| |
| |
| |
A. Afwijkingen in de eerste publikatie ten opzichte van het
handschrift
(tekst eerste publikatie in De Vrije Bladen [ tekst
handschrift)
blz. 28
1-2 VERA en I [ titelblad Vera H. Marsman
nieuw blad I. 1 (nieuw blad) In de marge bovenaan staat:
Voor Rientje 3 zijn nog [ zijn haast nog 6 dood. Hoe [
dood. - Hoe 8-9 Tussen heen had en Tegen den
avond staan in het handschrift de volgende, niet doorgestreepte,
regels: [Nieuwe alinea] Hoe lang ben ik nu onderweg?
hoe lang dendert de trein nu met mij door den nacht? Hoeveel stations doorreden
wij al, hoeveel rivieren en wegen, hoeveel kanalen? Hoe ver ben ik nu van het
klooster? ... [Nieuwe alinea] 9 genomen, ernstig [ genomen;
ernstig 17 één [ een 18 tusschenpoozen, kaarten [ tusschenpoozen kaarten 20
voornam om morgen [ voornam nog morgen 23 waar hij zelf [ waar zelf 24
verderging [ verder ging
blz. 30
4 zeggen, dacht hij, dat [ zeggen - dacht hij - dat 5 leek en misschien [ leek,
en misschien 6 dochters [ dochter 7 doorzien en [ doorzien, en 9 sinds kort, en
[ sinds kort; en 9 vreemd was maar [ vreemd was, maar 10-11 te worden? Was zij [
te worden? was zij 12 na een van [ na één van 21 den laatsten tijd [ den lateren
tijd 22 wind en aan [ wind, en aan 23 rusteloosheid, en [ rusteloosheid; en 23
ging ze [ ging zij
blz. 32
1 zorgen. Maar [ zorgen. - Maar 4 paarden en [ paarden, en 11-12 weer uit. Waarom
stopte hij in mijn dorp? Waarom reed hij mijn dorp niet voorbij? Waarom rijdt
hij zich niet te pletter met mij in den nacht? - [ weer uit. waarom stopte hij
in mijn dorp? waarom reed hij mijn dorp niet voorbij. waarom rijdt hij zich niet
te pletter met mij in den nacht. 13 2 [ (nieuwe pagina) 2. 16 In een ervan [ In
één ervan 18 In een der [ In één der 23 donkere gebeden [ donkre gebeden
blz. 34
2 gevecht oud [ gevecht, oud 3 hun doode lichamen op en ontbond die. [ hun doode
lichamen op, en ontbond die. - 5 loeide en [ loeide, en 6 uren lang de enkele
gebeden [ urenlang de enkle gebeden 7 die ze 's avonds [ die 's avonds 8 tezamen
[ tesamen 19 3 [ 3.
blz. 36
1 zachtparelmoer [ zacht parelmoer 2 klooster. [ klooster. - 5 op de deel [ op
den deel 15 in de schaduw [ in den schaduw 16-17 haar opstandige lichaamspracht
[ hare opstandige lichaamspracht 17 te verbergen.) [ te verbergen -). 20-21
ingetogenen en kuischen [ ingetogenen, kuischen 22 witte, geduldige kaarsen [
witte geduldige kaarsen 22-23 Haar minnaar is Christus.... [ Haar Minnaar is
Christus...
blz. 38
2 4 [ (nieuwe pagina) 4. 5-6 Tussen op de wielen en Vera slaapt zijn de volgende regels in het handschrift
doorgestreept: (- Is er iets zoo geheimzinnig en doelloos als in den
nacht stilstaan aan een onbekend station. Een zinneloos oponthoud dat een
slapend dorp wakkerschudt om een kwartier lang in rep en roer te zijn voor een
trein die die drukte, zijn wachttijd lang, letterlijk langs zich laat heen gaan
en half gelaten, half ongeduldig aanhoort. Soms ziet men er, huiverend uit het
raam hangend, plotseling een vrouw van ongemeene schoonheid; die daar misschien
al veel langer stond in haar omslagdoek, maar die men niet eerder zag; misschien
door het tè felle licht, en de te zware schaduw van de electrische booglamp; en
juist als men overweegt of men om haar hier uitstappen zal, zet de trein zich
langzaam weer in beweging, | |
| |
na een uur is men haar weer volkomen
vergeten.) [Nieuwe alinea] 6 bij haar in de coupé inkomen [
bij haar de coupé inkomen 9 den coupéwand [ de coupéwand 12 glas. [ glas. - 13 5
[ (nieuwe pagina) 5. 19 reikt zonder [ reikt, zonder
blz. 40
1 de helblonde glans [ de hel blonde glans 2 vlugge, nerveuze [ vlugge nerveuze
3-4 typistes en [ typistes, en 6 der, in vage beklemming, wachtenden [ der - in
vage beklemming - wachtenden 7 met de stofjas [ met den stofjas 8 - Waar [ -
waar 10 - Van [ - van 11 - Schneiderin.... [ Schneiderin... 15 6 [ 6. 16 meer?
Zou [ meer? zou 17 hoonen en [ hoonen, en 18 mij zelf [ mij-zelf 18 nog [ nòg 20
hij aan zijn kruis nu [ hij, aan zijn kruis, nu 20 schreit. [ schreit. - 21
maklijker [ mak'lijker 22 bureau? Wat [ bureau? wat 23 kleedij (niet [ kleedij.
(niet 24 niet, dat zij [ niet dat ze 24-25 niet? Waarom sla je niet een van hun
smoelen kapot. Is [ niet? waarom sla je niet eèn van hun smoelen kapot?! Is 25
maklijker [ mak'lijker
blz. 42
2 was?: ‘Het [ was?: ‘- het 2 bewìjzen [ bewijzen 5 door.
Wantrouw [ door. wantrouw 6 tot een lichamelijke verweer: het is angst [ tot een
lichamelijk verweer, vooral niet tot lichamelijk verweer: het is angst 9-10 wees
nooit bang en buig [ wees nooit bang; en buig 10 Alleen [ Alleén 10-11 blijven
en heerschen [ blijven, en heerschen 11 nu? In [ nu? in 13 Ik wil niet, dat [ Ik
wìl niet dat 13 dicht. [ dicht. - 15 gèld [ géld 17 verachten, maar [ verachten;
maar 18 mij nu grieft. Ik ben [ mij nu grieft, en diep grieft. Ik ben 19 blik,
die [ blik die 20 bureau.... [ bureau... 22 ik.... [ ik... 23 Wat?! Ben [ wat?!
ben 24-25 het trottoir. Waar loopt die op uit? Waar loopt dèze [ het trottoir.
waar loopt die op uit? waar loopt déze
blz. 44
1 uit? Waarom [ uit? waarom 3 meer. Maar [ meer. maar 3 alleen. Heel [ alleen.
heel 4 vroeger en [ vroeger, en 4 zòò [ zoò 5 is het. Waarom [ is het. waarom 5
hierheen? - Ik kan [ hier heen? - - ik kan 6 thuis, waarom [ thuis. waarom 6
thuis? Waar [ thuis? waar 7 7 [7. 8 op den Potsdamerplatz. [ op de
Potsdamerplatz. 10 Westen [ westen 11 uur en [ uur, en 14 moeder; naar [ moeder,
naar 15-16 wonderlijk-doodsch [ wonderlijk doodsch 16 Leipzigerstrasse [
Leipzigerstrasze 17-18 trams en bussen en limousines [ trams, en bussen, en
limousines 20-21 voor de magische streep [ voor de magischen streep 21 breed,
die [ breed - die 22 Potsdamerstrasse [ Pots-damerstrasze 24 vergleden zijn. [
vergleden zijn. -
blz. 46
1 zwenken door [ zwenken, door 2 langs den trein [ langs de trein 2 autos [
auto's 4 baan, totdat [ baan - totdat 6 caféterras [ café-terras 14 8 [ 8. 19
spiegel en [ spiegel, en 20 terzijde en [ terzijde, en 21-22 hierheen? Waarom
ging ik weg uit het dorp? En waarom [ hierheen? waarom ging ik weg uit het dorp?
en waarom
blz. 48a
1 zelf [ zélf 2 jòu [ jou 2 Vera! Dag [ Vera! dag 4 jij?!.... Maar [ jij?!...
maar 5 de vrouw, die [ de vrouw die 6 beziet: - Ik ben [ beziet: - ik ben 6
verliezen zal.... [ verliezen zal..... 7 (Wordt vervolgd) en
H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 48b
1-2 VERA en II [ (nieuw blad) II. 3 9 [ 9. (nieuw blad) 5 dreef
en [ dreef, en 10 oogen en [ oogen, en 10 hij, vaag [ hij vaag 12 wakker en [
wakker, en 12 van mij, dat [ van mij; dat 14 zijn borst en [ zijn borst, en 17
een wit-schuimend zog [ een wit schuimend zog 19 haar oogen en [ haar oogen, en
20-21 van den bodem [ | |
| |
van de bodem 21 zij nog? Waarom [ zij nog!
waarom 22 en een hemd: - Ik [ en een hemd! - Ik 22 zei ze tegen [ zeide tegen
blz. 49
1 net als hij; waarom [ net als hij. waarom 1-2 vallen en schreeuwen [ vallen, en
schreeuwen 2 niet, dat [ niet dat 2-3 vastgrijpt en langzaam [ vast grijpt, - en
langzaam 5 tegen den stroom [ tegen de stroom 8 nu met [ nu, met 9 langzaam-aan
[ langzaam aan 11 ruime, krachtige [ ruime krachtige 14 Zijn vingers omsloten [
Zijn vingers omspande omsloten 15 riemen, en hij roeide; de ruimte [ riemen; en
hij roeide, de ruimte 17 hij roeide en enkel [ hij roeide, - en enkel 19 Het
schreeuwde nog niet [ Het schreeuwde niet nog 20 soms, wanneer [ soms wanneer 22
op den bodem [ op de bodem
blz. 52
1 borst en zijn [ borst. en zijn 1 zinken.... [ zinken. 3 moeder en loom en
weldadig beneveld door [ moeder, en loom, en weldadig beneveld, door 3-4 een
lichaam, dat [ een lichaam dat 4 lust en [ lust, en 5 lang. Zijn [ lang. - zijn
5 werden onregelmatiger [ werden iets onregelmatiger 9 den steiger waaraan [ den
steiger, waaraan 10 even en keek [ even, en keek 12 10 [ (nieuwe pagina) 10. 12
De kopij van hoofdstuk 10 ontbreekt. In het handschrift zijn
ruim vier, deels met potlood beschreven, kwartobladen die een oudere,
vermoedelijk eerste, tekst van hoofdstuk 10 bevatten, doorgestreept. Deze
tekst luidt: [Regel wit] Na het maal in een
laag-gezolderd café, zaten zij rookend tegenover elkaar aan een tafel. Vera zat
tegen den wand met een donkere lambrizeering. Soms kwam er iemand, vriendelijk
groetend, het café binnen, wisselde op het buffet geleund enkele schertsende
woorden met de waardin, die zwaar en vet en duimdik geschminkt op een hooge
barkruk daar achter, vòòr de blinkende spiegels-met-flesschen zat. De mannen
verzwolgen een paar glazen bier, en slenterden langzaam den avond in.
Theo en Vera bogen hun hoofden dichter naar elkaar toe in het goedige licht der
petroleum-lamp. De rook van hun sigaretten hing in grillige wolken in het licht.
Deze tafel met het gezicht van den ander: dat was nu hun wereld. Voor de rest
was er niets. Zij spraken gedempt en doordringend. -
- Goed, dan zal ik het gaan vertellen. Maar het wordt lang, en verward, en
moeilijk. Ik spreek nooit met menschen. Soms nog wel eens met God, of: tegen
God, liever gezegd, maar die antwoordt niet meer, mij tenminste niet meer. -
Misschien begrijp je het niet, maar ik heb non willen worden. Ik wilde het
klooster in, dicht bij ons dorp. Ik wou zoo snel, zoo snel mogelijk terug naar
God, en zoo dicht mogelijk bij hem zijn. Maar misschien was dat zelfzucht.
misschien zelfs alleen maar zelfzucht. Ik geloof dat nu wel; en jij? -
- Ik, ik weet het niet, zeide Theo, vaag verschrikt door de heftigheid van haar
woorden, en door de wreedheid bijna waarmee zij sprak; nu zij zichzelf zoo
aarzelloos openlei, en hem in een zwarte stad binnen voerde, en meenam, snel,
sneller, van schuilhoek naar schuilhoek, kon hij, aan haar hand, al niet meer
terug, terwijl hij haar al na haar èèrste woord had willen vragen te zwijgen, -
maar ook dat dorst hij niet, nu zij eindelijk sprak -, zoo zeker verkoos hij
haar vroegere harde geslotenheid boven deze niets-ontziende bijna
schaamteloos-zegevierende openhartigheid. Toch sprak zij gedempt, maar voor zijn
gevoel werd haar heftigheid daardoor nog verscherpt: zij gloeide als onder asch.
- Ik zie het anders, begon hij tastend - maar Vera luisterde al niet meer. Nu zij
eenmaal sprak, was zij zoo fel in spanning om dit ook eenmaal te hóóren (niet
enkel in zichzelf slechts te zien), dat zij zacht sprak om zichzelf beter te
kunnen verstaan, en toe te zien dat zij niet loog.
- Ik werd het tenslotte nièt; ik zeg nu, omdat ik God niet de helft van mij-zelf
wilde geven, maar is dat wel zoo? Onthoud een non hem haar lichaam wel? - Zij
offert hem juist haar lichaam...
- Ben je nòg katholiek?
De vrouw aan de andere kant van de tafel werd wit en bedroefd; en bevend beet zij
hem toe:
- Dat mag jij niet vragen, wat raakt dat jou? - maar onmiddellijk pakte zij bijna
smeekend zijn | |
| |
hand, en die streelend, fluisterde zij: - vergeef
me, vergeef me, het raakt jou ook, jou even goed, jou misschien wel het meest;
maar juist daarom kan ik er bijna niet met jou over spreken, vooral niet met
jou. Jij kunt mij helpen - vervolgde ze zacht - maar ik wil niet geholpen
worden; ik wil alleen leven, of alleen crepeeren, en ik kan toch geen húlp
vragen, of zelfs maar aanvaarden, van jou als ik je lief vind en van je hou. -
Ik bén misschien nog wèl katholiek, ik ben toch gedoopt?, maar ik doe niets meer
aan mijn geloof; en is dat nog gelooven? Het is zoo zwak geworden, Theo; ik ben
zoo zwak....
Toen deed zij de tranen weg uit haar gezicht en zei, rustiger,: - Luister nu
goed, Theo, luister nu goed. Ik heb maar de helft gezegd. Het is misschien niet
waar dat ik niet in het klooster gegaan ben omdat ik mijn lichaam dan niet voor
God kon gebruiken. Ik ben misschien niet in het klooster gegaan omdat ik mijn
lichaam voor mij-zelf wou gebruiken; - en verder (haar fluisteren werd nu
helsch, fel, schroeiend, haar oogen vertwijfeld en hard) omdat ik God wou
trotseeren; omdat ik den smeekenden, treurenden blik van Christus onbeantwoord
wou laten; en hem alleen laten, aan zijn kruis. Ik begrijp de soldaten, Theo,
die hem spuwden en hoonden; ik begrijp Judas, die hem verried, en Petrus, die
hem verried. Ik begrijp de anderen niet; vooral Pilatus niet: waarom had hij die
laffe comedie nog noodig, tevoren; waarom die volkskeus tusschen Christus en
Bar-Abbas? Hij behoefde toch werkelijk zelfs in schijn geen rekening te houden
met het Joodsche gepeupel? - En dan dit: ik wilde niet de slavin zijn van een
machteloos koning. Ik ben naar Berlijn gegaan om te zien of God ook daar, juist
daar nog macht had en nog werkelijk heerschte. De pastoor zeide steeds, dat de
stad een voorportaal was van de hel; een poel van ellende, van zonde, maar als
God machtig was, zou hij daar (dacht ik) tóch moeten heerschen; voelbaar
heerschen. Ik wilde zien, met mijn eigen oogen, hoe de
verhouding was tusschen God en de tegenwoordige menschen. En ik heb het gezien,
ik zie het nu nog: God heeft het verloren, over alle linies verloren. Hij is
machteloos; hij is werkelijk geheel machteloos tegenover dit duivelsgebroed.
Ik ben in die jaren hier vrijwel overal geweest in de stad: bij de snobs, bij de
arbeiders, bij de snollen. Ik heb als dienstmeid gewerkt in Dahlem, in
Hermsdorf, in Grünau. Ik ken Berlijn: ik ken de Sechstage-Rennen, het
Romanisches, de Alex, de communisten, de Spitzel, de diplomaten; en ik ken
vooral de gewone menschen, ik ken duizende, werkelijk duizende gewòne menschen.
Ik ben een meid van de vlakte geworden, niet om veel te beleven, of zelfs maar
om zelf veel te leven, maar om veel te ervaren, om veel leven te leeren kennen;
ik ben quasi lesbisch geworden om de manwijven of de wijf-wijven te leeren
kennen; ik ken duizende lichamen, en dus duizende harten, en ik zeg je: in geen
van die harten gloeit nog iets van Gods vuur. Het is een vertwijfelde,
verduisterde horde. - en God is dood. Als God niet onder de menschen leeft, is
hij dood. Ik zwijg nog over den oorlog. Dat is een te gemakkelijk argument tegen
hem. Ik zwijg over de pijn van de moeders, die baren, van de meisjes, die worden
ontmaagd, van de stervenden. Ik ben zoo fair - ik geloof tenminste dat ik zoo
fair mogelijk ben. Maar hij heeft het verloren, Theo, over alle linies, en ik
denk voorgoed. Met dien God maak ik geen gemeene zaak. Wat is een God, waarmee
men medelijden kan hebben? zelfs menschen zijn al verachtelijk als ze
medelijwekkend zijn. -
- wat ben je hard, Vera! wat...
- Ja, vooral voor mijzelf; - en - vooral ook voor jou - - - - [Regel
wit]
blz. 54
17 11 [ 11. 18 werd, stroomde [ werd stroomde 19 open en rammelden [ open, en
rammelden 20 morgenblauw, dat [ morgenblauw dat 21 Septemberhemel en [
Septemberhemel, en 23 grond, zou [ grond zou 23 dònkerder [ dónkerder
blz. 56
1 gevelrijen [ gevel-rijen 1 huizen, die [ huizen die 4 straalden en [ straalden,
en 5 geslapen en [ geslapen, en 7 na dien verruk'lijken nacht [ na die
verruk'lijken nacht 7 was jong. Ontsmet [ was jong. ontsmet 8 een nieuwen mond,
nieuwe tanden [ een nieuwe mond, nieuwe handen 13 onder het hare, hij stroomt [
onder het hare, en glijdt dui- | |
| |
zelend langs de montage russe van
haar wenkbrauwen neer, hij stroomt 16 Lotte, hij denkt [ Lotte; hij denkt 19
kende, en waarom [ kende; en waarom 20 genoeg? Wat [ genoeg? wat 20 samenliggen
[ samen liggen 21 na een nacht van liefde en lust [ na een nacht vol liefde, en
lust 22 immers. Buiten [ immers! Buiten 24 haven. Voorgoed? - [ haven! Voorgoed?
-
blz. 58
1 12 [ (nieuwe pagina.) 12. 2 Bingerstrasse 84 [ Bingerstrasze 84 3 28-IX-19....
[ 28-IX-'29. 3-4 Tussen 28-IX-19.... en De
eerste jaren zijn de volgende regels in het handschrift
doorgestreept: [Regel wit] Ik kan mij ook nu weer
moeilijk uitspreken: want ik moet twee dingen bekennen, die mij vernederen: dat
het verdriet van de jaren hier achter mij een verdiend verdriet was, en het nog
korte, heerlijke geluk, dat nu begint, met jou, onverdiend. Ik moet het jou
schrijven, omdat jij de eenige bent aan wie ik iets (en alles, nietwaar?) van
mij-zelf kan en mag, en moet, toevertrouwen; en ik moet het je schrijven, niet
zeggen, omdat ik wanneer ik nu bij je was, zou wegkruipen in je armen, en het
erkennen van mijn tekort, mijn verdiend verdriet, te gemakkelijk zou zijn.
Ik ben nu los van God. Een vreemde pijn wil mij zeggen, dat dit niet goed is -
maar zou het niet nóg vreemder zijn als iets dat zoo lang (en zoo hecht?) heeft
bestaan, nu los kon worden gescheurd zonder eenige pijn? Het zal met jou zeker
overgaan, lieveling; en misschien wel in korten tijd maar èèn ding zal mij nog
lang blijven kwellen, mijn jongen: dat ik het niet aan mij-zelf heb te danken,
dat ik nu van jou, van een ander dan mij-zelf - ben gaan houden. Ik geloof nu
natuurlijk niet meer, dat hij onze levens stuk voor stuk, van minuut tot minuut
bestuurt, - ik heb nu gezíen, dat hij machteloos is - maar ik heb, heel
inconsequent, voortdurend de overtuiging, dat hij mij naar Berlijn heeft
gestuurd, vlak voor zijn dood, en dat dit zijn laatste daad is geweest. In dien
onheilspellenden nacht, toen ik hierheen ben gespoord, is hij gestorven, thuis
aan het kruis. - Ik geloof, dat God de meest rigoureuze van alle egoisten is:
hij heeft mij hierheen gestuurd, om mij klein te krijgen; in de hoop dat ik mij
dan aan hem over zou geven. waarom wil hij ons krijgen, hebben en houden; en
waarom wil hij ons klein, vergruizeld, ontmergd? - [Nieuwe
alinea] 6 anders Theo, heel anders. Ik [ anders, (Theo, heel anders.) Ik 8
als zij, voor [ als zij; voor 9 kritiek [ critiek 9-10 de blikken en woorden en
aan [ de blikken, en woorden, en aan 12 in ernst, in vollen ernst, gedacht Theo
[ in ernst, in vollen ernst gedacht, Theo 13-15 De regels De
raven hadden het mij te brengen. Ik denk nu weer aan dien triesten grauwen
Novembermorgen, toen ontbreken in het handschrift, waarin de
volgende, niet doorgestreepte, regels staan: God zoù mij voedsel,
kleeren, en warmte verschaffen: alles. Zijn raven hadden
het mij te brengen. Hij had geen recht mij te dwingen iets van de menschen te
vragen. Hij had te geven, volop! geef op! Maar hij was een wrokkend afgewezen
minnaar, een kleingeestige woekeraar: nu ik hem weerstaan had, gaf hij mij uit
wraak geen brood. Alle besef van fair-play, van sportiviteit, van grandezza was
zoek in zijn goddelijk sjacheraars-hart. Wat heb ik dien kerel vervloekt, Theo,
wat heb ik dien lafaard vervloekt. Ik heb hem zelden woester vervloekt dan dien
triestigen grauwen Novembermorgen, toen 16-17 medemenschen [ mede-menschen 17 te
ontkennen). Ik [ te ontkennen!) ik 18-19 arbeidsbeurzen en voor de gaarkeukens
en ik vroeg om werk en om brood. - [ arbeidsbeurzen, en voor de gaarkeukens; en
ik vroeg om werk, en om brood. - 21-22 Tussen snel en Of had ik den moed staan in het handschrift de
volgende, niet doorgestreepte, regels: Je zoudt het buitendien nog eens
kunnen herlezen in de krankzinnige, sentimenteele drama's, romans en pamphletten
der humanitairen en socialisten - vergeef me, Theo, maar ik kan het niet
verdragen dat jij daarbij hooren zou; het zal wel veranderen, niet, als wij
samen zijn? [Voor de volgende zin staat een duidelijk met inkt
aangebracht tekentje in de vorm van een kwart cirkel.] Daarin
vervloeken zij immers de menschheid, omdat arme menschen arme menschen zijn, en
afhankelijk van rijken. Maar de zaak ligt juist andersom: het onduldbare is, dat
de rijken, de trotschen, de menschen als ik - toen, gemeene zaak moeten maken
met het rapaille, met alle rapaille, vooral met het stoffelijk rijke. - [Voor de volgende zin is een haakje openen doorgestreept.] o
God, vergeef me, als ik je toen | |
| |
te vuil heb vervloekt.) [Nieuwe alinea] 22 hebben, niet [ hebben niet 24 hàd [ had 25
In het handschrift sluiten na ik heb het er niet op
[gewaagd....] onmiddellijk de volgende, niet doorgestreepte, regels
aan: gewaagd; en op zijn goedheid kon ik niet rekenen, wou ik niet
rekenen; ik rekende op zijn wel-levendheid, op zijn ridderlijkheid; op zijn
honden-, en slaventrouw. Maar dat beroep ging niet op: hij bleef weigeren:
‘eerst knielen!’; ‘eerst knielen? - verrek!’
blz. 60
1 - Nietwaar Theo, dat [ - Nietwaar, Theo, dat 1 geweest en [ geweest, en 2 kan
raken. Natuurlijk [ kan raken, natuurlijk 2-3 raken en [ raken, en 3 de ziel,
die [ de ziel die 6-7 het brachten, als ik 's morgens aan mijn venster zou
staan: tegelijk met de zon. Maar inderdaad kreeg ik het van mannen, die
weggingen na den nacht. - [ het brachten, als ik 's morgens aan mijn venster zou
staan: zij brachten het mij met de zon. Maar inderdaad kreeg ik het en ook 's
morgens - van mannen, die weggingen na den nacht. - 8 wel, dat [ wel dat 10-11
lichaam, dat [ lichaam dat 11 functioneert en crepeert als het, eveneens
menschelijk, lichaam [ functioneert, en crepeert, als het (eveneens menschelijk)
lichaam 13 kapitalistisch of reactionair of [ kapitalistisch, of reactionair, of
14 mensch. Ik ben natuurlijk tegen den tegenwoordigen mensch, maar [ mensch! Ik
ben natúúrlijk tegen den tegenwoordigen mensch; maar 16 tegen dat [ tegen, dat
17 homines sapientes! [ homines sapientes (?)! 18 superbia, misschien [
superbia; misschien 20 ze hebben allen helaas een helaas onsterfelijke ziel. - [
ze hebben allen - helaas - een - helaas - onsterflijke ziel. - (maar die zielen
zijn onderling, niet voor God - òngelijk; zij hebben ongelijke plichten en
rechten; en in een goed maatschappelijk en geestelijk verband zijn die
hiërarchisch geordend.) 21 nietwaar met [ nietmaar, met 21-22 heerlijken langen
[ heerlijken, langen 22-23 te worden nietwaar? Ik [ te worden, mijn jongen. Ik
blz. 61
1 nòg [ nóg 1 denk dat [ denk, dat 2 opstak nu [ opstak, nu 3 moe... [ moe.... 4
13 [ (nieuwe pagina) 13. 7 gerend en [ gerend, en 7 één [ eén 8-9 nu in [ nu, in
11 te zijn en reeds [ te zijn, en reeds 12 smeekend, verlangen [ smeekend
verlangen 13 streelingen, waarmee [ streelingen; waarmee 16 zijn. - [ zijn. 20
wanneer men dat als een constante [ wanneer men dat (ik) als een constante 21
Nieuw en gesterkt [ Nieuw, en gesterkt
blz. 62
5 alweer en hij [ alweer, en hij 7-8 Vera - Ilse - Vera - Ilse - Vera - Vera -
Vera - Ilse. Hij. [ Vera - Ilse - Vera - Ilse - Vera, Vera, Vera - Ilse -
....Hij 10 één [ èèn 11 meer, maar [ meer; maar 11 tegelijk, want [ tegelijk;
want 12 kapot en [ kapot, en 12-13 nooit; wat zeg je daar: schijnbaar? Ja,
precies, schijnbaar [ nooit. wat zeg je daar!: schijnbaar? Ja precies:
schijnbaar 15-16 zeg maar meteen met [ zeg meteen maar met 18 steen en terwijl [
steen, en terwijl 19 loopers en [ loopers, en 19 streek hij, ontstellend
ernstig, door [ streek hij - ontstellend ernstig - door 20 omhoog, - zei hij [
omhoog, zei hij 23-24 of weer van geen van twee. Den laatsten spiegel [ of wéer
van geen van twee. - Den laatste spiegel 24 bittere trots. [ verbitterde trots.
blz. 63
1 warmte en dacht [ warmte, en dacht 2 ranke en soepele [ ranke, en soepele 2
zeehondengrijs en [ zeehondengrijs, en 5 huid en uit [ huid, en uit 7 14 [ 14. 9
elegance [ élégance 9-10 langs den divan, zacht deinend, naar het edele hoofd,
dat [ langs den divan - zacht deinend, zacht sleepend - naar het edele hoofd dat
10 omlaag en [ omlaag, en 13 ivoor-geel [ ivoorgeel 13-14 oud maakt en diep
vergiftigd. [ oud maakt, en diep-vergiftigd. Tussen de regels
boven maakt staat (kon maken) 15 perzik en [ perzik, en
16 lamp en [ lamp, en 17 een der lange oorbellen, die [ èèn der lange oorbellen
die 18 | |
| |
buigen hemelsch en venetiaansch van [ buigen, hemelsch en
venetiaansch, van 20 befloersen [ befloersten 22 15 [ (nieuwe pagina) 15.
blz. 64
3-4 lijken en [ lijken, en 4-6 en de antennes de kruisen zijn. Soms denkt zij aan
afbeeldingen van het front met loopgraven, draadversperringen en barricades....
Daar liggen haar dooden: Moeder en Hans misschien en.... - Maar [ en de
antenne's de kruisen zijn. (Soms denkt zij aan afbeeldingen van het front, met
loopgraven, draadversperringen en barricades...) Daar liggen haar dooden; (haar)
moeder, en.. Hans misschien, en...) .... - Maar 8 open zet en [ open zet, en 8
koel-blauw [ koel blauw 9-11 De regels En ook zij wordt,
uitstarend in den morgen, opgenomen in een blinkend geluk; regent de blijdschap
niet van den hemel? Of slaan de vlammen van haar uit naar buiten, en hebben zij
allen weemoed verbrand? - Ben ik een sneeuwveld, een zee?.... ontbreken in het handschrift, waarin de volgende regels zijn
doorgestreept: [Nieuwe alinea] Ik ben blij, ik ben blij,
ik zing. Ik heb hem nu altijd bij mij. Ik ben een stuk van zijn lichaam
geworden, en hij van mij. Ik kan ons niet meer van elkaar onderscheiden, en
alles in ons en om ons is blauw, goud en wit; en groot, groot en ruim. Hoe is
dit gekomen, hoe kan dit, hoe kan dit? een zee, een sneeuwveld, ruim, en zuiver,
en blij. - - Ik moet nu zooveel schreien, maar het maakt mij open, ik smelt, het
zwarte ijs gaat stuk. Dag Theo, waar zou je nu zijn? Ik ben nu maar een klein
meisje, mijn jongen, en er is niets meer, niets meer over van de trotsche zwarte
Vera van vroeger; - maar ik ben bang, ik weet niet waarom, ik word bang. Ik wou
dat moeder nog leefde, en dat Hans hier nu was; hij is niet gestorven, hij
slaapt. Nu mag er niets dood zijn, en wij, wij mogen ook nooit meer doodgaan;
wij gaan niet dood, niet alléén dood, wij gaan sámen dood -; en onverwacht, wij
willen geen angst meer, geen angst, geen angst. waarom ben ik nu bang, zoo
angstig, zoo blij.. - [Drie regels wit] - dag Ilse, dag lieve
liane, lief hertje, lief paardje, lief avondrood! - - (maar de vermoeide stroom
van hun liefkoozingen neemt de verbruikte woorden mee als verslenste bloemen,
als afval -) [Regel wit] 12 16 [ (nieuwe pagina) 16. 17-18
verwoestingen, die [ verwoestingen die 18 Europa [ europa 19 der Scythen, zooals
zij de Russen classicistisch bleef [ der scythen, zooals zij de russen,
classicistisch, bleef 21 Einstein, verwierp [ Einstein - verwierp 22 verwekte;
dit [ verwekte: dit
blz. 65
1 fluïdum, dat [ fluïdum dat 4 geïncrimineerde Renaissance [ geincrimineerde
renaissance 7 innig, dat [ innig dat 8 Pruisisch model en [ pruisisch model, en
11 Caesaren [ caesaren 11-12 das Gefängnis en vele tranen [ das Gefängnis, en
felle en vele tranen 12 Zij was [ Ze was 14 niet meer, ook [ niet meer; ook 15
gestaakt en [ gestaakt, en 16 weet en [ weet, en 16 voor zoover [ voorzoover 17
jong is en eeuwig. Want [ jong is, en eeuwig. want 18 en Kerk, nog [ en kerk nog
20 mein Lieber..... ik [ mein lieber.... Ik 21 Feng en [ Feng, en 21-22 Dos
Passos en Döblin voor zoover [ Dos Passos, en Döblin, voor zoover 23 zal. Niet
alléén [ zal! Niet allèèn
blz. 66
3 onbreekbaar. Maar [ onbreekbaar. maar 3 een oratio pro domo en [ een oratio pro
domo, en 4 Europa [ europa 4 leeg is; - en waartegen?: de [ leeg is, en
waartegen?: de 5 verstaan. - [ verstaan.’ - 6 17 [ 17. 8 zei hij [ zei zij 8
vaag gesluierde [ vaag-gesluierde 10 scène, je weet [ scene; je weet 11 tragiek.
Maar één ding [ tragiek! maar èèn ding 12-13 gaan. - (En bijna fluisterend zei
ze): Is het dan ook van mij uit geen liefde geweest?.... Maar [ gaan. - (en
bijna fluisterend zei ze): is het dan ook van mij uit geen liefde geweest?..
Maar 13-17 lieve lafaard! Nu moet je durven. Nu moet je eindelijk eens kiezen;
wees nu eindelijk ook eens ein ganzer Kerl; geen vitalist in Godsnaam, maar een
man; maak een eind aan dat eeuwige transigeeren; en vergeet dit sermoen; lees de
Bergrede nog eens en vergeef mij vooral dit sermoen, maar vergeet [ lieve
lafaard! nu moet je durven! nu moet je eindelijk eens kiezen; wees nu eindelijk
ook eens ein ganzer Kerl! | |
| |
geen Vitalist in godsnaam, maar een man;
maak een eind aan dat eeuwige transigeeren,; en vergeef dit sermoen; lees de
bergrede nog eens, en vergeef mij vooral dit sermoen; maar vergeet 18-19 Vera.
Nieuwe alinea. Toen hij weg was [ Vera - Regel wit. Toen hij weg was 19 aandurft en [ aandurft, en 21 18 [
(nieuwe pagina) 18. 22 Ik ben murw geworden, vervolgt Vera haar brief. Ik kan
het niet anders noemen. [ Ik ben murw geworden. Ik kan het niet anders noemen.
23 Ik ben moe geworden en zonder eenige weerstand. [ Ik ben moe geworden, en
zonder eenigen weerstand 24 wel? maar [ wel?, maar
blz. 67
1 jarenlang [ jaren lang 3 verloren of liever [ verloren, of liever 4 voor dat ik
dat wìlde weten [ voordat ik dat wílde weten 6 kon en nog [ kon, en nog 9 ik was
alleen [ ik was veel alleen 9 anderen [ andren 10 verwaarloosd en [
verwaarloosd, en 10 één [ eén 11 een linksheid, een [ een linksheid - een 12
bleef terwijl [ bleef, terwijl 12 redeloos [ radeloos 16 meestal, ik [ meestal -
ik 17 aan. Ik trof nooit het goede accent. [ aan. - Ik trof nooit het goede
accent. - 17-18 accent. Nieuwe alinea. Maar [ accent. - Nieuwe regel. Maar 18 voorbij. Neem [ voorbij. neem 19 kleine,
helsche [ kleine helsche 20 juìst [ júist 21 (Wordt vervolgd)
en H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 68
1-3 Vera en III en 19 [ (nieuw blad) III. 19.
(nieuw blad) 4 achter hen en [ achter hen, en 9 groen lichtend [ groen-lichtend
12 één [ èèn 12 geweest, die [ geweest die 14 droomen waaruit [ droomen, waaruit
14 ledig en [ ledig, en 17-18 ontmergde; zelfs de materie bleef geen materie
meer: zij [ ontmergde,: zelfs de materie bleef geen materie meer; zij 21 lava
waarin [ lava, waarin 23 den profeten [ de profeten 23-24 voetschabel: bekeert
U, want morgen [ voetschabel: bekeert u, bekeert u, want morgen
blz. 70
1 over ons volk, schreeuwde een man, die [ over ons volk; schreeuwde een man die
1-2 Leipzigerstrasse [ Leipzigerstrasze 2 ganstigen [ angstigen 2-3
gebiologeerden; en waarom [ gebiologeerden; waarom 8 éen [ èèn 8 Jenaerstrasse [
Jenaerstrasze 12 die het leven, - dat immers [ die het leven - het leven, dat
immers 13 bood -, ten [ bood - ten 15 dunne, papieren omhulsel [ dunne papieren
omhulsel 18 over en trok in een vliegende epidemie [ over, en in een vliegende
epidemie 20 verzet; en [ verzet, en 21 charges van Schupo's[ charge's van
schupo's 21 dit, en sloegen een striemenden sabelhouw [ dit; zij sloegen een
striemende sabelhouw 22 onterfden; gevierendeeld [ onterfden: Gevierendeeld
23-24 bureaux en raadszalen [ bureau's, en raadszalen 24 produceerden, en [
produceerden; en
blz. 72
1 óm [om 1-2 radelooze denk-en-werk-energie, die een bijna [ radelooze titanieke
denken werk-energie, die nu een bijna 3-4 ontzaggelijk zwoegend,
bovenmenschelijk organisme [ ontzaggelijk-zwoegend-bovenmenschelijk organisme 4
vertoonde en [ vertoonde, en 6-7 ontzenuwden [ ontmergden 7-8 verre humanitaire
[ verre, humanitaire 8 Den 28en Juni 1919 [ Den 11en November 1919 9
slavenverdrag, dat Müller of Bell in Versailles [ slavenverdrag dat Stresemann
in Versailles 10 signeeren, een [ signeeren een 11 katheder en [ katheder, en
12-14 Toen schreeuwde hij, koortsachtig krijschend, tot in de verste hoeken der
zaal: lafaards!, - trok zijn revolver en doorschoot [ Toen schreeuwde hij
koortsachtig krijschend tot de verste hoeken der zaal in: lafaards!, - trok zijn
revolver; en doorschoot 16 ontmoedigd; staking na staking verliep; de [
ontmoedigd: staking na staking verliep: de 17 brood en [ brood, en 20 jarenlang,
jarenlang [ jaren lang, jaren lang 20 een heilig, ontembaar verlangen [ een
heilig ontembaar verlangen 23 in Rusland... Maar [ in Rusland.... maar 24
verbloedde en [ verbloedde; en 24 bankiers [ bankkiers
| |
| |
blz. 74
2 aan den hemel [ aan de hemel 3 de dampen op, die aan de zwavelpoel dier hel [
de dampen op die aan de zwavelpoelen dier hel 5 20 [ (nieuwe pagina) 20. 8
Berlijn en [ Berlijn, en 9 Berlijnsche [ berlijnsche 11 isoleerde hen; zij [
isoleerde hen: zij 12-13 leefden zij alsof [ leefden zij, alsof 14 dè wereld
door [ dé wereld, door 17 vrouw. [ vrouw.- 19 verschansten begaf hun [
verschansten, begaf hen 22 tezelfdertijd, 's Nachts [ terzelfdertijd; en 's
nachts 23 onbeschrijflijk [ onbeschrijfelijk 23 vredig. [ vredig. -
blz. 76
1 21 [ (nieuwe pagina) 21. 2 tegemoet: zij [ tegemoet; zij 3-4 weg, en [ weg; en
5-6 Ik ben blij en ik heb het gevoel dat nu alles en ieder gelukkig is, maar [
Ik ben blij, en ik heb het gevoel, dat nu alles gelukkig en vol is, maar 7
geworden of [ geworden, of 8 de wereld, (neen, dat [ de wereld (neen, dar 8 ik
stroom over, ik stroom weg [ ik stroom over, ik stroom, ik stroom weg 9
schoolboek en nu [ schoolboek, en nu 11 tegemoet, de [ tegemoet; de 14 kracht:
hoe [ kracht; hoe 16 Berlijnsche [ berlijnsche 16 den reuk, die [ den reuk die
17 benzine en de hemel [ benzine, (en) de hemel 18 naar het station: zij [ naar
het station; zij 18 mantel en [ mantel, en 19 in haar gezicht [ met haar gezicht
Tussen de regels boven met staat in 22
hoofd en zij dacht dat [ hoofd, en zij dacht, dat 23 tegemoet en [ tegemoet, en
blz. 77
1 zij lacht, elken [ zij lacht; eiken 4 uit; vermoeid maar [ uit, vermoeid, maar
5 blij en vreemd [ blij, en vreemd 6 vastgegrepen en [ vastgegrepen, en 7 22 [
(nieuwe pagina) 22. 11 Europeesche [ europeesche 11 Le Corbusier [ le Corbusier
12 Hollander [ hollander 15-16 tè eenvormig, tè overwogen, tè ijl. Zij waren [
te eenvormig, te overwogen, te ijl. Ze waren 17 zij aaide [ ze aaide 19
ideologie, die [ ideologie die
blz. 78
1 roem, dien [ roem, die 8 soldaten; en [ soldaten: en 9 hield hem op, de [ hield
hem op; de 11 zouden verbranden en de arbeiders en [ zouden verbranden, en de
arbeiders, en 15 huis, en [ huis; en 18 niet, hij [ niet;, hij 21 zijn vroegere
[ zìjn vroegere 22 slanke, sierlijke [ slanke sierlijke
blz. 80
3-4 barricaden gevochten, voor [ barricaden - gevochten voor 7 veelvormig
cameleontische [ veelvormig-cameleontische 9-10 in dien tijd van een liaison [
in dien tijd een liaison 10 allang [ al lang 15 wereldplan [ wereld-plan 16 niet
aan.’ [ niet aan.’ - 18 troebel, verwilderd [ troebel verwilderd 18 verheugden [
verheugde 19 hun woning [ hunne woning 20 donker. (Hoe [ donker. (hoe 21
Bingerstrasse [ Bingerstrasze 22 open en [ open, en 23 ganglicht, en [
ganglicht; en
blz. 83
1 23 [ (nieuwe pagina) 23. 3 Zij lacht [ Ze lacht 4 rond om [ rondom 7 niet, - en
[ niet - en 8 ja voor niets [ja - voor niets 8 Alles tegen misschien [ Alles
tegen, misschien 12 (Wordt vervolgd) en H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 84
1-3 VERA en IV en 24 [ 24. 4 Leipzigerstrasse
[ Leipzigerstrasze 5-6 vier hoog kijkt in de diepte [ vier hoog, en kijkt in de
diepte 9 atelier, dat [ atelier dat 11 uitspansel, dat [ uitspansel dat 11
blauw. Deze cel [ blauw. Nieuwe alinea. Deze cel 12 Zij legt [
Ze legt 14 eilanden Rügen, [ eilanden, Rügen, 14 denkt ze en [ denkt ze, en 16
telefoongesprekken. De [ telefoongesprekken. - De 16 Parijsche [ parijsche 17-18
cultuur en [ cultuur, en 19 en, desnoods vluchtige, levensvatbaarheid [ en -
desnoods vluchtige - levensvatbaarheid 20 zonder mannen) [ zonder mannen!) 21
vroeger en [ | |
| |
vroeger, en 21-22 is de Weensche en de Berlijnsche
mode... Telefoon! De [ is de weensche, en de berlijnsche élé - Telefoon. De
22-23 Leipzigerstrasse [ Leipzigerstrasze
blz. 86
1-2 wit, wit, wit tot [ wit, wit, wit, tot 3 goed, hier [ goed hier 6-7 waarmee
deze stad, van den eersten dag op het Polizie-Präsidium af, haar heeft bekeken [
waarmee deze stad, - van den eersten dag op het Polizei Präsidium af - de
mannen, de vrouwen, haar hebben bekeken 9-10 zag en tot een dragelijk bestaan en
[ zag, en tot een dragelijk bestaan; en 10 gelden en [ gelden, en 11 geschonden
had, mee [ geschonden mee 12 creëeren en te [ creeeren, en te 12 hààr [ haár 13
bewegelijk [ beweeglijk 13 menschen en [ menschen, en 15 contrasten. [
contrasten. - 19 landen en [ landen, en 23 denkt zij, van [ denkt zij; van 23
één van de leden [ éen van leden 24 wereldregiem [ wereldregime 24 kent en [
kent, en
blz. 88
2 waarom blijft zij [ waarom blijf ik 3 Is één huis niet [ Is een tuin niet 4
genoeg? [ genoeg? - 5 25 [ 25. 6 Linkstrasse [ Linkstrasze 6 wacht op [ wacht er
op 7 samen, het is er eenvoudig en goed en [ samen: het is er eenvoudig en goed,
en 9 armen studententijd en [ arme studententijd, en 12 dat ze moe is. Even [
dat ze moe is. Maar even 13 van haar toilet. Dan kijkt ze [ van haar toilet.
Haar huid en mond zijn verzorgd. Dan kijkt ze 13-14 Hamsuns ‘Landstreicher’ dat
haar zeer lief is en [ Hamsun's ‘Landstreicher’, dat haar zeer lief is, en 15
het buffet en [ het buffet, en 16-17 geverfd. Nieuwe alinea.
Een Hamburger [ geverfd. Aansluiten. Een Hamburger 19
tramconducteurs, die [ tramconducteurs die 20 dagenlang [ dagen lang 20 één [
èèn 21 zegt August en [ zegt August, en 21 Pass [ Pasz 22 lässt [ lässzt 24
tegenover Vera zwijgt [ tegenover Vera, zwijgt 24 kwasi-gegeneerd [
quasi-gegeneerd
blz. 90
3 goedaardig geestig. Zou ze [ goedaardig-geestig. Zou zij 4 tact van den
scheele? [ takt van den schele? 4 nietszeggend [ niets-zeggend 4 Zij is [ Ze is
5 drinkt uit en [ drinkt uit, en 6 aan: - Wie [ aan: - wie 7 Junge [ Jungen 7
warten? - Ze [ warten?’ - Ze 9 Theo lacht en vertelt van [ Theo lacht, en
vertelt, van 14 maar dat is minder. Zou je [ maar dat dondert niet. Zou je 17
doen, als [ doen als 17 En ik [ En: ik 18 verstompen. [ verstompen. - 19 wil je
met je ontwerpen invloed [ wil je, met je ontwerpen, invloed 20 doorzien en [
doorzien, en
blz. 91
1 - Als ex-katholiek? [ als ex-Katholiek? 2 - Nee, als [ - nee, als 3 26 [
(nieuwe pagina) 26. 4 Zondagmorgen [ zondagmorgen 7 geworden? - Maar [ geworden?
- maar 7 een bocht, die [ een bocht die 10 hield en [ hield, en 11 dacht ze [
dacht zij 14 Leipzigerstrasse [ Leipzigerstrasze 14-15 wereld, die [ wereld die
19 27 [ 27. 20 hôtel [ hotel 21 dat of en toe [ dat af en toe 22 neer en [ neer,
en
blz. 92
2 vager en [ vager, en 5 verzadigd [ oververzadigd 7 vooravond-uren, die [
vooravonduren die 9-10 De schemering, die [ De schemering die 13 donker, zelfs [
donker zelfs 14 koel. Wonderlijk [ koel. wonderlijk 15 avond en [ avond, en 17
donker, dat [ donker dat 18 ontdekken en [ ontdekken, en 21 gezien, gefascineerd
[ gezien gefascineerd 23 vrouwen, die [ vrouwen die 23 Berlijnsche [ berlijnsche
blz. 94
1 trekken en [ trekken, en 2 linkschheid [ linksheid 3 onzekerheid noch [
onzekerheid, noch 3 verzorging, maakten [ verzorging maakten 3-4 een beslissende
inbreuk [ een beslissenden inbreuk 8 één [ èèn 9 originaliteit maar [
originaliteit, maar 11 | |
| |
geslacht en [ geslacht, en 13 geweest en [
geweest, en 15-17 vroom-katholiek. Vreemd, dat juist de sterkste der twee dit
geloof had verlaten, of was zij, juist om deze afval de zwakste? Wat trok [
vroom-katholiek. (Vreemd, dat juist de sterkste der twee dit geloof had
verlaten, of was zij, juist om deze afval, de zwakste?). Wat trok 18
revolutionnair [ revolutionair 18 Pan-Europeesch [ pan-europeesch 18 (‘Die [
(‘die 20 streng en traditioneel? Was er [ streng, zoo traditioneel? was er 22
dreef? Was [ dreef? was 23 bewijzen, dat [ bewijzen dat
blz. 97
1 wezen [ wézen 2 geworden, dat [ geworden - dat 7 ideologie, die [ ideologie die
7 scheen en [ scheen; en 8 zou ze [ zou zij 13 wànneer [ wánneer 17 verloren en
[ verloren, en 17 feit, dat [ feit dat 23 leegliep [ leeg liep 24 het werk [ de
baan
blz. 98
1 volhield; (hij [ volhield -; (hij 1 onlangs in dat korte gesprek [ onlangs, in
dat korte wreede gesprek 4 staan -) zij [ staan -); zij 6 kan en [ kan, en 8
twee stukken, (één van haar, één van hem) [ twee stukken (èen van haar, èèn van
hem) 10 één [ éen 18 denken: de [ denken; de 23 we? is het al laat?’ - Toen [
we; is het al laat’? - Toen 24 slaapstem en [ slaapstem, en
blz. 100
3 lange, rustige [ lange rustige 4-5 voorbijging! [ voorbij ging! 5 wààrom in
Godsnaam? [ wàaròm in godsnaam? 6 goed... [ goed.... 8 (Wordt
vervolgd) en H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 102
1-3 VERA en V en 28 [ IV (nieuw blad) 28.
(nieuw blad) 4 rommelt, een [ rommelt; een 5 Europeesch [ europeesch 6 Berlijn,
omdat [ Berlijn; omdat 8 die [ dit 9 doorwoelt en [ doorwoelt, en 9 nuances [
nuancen 10 machine, een [ machine; een 10 een lichaam, een [ een lichaam; een 11
droomloos en [ droomloos, en 12 leven is en [ leven is; en 12 vreugde en [
vreugde, en 13-14 gifgassen, vliegtuigen, philosophiën en joden [ gifgassen,
vliegtuigen, joden en philosophiën 15 cocaïne inplaats [ cocaine in plaats 15
lamgelegd [ lam gelegd 17 fabrieksstad [ fabriekstad 17 mijnstreek, - maar [
mijnstreek, maar 19 zichtbaar [ zíchtbaar 21 jachten [ jachtten 21 auto's [ auto
21-22 der U-stations [ de U-stations 22 ingezogen en [ ingezogen; en 23 rijdt en
[ rijdt, en 23 berstens [ barstens
blz. 104
1 zieke, vergiftigde stad [ zieke vergiftigde stad 1 zware, dikke substantie [
zware dikke substantie 3 duiken ze op en [ duiken ze op, en 4-5 rauw, angstig -
en [ rauw, en angstig; en 6 winkels, op [ winkels; op 8 pleinen. Moord [
pleinen. moord 9 de dancings, de [ de dancings, en de 11-12 ontglippen, doordat
[ ontglippen doordat 13 millionnair, die [ millioenair die 14 in de hengsels, de
[ in de hengels de 16 verdampt, van [ verdampt van 18 Houdt vol, houdt [ Houdt
vol! houdt 19 moeders, houdt [ moeders, houdt 19-20 dagen en [ dagen, en 22
allesbeslissende [ alles beslissende 22 wij, makkers! [ wij makkers!
blz. 106
2 sovjets [ sowjets 5 Russische arbeidersklasse, der [ russische arbeidersklasse;
der 12 29 [ 29. 16 staking; als [ staking: als 18-19 vergaderingen waartusschen
[ vergaderingen, waartusschen 21 gewogen en [ gewogen, en 23 verzonnen en [
verzonnen - en
blz. 108
2 ontbering en [ ontbering, en 3 De staking zou slagen als hij zich [ De staking
zou | |
| |
slagen, als zij zich 4 de bijna verpletterende druk [ den
bijna verpletterende druk 5 moeheid en [ moeheid, en 7 zwaar. Hij [ zwaar. - Hij
7 stoppen, hij [ stoppen. Hij 9 wachtte. - Wachtte [ wachtte. - wachtte 10 30 [
30. 11 zij sliep en [ zij sliep; en 13 liggen en [ liggen, en 14 slapen of [
slapen, of 15 moe, maar [ moe maar 18 maakte en [ maakte, en 19 op haar toe en [
op haar toe, en 21 heen boog [ heenboog
blz. 110
1 licht uit en [ licht uit, en 2-3 dag. Nieuwe alinea. De
morgen [ dag. Regel wit. De morgen 2-3 Tussen werd het dag en De morgen staat in
het handschrift de volgende, niet doorgestreepte, tekst die bijna vijf
kwartobladen beslaat: [Regel wit] Toen kon hij zich plotseling niet
langer weerhouden en zich op haar werpend greep hij haar polsen om haar afweer
te breken, en overstelpte haar verstarde gezicht met donkere kussen. Haar
verweer zwichtte - haar hoofd afgewend naar den muur, liet zij den stroom van
liefkoozingen langs zich afglijden als over een steen. Zij kreunde, haar mond
bleef gesloten, ook haar oogen waren nu dicht. Hij voelde dat haar weerstand
gebroken was: de wreede verstarring van haar lichaam en haar gezicht werd
ontwricht, en eindelijk opgelost in de warme teederheid van zijn omarming: haar
trekken verzachten, de eerste tranen vielen over haar wangen. Haar ontzenuwd
verzet ging langzaam aan over in een ontspanning, een bevrijdend verzinken:
gevoelens verloren hun namen en de begrenzingen van hun lichamen vielen weg:
tusschen binnen en buiten vervaagde het onderscheid: een stroom nam hen op, en
zij zelf werden eindlijk die stroom; zij stroomden; zij mondden in zee....
Toen de verzadiging week voor vermoeidheid en deze was opgeklaard tot een
zachtmoedige helderheid, lagen zij in den valen schemer van de ochtend vredig
ademend in elkaars armen. Vera lag op haar rug; Theo verborg zich tegen haar
schouder en begon aarzelend het gesprek: - Is het nu weer goed; Vera?
Zij glimlachte even; een vermoeide pijn om haar mond:
- Zooiets kan toch niet ineens weer goed worden - - Dacht je, dat het alleen
gekrenktheid was, omdat je me hebt veronachtzaamd?
- Ik begreep het niet goed, maar ik dacht voor een groot deel van wel; zei hij
onzeker.
Er was eenige bitterheid in haar stem, toen zij zeide:
- wat heb je me slecht begrepen, Theo. Ik zal probeeren het te ontwarren, maar
het wordt een moeilijk en pijnlijk verhaal.
- Ik ben het eerste jaar met je heel - ik ben bang voor het woord - heel gelukkig
geweest: ik was blij dat ik had afgerekend met God, met mijn ascetische
neigingen, met mijn waan van bovenmenschelijke verhevenheid, en omdat ik
bevestigd zag wat ik gehoopt had: dat lichamelijke en geestelijke dingen één
zijn...
- Eén zijn ze niet...
- wat? dat zeg jij, een monist? - maar goed, ik ga verder: ik was blij, omdat ik
iets had gevonden wat mij volkomen vervulde. Maar ik ben iets gaan missen, later
- en volkomenheid is dus geen goed woord -, maar wat? Weet jij het, Theo? Ik
niet. Ik word voortdurend gekweld door een beslissend gemis, en ik voel dat dit
niet ligt in onze verhouding op zich zelf, maar aan iets - ja, weet jij het? -
Maar zonder naar hem te luisteren zocht zij al verder naar de oplossing, waarvan
het gemis haar leven was gaan ondermijnen:
- Ik ben niet alleen even gekrenkt geweest doordat je mij drie dagen lang zelfs
per telefoon niet even gezocht hebt, maar ik was jaloersch omdat jij iets hadt
zoo fel en almachtig moet ik wel zeggen, dat je er mij - terwijl je mij toch
heel mak'lijk hadt kunnen bereiken - drie dagen lang totaal om vergat. Ik weet
wel, dat je gedacht hebt, dat ik dat kinderachtige egoisme niet zou laten
meetellen, nu er zooveel op het spel staat, maar ik was zoo jaloersch, Theo, en
zoo machteloos...
Snikkend verborg zij zich in het kussen, en liet zich streelen: Toen ging zij
door:
| |
| |
- Ik ben zoo moe en wanhopig geworden omdat ik niet vinden kan wat ik mis. - Mis
jij dan niets? -
Theo antwoordde niet. Hij herinnerde zich hoe hij een groot jaar geleden, een
avond toen zij samen in Potsdam waren geweest, op het terras aan het meer, was
gaan begrijpen wat aan Vera's leven ontbrak. Maar hij had daarna, toen hij
voelde dat dit gemis - of liever: het besef van - maar voor haar: welk? - gemis
ook haarzelf bewust was geworden, dit proces in haar geheel ongemoeid willen
laten, en het niet versnellen of vertroebelen door zijn inmenging. Daarom had
hij haar nooit gezegd, wat zij naar zijn meening miste
- Nee, ik mis niets....
- Ik denk natuurlijk wel eens dat het een nog altijd niet geheel overwonnen
verlangen naar mijn oude geloof is, maar dat verwerp ik dan weer omdat ik mijn
afval juist als een winst heb beschouwd. Ik heb jou; ik heb dit wat den
zichtbaren omtrek betreft misschien kleine, maar echte geluk, en wat gaan mij
metaphysische vaagheden, of zelfs grootheden aan? - Maar... ik doe toch niet
enkel uit heerschzucht het werk op het atelier. - Ik doe het uit - vergeef je
het, Theo? - ik doe het uit - onvoldaanheid: onze verhouding, zooals die is, is
mij niet meer genoeg....
- Ik ben er wel bang voor geweest. Maar ik wilde niet ingrijpen: men moet het
zelf ondergaan en een uitweg zoeken. Ik zelf heb die uitweg gevonden in de idee
van de revolutie. Wij hangen te veel aan ons persoonlijk geluk. Wat maakt dat
uit in de wereld, in het leven der duizenden? Er is maar èèn ding waar alles om
gaat: het geluk van alle menschen ter wereld. Het algemeene aardsche geluk.
Alleen lafheid en burgerlijk atavisme doet ons nog vasthouden aan verouderde
christelijkheden: de ziel, monogamie, individualiteit; en het afschuwelijkst
zijn de moderne surrogaten daarvoor: religieus socialisme, christen-anarchisme
en de rest. Alleen het communisme heeft zin, en is zin, de zin der geheele
wereld. Ik heb in het communisme het organisch complement gevonden van mijn
persoonlijk geluk, een bovenpersoonlijke saamhoorigheid, het verband dat meer
omspant dan twee menschen.
- Maar ik kan en wil geen communiste worden! Ik haat die ideologie, juist omdat
zij de ontbinding wil der familie, van het gezin, van de monogamie. Het gezin is
de cel....
- Precies, maar in een andere zin: als kerker. Als cachot, waarin je verstikt. En
voor de rest ben je gek: want door je werk op het atelier bewijs je de
ontoereikendheid van het huwelijk, zelfs van het goede. - Ik althans wil meer,
ik héb meer.
Vera werd, onder zijn hardheid, bedroefder en feller: - nee, als het goed is, is
het een deel of de weerspiegeling van het geheel.
- Van welk geheel? - Maar je hebt, ondanks je-zelf, volkomen gelijk: alleen als
deel van het geheel heeft het leven van een, of van twee, of van twintig
menschen een zin; maar omdat jij, hoor je, jij, dat niet zijn wilt met je
verouderde, half-katholieke, half-nietzscheaansche burgerlijkheid daarom ga je
kapot, en daarom gaan wij kapot, of ‘het’ tusschen ons, het wereldberoemde ‘het’
-
- Schoft, gilde zij, ga dan weg, ga dan weg! [Regel wit] 3
ramen; zwaar [ ramen: zwaar 4-5 verstard; een heet, dood [ verstard: een heet
dood 5 op zijn zijde en [ op zijn zij, en 8 toe alsof [ toe, alsof 10-11 De
engel, die hen gescheiden had, was [ De engel die hen gescheiden had was 12 31 [
31. 13 Leipzigerstrasze, en [ Leipzigerstrasze; en 14 vrouwen, die [ vrouwen die
15 zaten op [ zaten, op 16 ontbraken, maar [ ontbraken - maar 18-19 te werken,
maar de bittere wrevel, die haar vergalde, verlamde haar werkkracht. Woedend [
te werken. maar de bittere wrevel die haar vergalde, verlamde haar energie.
woedend 19 slechte, stompzinnige [ slechte stompzinnige 20 lagen. Weer [ lagen.
weer 21 Leipzigerstrasse... [ Leipzigerstrasze.... 22 dacht ze [ dacht zij 23
Theo en niet [ Theo, en niet 24 Hoor je Vera [ Hoor je het Vera
blz. 113
2 eerst dat [ eerst, dat 2 goed was. Wat [ goed was. wat 3 niet meer en [ niet
meer, en 6 helpen? Wat [ helpen? wat 6 uit. Maar ik zie althans ièts om [ uit. -
maar ik zie althans iéts om 7-8 staking... maar [ staking.... maar 8 doe? Ik ben
Theo immers | |
| |
al kwijt? Maar [ doe? - Ik ben Theo immers al kwijt.
Maar 10 wraak? Vera [ wraak? - Vera 10 eindelijk [ eindlijk 11-12 Wreek je en
doe het goed; - voel je niet, dat je weer beter wordt? Harder en sterker, voel
je wel...? Ja, ik [ Wreek je, en doe het goed. Voel je niet, dat je weer beter
wordt? harder en sterker. voel je wel..? Ja, ik 13 tanden heb en [ tanden heb;
en 14-15 ga. Nu lijk ik weer iets op vroeger. Nu durf ik weer, nu is het uit met
de liefheid, met [ ga. Zoo, nu lijk ik weer iéts op vroeger. Nu dúrf ik weer. Nu
is het uit met de liefheid; met 15 verrekken! Ik [ verrekken! - Ik 16 ook Theo [
ook, Theo 17 een schim van mij, met [ een schim van mijzelf, met 18 met mij,
niet met mij. Ik ben niet aangeraakt, ik [ met mij. Niet met mij. Ik ben niet
aangeraakt. Ik 20 tezamen [ tesamen 20 dat kan [ dat kán 23 (jij verraadt -) [
(- jij verraadt -)
blz. 114
1 32 [ 32. 3 Berlijn). [ Berlijn -) 4-5 doorliep zij het atelier en [ doorliep ze
het atelier, en 6 Leipzigerstrasse [ Leipzigerstrasze 6 Zij liep [ Ze liep 7
zeven uur en [ vijf uur, en 10 was sterk en hield aan, zij [ was sterk, en hield
aan: zij 11 gefingeerd was en [ gefingeerd was, en 12 verijdeld: zij wìlde [
verijdeld: Zij wilde 13 voortgetrokken en [ voortgetrokken, en 15 licht
achterover [ licht-achterover 16 stroom, die [ stroom die 18 wachten, men [
wachten: men 19 alsof zij probeerde weg [ alsof ze probeerde om weg 21
haastiglijk’) en zocht nerveus bladerend naar [ haastiglijk’), en zocht -
nerveus bladerend - naar 22-24 ze kon nog afh.... Ja, hallo, hier... eine
Unbekannte - ze kon nog niet anders zeggen - gehen Sie in die Passauerstrasse,
64, da finden Sie die ganze kommunistische Bande [ ze kon nog afh - Ja, hallo,
hier,.... eine Unbekannte - ze kon nog iets anders zeggen - gehen Sie in die
Passauerstrasze nummer 64, da finden Sie die ganze communistische Bande
blz. 116
2-3 doorgaf aan de politie, waarmee ze gespeeld had en die ze misschien niet zou
zeggen... [ doorgaf, aan de politie, waarmee ze gespeeld had, en die ze
misschien niet zeggen zou - 4 gonzende, schelle [ gonzende schelle 9 stond ze in
[ stond ze, in 11 alléén [ alléen 12 zwakheid en schaamte [ zwakheid, en
schaamte 13 liep ze [ ging ze Tussen de regels boven ging staat liep 13 Potsdamerstrasse [ Potsdamerstrasze 13
terugkeert [ terug keert 14 inbrak. Ze wilde huilen [ inbrak. - Ik wil huilen 15
vele straten [ enkele straten 15 huis, waar [ huis waar 16 gehouden en [
gehouden, en 18 wachtwoord en [ wachtwoord, en 20 Genossin, expliceerde [
Genossin!, expliceerde 21 de trap en [ de trap, en 22 moed en [ moed, en 23
voltooiïng [ voltooiing 24 stil. Ze klopte en [ stil. ze klopte, en
blz. 118
3 haar: Nein meine Kleine, das ist lieb von Dir. - Maar [ haar: nein, meine
Kleine, das ist... lieb von Dir. - . maar 6 verraten - [ verraten! - 7 (Wordt vervolgd) en H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 120
1-3 VERA en VI en 33 [ V (nieuw blad) 33
(nieuw blad) 4-5 nieuwe fabrieksbouw [ Nieuwe Fabrieksbouw 7 instapt naar [
instapt, naar 8 ‘Ik [ “ik 8 jaar” - [ jaar.’ - 9 34 [ 34. 18-19 hing en [ hing,
en 20 was...): Parijs [ was....): Parijs 20 fluïdium [ fluïdum
blz. 122
1 pompeuse [ pompeuze 2 New York [ New-York 2 toevallig dat [ toevallig, dat 3
Neu-babels-berg [ Neu-babels-berg 4 weggeweest [ weg geweest 5 precies. Het was
September 19 ... - [ precies. - Het was September 19... - . 6 een onweer, de [
een onweer. de 8 een donkere regen, die [ een donkeren regen die 9 zwarte,
glimmende [ zwarte glimmende 11 Detroit; hij [ Detroit: hij 12 tot ingenieur,
hij hield [ tot inge- | |
| |
nieur (de klassieke amerikaansche loopbaan, of
renbaan van alle gelukszoekers in het westen, maar wie bewandelt, of beraced in
werklijkheid dezen weg? Hij hield 13 nerveuse [ nerveuze 14 macht ... Plotseling
[ macht.. ...Plotseling 18 35 [ 35. 23-24 grauwen, koppigen donder en [ grauwen
koppigen donder, en
blz. 124
2 lamp; het gouden [ lamp: het gouden 5 het raam en [ het raam, en 7 verte.
Daarvoor [ verte. - Daarvòòr 8 kinderen, die [ kinderen die 10 onwerkelijke [
onwerklijke 12 donker haar dat [ donker haar, dat 14 eenzame duistere [ eenzame,
duistere 16 genoemd (...maar jaren [ genoemd (jaren 16-17 wakker als [ wakker,
als 17 van een jong [ van jong 18 verbleeken, langzaam en zonder veel pijn, maar
[ verbleeken; langzaam, en onder veel pijn, maar 20 Passauerstrasze [
Pragerstrasze 23 klaarte, naar [ klaarte; naar
blz. 126
1 wachtten [ wachten 1 op het einde en [ op het einde, en 4 niet. Ook [ niet Ook
5 gaan en [ gaan, en 6 kracht en [ kracht - en 7 verleden en [ verleden, en 9
achterlaten [ achter laten 11 36 [ 36. 13 maanlicht en [ maanlicht, en 13 hemel,
dat [ hemel dat 14 venster, was [ venster was 15 steile, zwart-beschaduwde [
steile zwart-beschaduwde 16 den geheelen hemel en [ den geheelen hemel, en 18
wakker: met groote, van [ wakker; met groote van 19 de ijle lichtende [ de ijle,
lichtende 19 nachten, die [ nachten die 22 laatdunkendheid, niet één gedachte [
laatdunkendheid niet èèn gedachte
blz. 128
3 bezielde, ontluisterden [ bezielde ontluisterden 9 werden en [ werden, en 11 te
sperren en [ te sperren, en 11-12 begeerde - te [ begeerde! - te 12-13 Tussen Waarom? ... en Hauser had staan in het handschrift de volgende, niet doorgestreepte,
regels: [Nieuwe alinea] Omdat ik zijn stem wil hooren,
hoe vaag dan ook, zijn stem, zijn stem! - en opnieuw doorvlijmde haar de
schaamte, omdat zij nu, nu al, hier nog, terwijl zij nog niet eens den moed had
gehad om weg te komen van Theo, zich betooveren liet door een gestalte, een
stem, een wild, vreemd wezen, dat als een haan op de vuilnisbelt stond van hun
ellende, en dat haar even, vluchtig en achteloos had aangezien. Meer niet. Meer
zeker niet! Integendeel: 16 langs zijn linker wang [ lang zijn wang 22
krachtige, boeiend [ krachtige boeiend 23 gestaan en [ gestaan, en
blz. 130
1 die enkele [ de enkele 2-3 Tussen gehinderd had en Nu lag zij wakker staan in het handschrift de
volgende, niet doorgestreepte, regels: [Nieuwe
alinea] ‘.... ik ga van hem houden!... - Maar wat gemeen is dat, Vera, wat
ben je gemeen. Dat is pas een echte snolle-natuur, dat je zoo snel vergeet. Ben
ik Theo dan al vergeten? Nee, nee, nee, maar ik wil leven, hoor je het, leven,
en de rest raakt mij niet. Ik kan het niet helpen, ik wil het niet helpen. Ik
wil een kerel hebben: Theo, of Hauser, wat doet het er toe?! Ja, zoo is het,
voor de rest wil ik niets. Ik wil grijpen, en gegrepen worden, en verder niets.
En nu wil ik slapen.’ [Nieuwe alinea] 3-5 De
regels Nu lag zij [...] nog in de nacht ... ontbreken in
het handschrift. 7 37 [ 37. 10 en zacht-parelmoer. De zon [ en zacht
parelmoer. - De zon 11 De warmte, die [ De warmte die 12 herfstwind, die [
herfstwind die 13 zout en [ zout, en 14-15 een snel, klein zeilschip, dat [ een
snel klein zeilschip dat 15 zwijgenden [ zwijgende 20 zeil en [ zeil, en 21 in
een witten boog wildschuimende [ in een witten boog - wildschuimende 23 bij de
schoot. Verla [ bij den schoot. Vera 24 dichtbij. Alle [ dichtbij: Alle
| |
| |
blz. 132
5 al deze gevoelens [ alle deze gevoelens 5 broeien en [ broeien, en 7 meer en [
meer, en 8 haar verachting [ hare verachting 9 - Waarom bleef zij dan nog? -
Omdat [ - waarom bleef zij dan nog? - omdat 11 de vrouw te zijn of [ de vrouw te
zijn, of 11 een man, die [ een man die 12 bleèf [ bléef 13 verachting, waarmee [
verachting waarmee 18 stellig, dat [stellig dat 21-22 en onderzoekend maar
tegelijk zoo ongenaakbaar en bijna argeloos-afwezig aan, dat [ en onderzoekend
aan, maar tegelijk zoo ongenaakbaar en bijna argeloos-afwezig, dat
blz. 134
4 wrak, dat [ wrak dat 5 zat: of aan de jaren met hem, die [ zat; of aan de jaren
met hem die 6 geluk en haar hadden gestort in ellende en [ geluk, en haar hadden
gestort in ellende, en 7 nu niet en [ nu niet, en 8 voordek, niet [ voordek niet
10 ontwapende en [ ontwapende, en 11 wild, warm [ wild warm 13 In
het handschrift staat zonder verdere aanduiding boven de eerste regel die
begint met de woorden uit hem week. Donker doorbroeide de
volgende met potlood omlijnde, niet doorgestreepte, bijzin: waarop het
boegwater netten wierp van sidderend schuim. Hieraan gaan een
pijltje en de met potlood geschreven woorden dit niet vooraf. 14 zijn lichaam en [ zijn lichaam, en 14-15 die bonsde tegen
zijn slapen en zijn oogen [ In het handschrift doorgestreept,
evenals het woord vertroebelde waaronder een stippellijn
staat die de doorstreping ongedaan maakt. 15 wachten, - [ wachten; - 18
schouders. [ schouders. - 19 In het handschrift sluiten na de
laatste zin van dit hoofdstuk onmiddellijk de volgende, niet doorgestreepte,
regels aan: Hij schreeuwde niet; hij sprong niet op naar het voordek.
Hij vernielde hun koppen niet onder zijn hak. Hij klemde zijn vingers vaster nog
om het boord. Hij zat star in elkaar gedoken, zijn kin tusschen zijn handen
geklemd op het boord. - Hij sprong niet in zee. Hij zat stil en verwezen te
staren in dansende golven, en hij hoorde hoe op het voordek, drie pas van hem
af, twee jonge dieren zich wentelden in hun geluk. - [Regel
wit] 20 (Wordt vervolgd) en H. MARSMAN [ ontbreken
blz. 136
1-3 VERA en VII en 38 [ VI. (nieuw blad) 38.
(nieuw blad) 5 Victoriastrasse [ Victoriastrasze 6 Sinds hun vertrek een jaar
geleden van Hiddensoe [ Sinds hun vertrek een jaar geleden op een zonnigen
herfstdag van Hiddensoe 10 jonge, levenskrachtige [ jonge levenskrachtige 11-13
Zij reisden in een kort, veerend tempo van Berlijn over Dresden, Praag en Weenen
naar Constantinopel, vandaar langs de Noord-Afrikaansche kust naar Gibraltar. [
Zij reisden in een kort - veerend tempo van Berlijn over Dresden, Praag, en
Weenen naar Konstantinopel; vandaar langs de noord-afrikaansche kust naar
Gibraltar. 14 sterker [ stèrker 14-15 Saragossa en [ Saragossa, en 16-17 Monte
Carlo [ Monte-Carlo 18 Bretagne en [ Bretagne, en 19 Westkapelle en [
Westkapelle, en 19 aan zee en [ aan zee, en
blz. 138
2 tekort, dat [ tekort dat 3 de Leipzigerstrasse, naar [ die Leipzigerstrasze;
naar 7 Europa, zagen [ Europa zagen 9 liepen, was [ liepen was 10 eenzaam en [
eenzaam, en 11 droom en [ droom, en 12 voeten en [ voeten, en 12 ruimte en [
ruimte, en 13 geleund hing [ geleund ging 15 felle, cultureele belangstellingen,
die [ felle cultureele belangstellingen die 17-18 grepen geen oogenblik tot in
de diepere lagen [ grepen geen oogenblik in in de diepere lagen Tussen de regels boven het tweede in staat: tot 19 ontbinden.... [
ontbinden. - .... 20 39 [ 39. 21 in de Victoriastrasse. Hauser [ in de Victoria.
Hauser 22 gekomen en [ gekomen, en
blz. 140
1 voor dien [ voordien 1 wàt [ wát 2 houdt en [ houdt, en 3 machten, die hen
schijnen te binden heeft [ machten die hen schijnen te binden, heeft 4 tasten
en, haar [ | |
| |
tasten, en haar 5 eeuwig eendere [ eeuwig-eendere 6
mannen, die [ mannen die 7 filosofieën [ philosophiën 9 moordcampagnes [
moordcampanjes 10 verdienen) was [ verdienen), was 16 zonder phrase, te [ zonder
phrases, te 22 Moskou [ Moscou 23 hèm [ hém 24 detesteerde [ desterde 25
communisme en de sov- [ communisme, en de sow [jets]
blz. 142
2 Stalin en [ Stalin, en 5 karakter en [ karakter, en 5 vaderland, dat [
vaderland dat 7 leek en [ leek, en 9 de Vereenigde Staten.) Hij [ de Vereenigde
Staten.) - Hij 10 Tussen Dostojewski en want
stuk voor is in het handschrift de volgende regel ingevoegd: -
in heel zijn werk kwam geen eenvoudige kerel voor die kon boksen en roeien - 11
geweten, en [ geweten; en 12 buiten-kerkelijk [ buiten kerkelijk 12-13 Hij,
Hauser, leefde ongebreideld en zorgeloos. - Alleen [ Hij, Hauser, leefde -
ongebreideld, en zorgeloos -. Alleen 16 sliep hij en [ sliep hij, en 19 40 [40.
20 Theo Walter... Vera [ Theo Walter.... Vera 21 af en staart [ af, en staart 24
schreeuwen.... Vera [ schreeuwen;... Vera
blz. 144
3-4 brengen? Waar zou hij zijn en [ brengen? waar zou hij zijn, en 5 verkeerd,
dat zij überhaupt in mij leven en bewijzen zij niet - neen, zij [ verkeerd dat
zij überhaupt in mij leven; en bewijzen zij niet, - neen, zij 6 Carl Heinrich en
[ Carl Heinrich, en 6-7 zegt haar duivel die ook nu [ zegt de duivel met wie zij
haar leven lang dit soort dialogen gevoerd heeft, en die ook nu 7-8 zit, in deze
vreemde kamer in de Victoriastrasse, dat [ zit, (in deze vreemde kamer in de
Victoriastrasze,) dat 8-9 aan dingen, die [ aan de dingen die 9 bedroefd en [
bedroefd, en 12-13 helpen, wie dan wel? Het [ helpen,: wie dan wel? - het 15-16
vlammen, nee, daar [ vlammen; nee, daar 16 Dan plotseling weer zwak en [ Dan,
plotseling weer zeer zwak, en 19 herinneringen en [ herinneringen, en 20 41 [
41. 21 verlof, die [ verlof die
blz. 146
2 en Japan. [ en in Japan. 3 reëël naar hun meening en [ reëel, naar hun meening,
en 4 opstaan ergens [ opstaan, ergens 6 de fabriek, die onder zijn leiding
stond, had [ de fabriek die onder zijn leiding stond had 7 kunnen en [ kunnen,
en 7 bereikt; hoe [ bereikt; en hoe 9 verveelvuldigen [ verveelvoudigen 11
verteld. In [ verteld. - In 13 perfectioneeren en [ perfectionneeren, en 15
verrijken en [ verrijken, en 16 later [ daarna Tussen de regels
boven daarna staat later 18 Soms, als [ Soms als 18
zeide zij: goed, maar in beschaving is Europa [ zeide zij: - goed, maar in
beschaving is Europa 20 beschaving en [ beschaving, en 22 Europa? Waar haal je
de nonsens vandaan? [ Europa? waar haal je de nonsens vandaan. 23 Europeesche [
europeesche 24 vóór dat ze christelijk is. - [ vòòr dat ze christelijk is -
blz. 148
1 Stel, dat [ Stel dat 3-4 voor hierarchie, orde, gezag en precies de zelfde
ontzenuwing heeft de Europeesche beschaving zelf doorgemaakt [ voor hiërarchie,
orde, gezag; en precies dezelfde ontzenuwing heeft de europeesche
beschaving-zelf door gemaakt 6-7 net eender, alleen heb ik soms het gevoel - hoe
goed het ook tusschen ons is - of ik iets wat er geweldig op aan komt, verloren
heb ... [ net eender; alleen heb ik soms - hoe goed het ook tusschen ons is, -
het gevoel of ik iets, wat er geweldig op aankomt, verloren heb... 9 - Ja, dat
is het geloof ik, maar dat niet alleen ... [ - Ja, dat is het... 12 handen en [
handen, en 15-16 maar ik vind vooral twijfelen een overbodig soort tijdverdrijf.
[ maar ik vind dat altijd een overbodig soort tijdverdrijf. - Tussen de regels boven dat altijd staat vooral
twijfelen en boven een staat erg 18 De
weemoed, die [ De weemoed die 19 Wladiwostok en daarna jarenlang [ Wladiwostok;
en daarna jaren lang 20 rotsen en [ rotsen, en 21 zacht-wiegende [ zacht
wiegende 23-24 H. MARSMAN (en Wordt vervolgd) [ ontbreken
| |
| |
blz. 149
1-3 VERA en VIII en 42 [ 42. 5-7 de stad en
meestal lunchte zij dan, na haar wandeling door de Tiergarten weer in haar hotel
in de Victoriastrasse: een enkele keer [ de stad, en meestal lunchte zij dan na
haar wandeling door den Tiergarten weer in haar hotel in de Victoriastrasze; een
enkelen keer 8 Berlijn en [ Berlijn, en 9 omtrek, maar [ omtrek; maar 10-11 lag
zij, droomend of lezend, enkele uren op den divan in haar kamer en [ lag zij
droomend of lezend enkele uren in haar kamer op den divan en 11-12
herinneringen, die haar vervulden en over de moeiten, die [ herinneringen die
haar vervulden, en over de moeiten die 14 werkloos [ werkeloos 14 waar zij, een
[ waar zij - een 15 al haar krachten omgezet had in arbeid [ al haar krachten
had omgezet in energie 17 verdoofd en [ verdoofd, en 19 onderging? De [
onderging. De 20-21 om haar eeuwig heil zooals de oude pastoor het genoemd had,
knabbelde aan haar hart [ om haar eeuwig heil, zooals de oude pastoor het
genoemd had, kwam met voortdurend dieper knagende hardnekkigheid knabbelen aan
haar hart 21 Carl. Goed [ Carl. - Goed 23 heen wentelen en [ heenwentelen, en
blz. 152a
1 voort en [ voort, en 2 zes ... - of [ zes.... - of 3 evenwicht, dat haar - zij
wist niet meer hoe - nog [ evenwicht dat haar - zij wist niet meer hoe, nog 4
verliezen en [ verliezen, en 4 afgronden, die [ afgronden die 5 Of zij zei tien
[ Of zij zei: tien 6-7 afgehangen, zinneloos [ afgehangen zinneloos 7 zenith, de
[ zenith; de 8 Victoriastrasse [ Victoriastrasze 9 het bijna sarrend
onverbiddelijk antwoord [ het bijna sarrend - onverbiddelijke antwoord 12 men
kon [ men kan 13-14 de films, die [ de films die 17 Tauentzienstrasse [
Tauentzienstrasze 17 ‘De Moeder’ [ ‘de Moeder’ 23 vervlochten en [ vervlochten,
en
blz. 152b
2-3 Met groote hunkerende oogen en [ Met groote, hunkerende oogen, en 5 Theo in [
Theo, in 6 vlag. - [ vlag.. - 7 in den kouden Novemberdag [ in de kouden
Novemberdag 8 soms een blik, soms [ soms een blik soms 9 wildvlagend [ wild
vlagend 11-12 op straat was gevolgd, de vlag, die onzichtbaar voor wie niet
geloofden, boven de duizenden uitwoei [ op straat, was gevolgd, de vlag die
onzichtbaar voor wie niet geloofden boven de duizenden uit woei 13-14 of zij -
tevergeefs weerstrevend - langzaam terugkeerde naar een huis, dat zij voor goed
had verlaten [ of zij - te vergeefs weerstrevend langzaam terugkeerde naar een
huis, dat zij voor-goed had verlaten
blz. 153a
18 in de gure Novemberwind [ in de guren novemberwind 19 zien, straks [ zien;
straks 20 één [ èèn 21 vaag en [ vaag, en 22 de bar, waar [ de bar waar 23 in
een hoek en [ in een hoek, en
blz. 153b
1 vervoering, die [ vervoering die 1 liggen en [ liggen, en 2 als een nevel [als
nevel 3 leege, loome ontbering [ leege loome ontbering 5 een gemis is. - Maar [
een gemis is - Maar 6 goed dan, het ìs een gemis, ook in mij, - zij [ goed dan:
het is een gemis, ook in mij - - zij 8 - hoe zou alles geloopen zijn, als [ -
hoe zou alles geloopen, als 9 Nu [ Nú 11 en zóó [ en zòo 11-12 had geraakt? Nieuwe alinea. Och, ik geloof [ had geraakt? Maar is deze film
communistisch? Is Pudowkin niet allereerst cineast? - Aansluiten. Och, ik geloof 13-14 Natuurlijk, eenstemmigheid [ Natuurlijk:
eenstemmigheid 15 dacht zij: ik [ dacht zij: - Ik 16 niet: maar één ding [ niet.
Maar éen ding 19-20 van Dreyer dààrom althans niet boven De Moeder stellen.
Misschien [ van Dreyer, dáarom althans, niet boven de Moeder stellen. -
Misschien 24 een mist die zij [ een mist die - zij 25 binnenkomt en [ binnen
komt, en
| |
| |
blz. 154
1 een wolk [ wolk 2 zitten en [ zitten, en 3 klaart op, nog [ klaart op; nog 5
dansen ... dan [ dansen --- Dan 5 kwijnende [ vurige 6 wellust en met [ wellust,
en, met 7 zachte bedwelmende geestdrift. [ heldere, veerkrachtige geestdrift. -
8 44 [ 44. 10 Hintzen en [ Hintzen, en 10-11 hypothesen en [ hypothesen, en 12
Sechstage-rennen [ Sechstage-Rennen 14 soms bij een film als Anne Karenine [
soms, bij een film als Anne Karénine 19-20 den zorgeloos lachenden, robuusten
Hauser, en haar, Vera, wier forsche landelijke verschijning [ den
zorgeloos-lachenden, robuusten Hauser, en haar, Vera, wier forsche, landelijke
verschijning 21 schoonheid, onderging [ schoonheid - onderging 22 van een paar
inderdaad [ van een paar, inderdaad 23-24 uit hààr vooral, scheen het [ uit háar
vooral scheen het
blz. 156
2 Hauser hadden [ Hauser, hadden 4 haar cabinet de toilette en na een spaarzaam
ontbijt lag [ haar cabinet de toilette, en na een spaarzaam ontbijt, lag 5
nietsdoen [ niets-doen 6 hart dat [ hart, dat 7 een werktuigelijk antwoord [ één
werktuigelijk antwoord 7-8 houden, dan behoud je hem [ houden dan behoudt je hem
8 Dikwijls, als [ Dikwijls als 9 bevond en [ bevond, en 10 wezen dat [ wezen,
dat 11 geweest was; en [ geweest wás; en 14 moment, dat [ moment dat 18 zij ten
einde raad deze [ zij, ten einde raad, deze 19 kleeden en [ kleeden, en 21 ging
zij dan de [ ging zij dan, de 22 middagconcert en [ middagconcert, en 24 refrein
dat [ refrein, dat
blz. 157
1 verzwakt [ verzakt 1 een stem [ één stem 2-3 Vera, geef het niet op, en blijf
van hem houden ... [ Vera, geef het niet op; blijf van hem houden, niet alleen
om hem te behouden, misschien zelfs om hem te behoeden, voor zichzelf, - en voor
jou. - 4-5 H. MARSMAN en (Wordt vervolgd) [ ontbreken
blz. 158
1-3 VERA en IX en 45 [ (nieuw blad) VII 45.
(nieuw blad) 4 vijf [5 5 zwanger en [ zwanger, en 6 hebben? Zou ze [ hebben? zou
ze 7 - Hij bemerkte met een verwonderden schrik [ - Hij merkte met een
verwonderde schrik 8 hij, eerlijk gezegd, überhaupt [ hij eerlijk gezegd
überhaupt 9 werk en [ werk, en 10 langzaam rijpende [ langzaam-rijpende 11 voor
den avond, dat [ voor den avond (dat 13 roulettes gekregen. Een [ roulettes
gekregen). Een 15 verliep althans 's avonds hun [ verliep, althans 's avonds,
hun 18 dikwijls - zich zelf en hun liefde, en voor zoover [ dikwijls! - zichzelf
en hun liefde, en voorzoover 19 haar lediggang [ hare lediggang 19-20 het
laboratorium en vergat letterlijk alles wat [ het laboratorium, en vergat àlles
letterlijk wat 21 verstrooien en [ verstrooien, en 21-22 terwijl zij tusschen
twee angstdroomen sluimerde [ terwijl zij nog, of pas, tusschen twee
angstdroomen, sluimerde 23 bedriegelijken schijn [ bedrieglijken schijn
blz. 160
1 de vrouw, die [ de vrouw die 2 Hiddensoe - hem [ Hiddensoe, - hem 2 wél [ wel 3
constateerde in [ constateerde, in 4 cultuurhistorische [ cultuur-historische 5
Daar stond tegenover dat hij (misschien tengevolge [ Daar stond tegenover, dat
hij - (tengevolge 7 viel) niet [ viel -) niet 8 sleur? Waarom [ sleur? - waarom
10 te diep of tenminste te plechtig werd en [ te diep, of tenminste te plechtig
werd, en 13 een oogenblik aan en [ een oogenblik aan, en 17 was), ... maar [
was), zijn.... maar 19-20 en naarmate zij in een bepaalde faze van zijn bestaan
een behaaglijker element [ en naarmate zij, in een bepaalde phase van zijn
bestaan, een behagelijker element 21 leefde mede bepaalde, ontging [ leefde,
mede bepaalde ontging 22 vooral, dat [ vooral dat 23 product was, dat [ product
was dat
| |
| |
blz. 162
1 vrouw, die op Vera geleek, had [ vrouw die op Vera geleek had 2 raadsels en [
raadsels, en 4 daagde hem met een onverwrikbare strengheid voor een gericht en [
daagde hem, met een onverwrikbare strengheid voor een gericht; en 6-7 Tussen legde rekenschap af en De trein staan in het handschrift de volgende, niet doorgestreepte,
regels: (- Ik erken geen geweten; ik doe wat mij lust. Ik heb haar geroofd,
inderdaad; wat is daartegen? - Ik ben haar trouw, bovendien. - Zoolang ge geen
lust voelt tot ontrouw; maar gij verwaarloost haar met een onduldbare zelfzucht;
- Goed, ik erken zelfzuchtig te zijn, maar... - Ziet gij niet dat zij lijdt? -
waaronder? - niet onder uw verwaarloozing, inderdaad, omdat zij in haar liefde
een kracht vindt, die haar onafhankelijk maakt van uw genegenheid. - Vreest zij
dan niet mij te verliezen? - Ook dit antwoord, hoe vragend dan ook, bewijst weer
uw zelfzucht. Denk eens aan haar: zij verloor haar geloof; - Ja, ik herinner mij
dat zij mij dat gezegd heeft; - Maar vóélt ge dan niet, wat dat zeggen wil? -
Neen, en buitendien: dat alles ligt lang voor mijn tijd. Ik heb uitsluitend te
maken met dit oogenblik, het verleden is voor de dooden, de toekomst voor de
ongeborenen. - ook de toekomst van uw geluk, ook haar toekomst? - Wat kan er
haar dan overkomen? - Haar kan misschién overkomen, wat u
vrij wel zeker overkomt: gij zult stikken in hoogmoed. -) [Nieuwe
alinea] 9 op en [ op, en 9 den trein: plotseling [ den trein;
plotseling 10-11 hier buiten op het perron op [ hierbuiten op het perron, op 12
van een man, die niet kan begrijpen, dat [ van een man die niet kan begrijpen
dat 13 morgen [ Morgen 14 46 [ 46. 15 De lente begon en het leven herademde. [
De lente begon, en Vera herademde. 17 woei had een wonderlijk zachtmousseerend
aroma [ woei, had een wonderlijk zacht mousseerend aroma 18 De stad rekte zich,
begon zich zorgeloozer te bewegen [ De stad rekte zich, ging zich zorgeloozer
bewegen 19 ambassades, die [ ambassades die 21-22 lieten langzaam de koortsige
spanningen vieren, en losten ze op in het lenige, zonnige voorjaarslicht [
lieten langzaam de koortsige spanningen glippen en zich uit-vieren, en zij
losten zich op in het lenige, zonnige voorjaarslicht Tussen de
regels onder zich staat ze [op] 22-23 herademden en
ook de kinderen, de vogels en vlinders [ herademden, en de kinderen, de vogels
en de vlinders 23-24 De harde, loodgrauwe kou van het wintersche water [ De
harde loodgrauwe kou van het wintersche water Tussen de regels
boven het en water staat de en plassen
blz. 164
2 in de blinkende vlagen [ in blinkende vlagen 4 in de bar en [ in de bar, en 5
openging en [ openging, en 9 gaan [ glijden 11 eventualiteiten, die [
eventualiteiten die 13 stuiten en [ stuiten, en 15 ruimte, zij [ ruimte, ze 15
in dien hoek [ in die hoek 16 alleen zijn en [ alleen zijn, en 17 van het begin
af onbedrieglijk [ van het begin af, onbedrieglijk 18 bedreigde - of [
bedreigde, - of 19 in den grond [ in de grond 20 zwak worden en [ zwak worden,
en 21 hij? Wat [ hij? wat 21-22 er toe? Een haat, die wilder was omdat zij niet
[ er toe? een haat die wilder was omdat hij niet 22-23 maakte haar na [ maakte
haar, na 23 betaalde en [ betaalde, en 24-25 telefoongesprek, [ telefoongesprek:
blz. 166
2 straten en [ straten, en 3 slop [ slob 4 dat hij haar vastgrijpen zou en [ dat
hij vastgrijpen zou, en 5 een verwensching mompelend verder en [ een
verwensching mompelend, verder, en 6-7 voorbij ging... Nieuwe
alinea. Op een hoek [ voorbij ging. waarom nam hij haar niet. Aansluiten. Op een hoek 7 stond ze stil en gilde om [ stond
zij stil, en gilde, om 9 straatsteenen en [ straatsteenen, en 9-10 Een diepe,
plotseling opwellende deernis met zichzelf, - en met hem, en met hààr [ Een
diepe plotseling opwellende deernis, met zichzelf, - en met hem, en met háar
11-12 doorsijpelde haar en [ doorsijpelde haar, en 14 overstroomde. Zij [
overstroomde - Zij 15 rammelde [ ramde 16 uit den modder en leunde toen
minutenlang duizelend tegen [ uit den modder, en leunde toen, minuten lang | |
| |
duizelend, tegen 17 in haar op en [ in haar op, en 18 afzakte en [
afzakte, en 20 den nachtbel, de portier [ den nachtbel; de portier 21 Toen zij [
Toen ze
blz. 168
1 47 [ 47. 4 en sterk en de glans van haar helblond haar [ en sterk; en de glans
van haar hel blond haar 10 bespoeld, zij had al als kind aan de haven gestaan en
[ bespoeld; zij had al als kind, aan de haven gestaan, en 11 van de meeuwen [
Tussen de regels boven van de staat der
12 zee naar [ zee, naar 13 noordduitsch [ noord-duitsch 14 kende, maar [ kende;
maar 15 water zilver [ water; zilver 17 gezicht en [ gezicht, en 19 gesneden
maar [ gesneden, maar 20 in den herfstwind [ in de herfstwind 21 door een
vliegenden sneeuwstorm vertrouwelijk [ door een vliegenden sneeuwstorm -
rendieren, rendieren! - vertrouwelijk 23 zonder schroom de [ zonder schroom, de
blz. 170
1 een wissel, de [ een wissel; de 5 erbarmen. Toen viel het hoofd - met [
erbarmen. - Toen viel het hoofd, - met 6 van den romp en hij staarde met [ van
den romp, en hij staarde, met 6-7 sterke, fiere gezicht [ sterke fiere gezicht
8-9 vizier. Nieuwe alinea. Toen de trein [ vizier. Regel wit. Toen de trein 9 dagelijks weerkeerende [
dagelijks-weerkeerende 10 ik haal je af van dézen trein.’ [ ik haal je af - van
déze trein.’ - 11 antwoordde niet, slaapwandelend liep hij het station uit en [
antwoordde niet; slaapwandelend liep hij het station uit, en 12 kende. Hij at
ergens in een klein restaurant, dwaalde [ kende. hij at ergens in een klein
restaurant; dwaalde 13 geweest was en [ geweest was, en 15-16 niet naar Vera
vanavond, niet naar Vera! - Waarom [ niet naar Vera, vanavond - niet naar Vera!
- waarom 16 Eénmaal [ Eènmaal 19 aan zijn oor: ‘Tot morgen’. [ aan zijn oor: -
‘Tot morgen’. 20-21 H. MARSMAN en (Wordt vervolgd) [ ontbreken
blz. 172
1-3 VERA en X (Slot) en 48 [ 48. 4 ontwaakte
en [ ontwaakte, en 10 blééf [ bléef 11 de pijn, die haar lijfelijk stak in haar
hart, werd [ de pijn - die haar lijfelijk stak in het hart - werd 13 verslagen?
wie heeft [ verslagen? - wie weet dit ooit? wie heeft 14 tenslotte [ ten slotte
15 kleedde en [ kleedde, en 17 misleidende en [ misleidende, en 19 voor zoover [
voorzoover 20 voor hem, dat haar [ voor hem dat haar 22 wènsch [ wénsch 23 voor
haar onmachtig [ voor haar, onmachtig
blz. 174
1 ontmaskerd had en zich schaamde over de botte bezitsdrift, die [ ontmaskerd
had, en zich schaamde - schaamde zij zich? - over de botte bezitsdrift, die 5 De
klaarte en de simpele vastberadenheid, die [ De klaarte, en de simpele
vastberadenheid die 6-7 verduisterden nu en [ verduisterden nu, en 8-9 Zij
wandelde, hoe zwak en ontredderd zij zich ook voelde, den [ Zij wandelde - hoe
zwak en ontredderd zij zich ook voelde - den 11 het oogenblik dat [ het
oogenblik, dat 12 jong en [ jong, en 14 slechts weemoed en een - zou dat kunnen?
- hèldere pijn [ slechts weemoed en - een, zou dat kunnen? - hèldere pijn 15-17
- Hoe zwak was zij en hoe klein was haar hart. Smal en vermoeid, maar rechtop,
schijnbaar nog lezend in ‘der Teufel’ van Neumann, zat zij in haar gewone hoek,
en wachtte. - [ - Hoe zwak was zij, en hoe klein was haar hart; Smal en
vermoeid, maar rechtop - schijnbaar nog lezend in ‘der Teufel’ van Neumann - zat
zij daar in haar gewone hoek, - en wachtte. - 18 duizelde zij en [ duizelde zij,
en 24 langzaam [ langzamer
blz. 176
2 dingen. - [ dingen. 3-6 - Inderdaad, psychologie is een onding (dat klinkt
verkeerd, overweegt hij, te schril-theoretisch, en zij, op haar beurt, voelt,
dat hij dit er bij denkt.) - Dit soort onuitgesproken reacties vergiftigt onze
bitterste uren, die anders misschien onze beste nog | |
| |
zouden zijn. [
- Inderdaad, psychologie is een onding (dat klinkt verkeerd, overweegt hij, te
schril-theoretisch, en zij, op haar beurt, voelt, dat hij dit er bij denkt. -
Dit soort onuitgesproken reacties vergiftigt onze bitterste uren, die anders
misschien onze beste nog zouden zijn.) 8 Zwijgen. Waarom hebben wij dit niet
vermeden? - het [ Zwijgen, Waarom hebben wij dit niet vermeden; het 10 wist zij
ze nog [ wist ze nog 14 pijn, - en wie weet - hij [ pijn - en wie weet: hij 16
beiden [ beide 18 zij wàs [ zij wás 19 niets? Wat [ niets? wat 20 veranderd: er
[ veranderd er 21 hààr [ háar 21 uit zijn! Wat [ uit zijn! wat 24 ziet ze [ ziet
zij
blz. 178
2 opgewacht: Na [ opgewacht: - Na 3 zum letztenmal? Ach nein? Och, dat [ zum
letzenmal? - Ach nein? - Och, dat 4 Je had [ Je hadt 6 he, ha, ha. Bist du müde?
[ ha, ha, ha. - Bist du müde, Kleine? 7 - Ja ik ben moe en nu wil ik alleen
zijn, begrijp je dat? Ik [ - Ja, ik ben moe, en nu wil ik alleen zijn, begrijp
je dat? -.. Ik 8 49 [ 49. 9 Viktoriastrasse, 16-IV-19.. [ Victoriastrasze Nieuwe regel. 16-IV-'19.. 10 - Het is [ - het is 13-14 Vergeef
mij ook dat [ Vergeef mij, ook, dat 14-15 kan-). Wij hadden dat samenzijn [ kan
-) Wij hadden dat samen zijn 17 willen zeggen: ik heb mij zelf wijs willen
maken, dat [ willen zeggen; ik heb mijzelf zelfs wijs willen maken, dat 19 omdat
ik je zien wou en misschien vasthouden [ omdat je zien wou, en misschien vast
houden 20 zwak, maar harmonisch slotaccoord, zooals [ zwak maar harmonisch
slotaccoord zooals 21 wàs [ wás
blz. 180
3 Ik dacht, dat ik in dien nacht, en dien morgen voordat ik je zag, alles [ Ik
dacht dat ik in die nacht, en dien morgen voordat ik je zag alles 5 gaat
langzamer en [ gaat langzamer, en 5 - (nú [ - (Nú 6 aan Theo; - hij [ aan Theo.
- hij 7 rooven). Ik [ rooven.) - Ik 7 dien middag [ die middag 11 de man niet
naar, om [ de jongen niet naar om 12 blijven leven). Welnu: het [ blijven
huizen.) Welnu: het 13 dan goed met mij gaan. Denk niet: wat [ dan goed met mij
gaan, mijn jongen. (Mag ik dat schrijven? ja, dat mag ik, nu nog wel schrijven,
nietwaar? - waarom eigenlijk? - och, vind het maar goed -) Denk niet: wat 14
hervind ik het nog) - en zij haar werk om mij opgaf en het geheel is ontwend: nu
[ hervind ik het nog -) - en zij haar werk om mij opgaf, en het geheel is
ontwend: nu 16 bovenpersoonlijke idee. - Ik [ bovenpersoonlijke (religieuse of
sociale) idee. - Ik 18 wat het zal dekken en rechtvaardigen [ wat mijn leven zal
dragen, dekken, rechtvaardigen 18 Tussen rechtvaardigen en Ik geloof staan in het handschrift de
volgende, niet doorgestreepte, regels: De vragen naar de verhoudingen
van lichaam en geest, van individu en God, van mensch en menschheid zijn mij
steeds minder gaan kwellen. Ik wil niet zeggen, dat zij phrases zijn in den mond
van allen, die er over spreken - stellig voor velen! - maar ik heb het sterke
vermoeden gekregen, dat zij allen tesamen vallen, en opgelost worden als men
leeft volgens één wet, de wet van de liefde. (Ik schrijf vooral dit onder de
voortdurende angst voor holle onverantwoorde woorden, vandaar ook, onder meer,
mijn ijzige strakheid, aan den anderen kant.) 20 waarvoor hij
[ waarvoor hij 22 haatte). Maar [ haatte.) Maar 22 hem en mij zelf, ja mij zelf
vooral [ hem, en mijzelf, ja, mijzelf vooral 23 wild en hard [ wild en zwart en
hard
blz. 182
1 van den weg. - De weg en [ van den weg; - De weg, en 1 predicatie [ predikatie
2 je zelf [ je-zelf 3 ernaar luisteren [ er naar te luisteren 4 werkelijk, dat [
werkelijk, mijn jongen, dat 5 is alles vergeefsch [ is alles, alles vergeefsch 6
vandaan om [ vandaan, om 9 50 [ VIII (nieuw blad) 50. (nieuw blad). 10-12 De
hitte dreef ook Vera weg uit Berlijn en zij trok naar een ontoegankelijk nest in
de beiersche alpen. Over Würzburg, waar zij een middag ronddwaalde door den
Barok. [ De hitte dreef ook Vera weg uit Berlijn; en zij trok over Würzburg,
waar zij een middag ronddwaalde door den Barok naar een ontoegankelijk nest in
de beiersche alpen. 12-13 waarom wist zij niet, Berlijn te verlaten, - of | |
| |
het moest zijn omdat zij heimelijk hoopte, en vreesde, Carl
Heinrich [ waaróm wist zij niet -Berlijn te verlaten, - of het moest zijn omdat
zij heimelijk hoopte (en vreesde) Carl Heinrich 16 Splendid-Bar en [
Splendid-Bar, en 18 tijden, waarop [ tijden waarop 19 hem te zullen ontmoeten,
in de nabijheid [ hem te zullen zien in de nabijheid Tussen de
regels boven zien staat zullen ontmoeten 20-21 al
hoopte zij dan ook tegelijkertijd dat zij er niet zouden zijn [ al hoopte zij
dan te gelijkertijd dat zij die zouden vermijden 21 brengen juist [ brengen,
juist 23 leven? Maar zijzelf, hoe [ leven? (Maar zij-zelf: hoe
blz. 184
1-2 in hetzelfde Berlijn? Buitendien [ in ditzelfde Berlijn?) Buitendien 4
toegerust had? Dikwijls [ toegerust had. Dikwijls 4-5 wenschte zij dat zij de
vrouw, die [ wenschte zij dat de vrouw die 5-6 over hun samenleven ginds in
Japan zouden [ over hun samenleven; ginds in Japan, zouden 6 beklemmend, vaag [
beklemmend vaag 8 zekerder van [ zekerder - van 9 ontmoeten? Was [ ontmoeten?
was 11 samenzijn [ samen-zijn 14 zoeken en [ zoeken, en 15 leven. Waarom steeds
in Berlijn. Denkt [ leven. waarom steeds in Berlijn? Denkt 20 Père Lachaise [
Pére-Lachaise 23-24 langzaam opklimmend naar het zenith en langzaam weer dalend
- goud [ langzaam op klimmend naar het zenith, en langzaam weer dalend -, goud
24 uit den heeten hemel en ging [ uit den heeten hemel, en ging -
blz. 186
5-6 steile, stijgende woud. Vera [ steile stijgende woud. Nieuwe
alinea. Vera 7 kwamen er overdag toeristen [ kwamen er overdag enkle
toeristen 8 verder want [ verder, want 8-9 Dan zat Vera bij den waard en zijn
vrouw [ Dan zat zij Vera bij den waard en vrouw 9 de schaarsch bezochte herberg
[ de schaarsch-bezochte herberg 11 den misschien stroeven, maar onverwrikbaren
vrede [ den misschien stroeve, maar onverwrikbare vrede 12 en hen versmolt [ en
versmolt 14 langzaam leerde [ langzaam, leerde 15 watervallen en [ watervallen,
en 17-18 vragen. Nieuwe alinea. Maar niets [ vragen. Aansluiten. Maar niets 18 die ónmenschelijkheid [ dèze
ónmenschelijkheid 20 51 [ 51. 22-23 doofden en in de blauwe verte der
Koniggrätzerstrasse [ doofden, en in de blauwige verte der Koniggrätzerstrasze
blz. 188
1 schemering en donkerde [ schemering, en donkerde 3 de beginnende reuk [ een
beginnende reuk 4-5 op den hoek van de Leipzigerstrasse [ op de hoek van de
Leipzigerstrasze 6 rustte uit in [ rustte uit, in 10 detailleerde [ détailleerde
11 lucide en [ lucide, en 13-14 de bloemen, waarmee [ de bloemen waarmee 15 trok
zij [ trok ze 18 Leipzigerstrasse [ Leipzigerstrasze 19 Victoriastrasse [
Victoriastrasze 20 windstil en [ windstil, en 21 veegde haar vingers [ veegden
haar vingers 22 was geworden en [was geworden; en 22 zichzelve [ zichzelf 23
iets meer mensch geworden. Theo [iets meer mensch geworden door alles. Theo
24-25 verloren.’ Nieuwe alinea. Zij stond op en [ verloren’.
Aansluiten. Zij stond op, en
blz. 190
2-3 gezicht, onder den gelen val van het electrische booglicht [ gezicht onder de
gelen val van het electrisch booglicht 3 met den voet tegen den blauwen
trottoirband [ met den voet op den blauwen trottoirband 5 der stad. [ der stad.
- 6 H. MARSMAN [ ontbreekt
Aan het slot staat:
1930 Utr. Januari. - Bollendorferbrück (Luxembourg) 21 Augustus
| |
| |
| |
Bladzijden die aanvankelijk behoorden bij de kopij voor
het Verzameld werk (tekst D), maar die bij de slotbewerking hiervan
vervallen zijn (verkleind).
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|
|