |
|