Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47
aant.2Carl Heinrich had 's middags in den trein naar Berlijn een vrouw ontmoet, die hem in 3 een stormende verrukking had gebracht. Zij was krachtig maar zeer slank gebouwd, 4 vooral haar beenen waren soepel en sterk en de glans van haar helblond haar, de totale 5 expressie van haar gezicht, deed hem denken aan watervallen en bergen, aan het koele 6 doorschijnende glanzen van herfstavonden boven een meer, aan zonlicht op sneeuw. 7 IJsvogel, noemde hij haar bij zichzelf. Hij hoorde aan haar accent, toen zij hem vuur 8 vroeg voor haar cigaret, dat zij, evenals hij, uit Hamburg afkomstig moest zijn, of 9 misschien uk Lübeck, misschien zelfs wel uit het oude doode Stralsund. De zee had 10 haar jeugd bespoeld, zij had al als kind aan de haven gestaan en weggestaard naar de 11 vlucht van de meeuwen; zij had getuurd naar de bruine en roode blokken der zeilen. 12 En vaker nog, over een leege zee naar den oneindigen horizon ... Maar eerder of 13 liever nog dan noordduitsch dacht hij en noemde hij haar in zijn gedachten zweedsch, 14 hoewel hij dat land zelf niet kende, maar hij verbond aan dat woord sensaties van 15 een wijd en herfstelijk water zilver van zonlicht, onder een vroolijken wind. Ja, zeilen 16 zou hij met haar! - maar toen hij haar stem had gehoord, - een donker-gesluierde, 17 cello-achtige stem, die wonderlijk contrasteerde met het lichtende van haar gezicht en 18 het al te helle dat zij anders zou hebben gehad, prachtig getemperd hield, wist hij, dat 19 zij niet alleen uit licht was gesneden maar ook met schaduw doorweven. Hij zou niet 20 alleen met haar zeilen over blinkende meren in den herfstwind, maar zij zouden ook 21 's nachts na een sledevaart door een vliegenden sneeuwstorm vertrouwelijk bij elkaar 22 zitten in een harsige blokhut; en bij het smeulende houtvuur zouden zij langzaam 23 ontdooiend, elkander haast zonder schroom de duistere gevoelens toevertrouwen, die 24 men zelfs zichzelf vrijwel altijd verzwijgt. - | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1De trein slingerde door een wissel, de schok sloeg de blokhut uiteen. Nog even zag 2 hij, de oogen sluitend om het beeld te bewaren, tegen den zwarten achtergrond van 3 zijn schedel, het vermoeide gezicht van Vera uit de vlammen van het houtvuur zwe-4ven, waarboven het plotseling als boven een brandstapel uitsteeg en hem aanzien met 5 een sprakeloos en oneindig erbarmen. Toen viel het hoofd - met de angstige oogen - 6 verkoold van den romp en hij staarde met nu plotseling wijd-open oogen, in het sterke, 7 fiere gezicht tegenover hem, dat de verwilderde pijlen van zijn ontzetting en zijn 8 begeerte in kalme afwachting opving met open vizier. 9Toen de trein stopte, zeide zij rustig - alsof het een dagelijks weerkeerende afscheids- 10 groet was -: ‘Tot morgen, ik haal je af van dézen trein.’ 11Hauser antwoordde niet, slaapwandelend liep hij het station uit en sloeg een straat in, 12 die hij niet kende. Hij at ergens in een klein restaurant, dwaalde dien avond door 13 straten en kroegen waar hij nooit eerder geweest was en nam tegen middernacht een 14 kamer in een vreemd hotel. Eén stem had zijn betooverden droom als een haast regel-15matig-stootend alarmsein doorhamerd: niet naar Vera vanavond, niet naar Vera! - 16 Waarom wist hij niet, maar hij had blind gehoorzaamd. Eénmaal dacht hij haar voorbij 17 te zien flitsen in een jagende auto, éénmaal dreigde hij, magisch getrokken, een tele-18fooncel binnen te gaan, maar hij verhardde zich nog. Toen hij insliep, zeide een donker-19gesluierde stem aan zijn oor: ‘Tot morgen’.
20 h. marsman 21 (Wordt vervolgd) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|