Het nut der tegenspoeden, brieven en andere gedichten(1762)–Lucretia Wilhelmina van Merken– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] Ter verjaaring van mynen waarden vader Jacob van Merken. Slagtmaand, ryk in guure dagen, Die, in 't winterkleed getooid, Weigert jeugdig loof te draagen, En die in uw barre vlaagen Rym en sneeuw voor roozen strooit! Wacht u thans het feest te stooren, Dat ons huis met blydschap viert: Laat myn zang uw oor bekooren; Daar gy nooit den zang kunt hooren Van 't snelvliegend pluimgediert. [pagina 252] [p. 252] 't Lust myn' geest in vreugd te weijen; 't Lust my bly ten rei te gaan; Moeder zelf zal ons geleijen: Daar wy Vaders heil verbreijen, Heft haar kunst den voorzang aan. Zy verheft hem door haar zangen, Wien haar ziel zo teêr bemint; Doet zyn deugd haar' lof ontfangen, En betuigt haar zielsverlangen Naar het heil van haaren Vrind: Van haar' Vrind, haar welbehaagen, Die haar al zyn liefde wyd; Haar 't geluk acht zyner dagen, En 't gezin blyft onderschraagen, Door zyne onvermoeide vlyt. 't Huis weêrgalmt van feestgebaaren; 't Smeekt Gods zegen naar beneên, Op de klank van stem en snaaren; 't Mengt op dankbre hartältaaren Wierookgeuren met gebeên. [pagina 253] [p. 253] 't Juicht tot lof van 't Alvermogen, Dat ons thans met gunst ontmoet; Dat, door ons gebed bewoogen, Vaders Jaarzon voor onze oogen Thans zo bly verschynen doet. Bron van alle zegeningen, Zonder uitëinde of begin! Laat, waar we u ter eere zingen, Steeds die gunst zyn hoofd omringen; Zegen hem jaar uit jaar in! Is't, ô God! uw welbehaagen, Kan 't in uw genaê geschiên, Doe zyn Jaarzon, vry van plaagen, Menigwerf zo glansryk daagen: Mogt ze spaê haar' avond zien! Doe haar, als zy moê van praalen Aan den breeden levenstrans, By het graf zal nederdaalen; Aan de onmeetbre hemelzaalen Ryzen met een' schooner glans! mdccli. Vorige Volgende