Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| ||||||||||||||||
44aant.9Zoo streek de winter voorbij: Carl Heinrich werkte theoretisch en practisch bij 10 Hintzen en vorderde goed: hij kreeg inzicht in de nieuwste vindingen en hypothesen 11 en knoopte invloedrijke relaties aan met Japan. 's Avonds dwarrelden zij, hij en Vera, 12 door bioscopen en dancings, van de Sechs-tage-rennen naar de roulette, door de meest 13 exotische bars. Overal volgde zij hem; overal zag men haar, steeds matter glanzend, 14 naast hem zitten, soms bijna kwijnend, soms bij een film als Anna Karenine (waarin 15 Garbo meesterlijk speelde) zelfs stralend als vroeger. Zij was strakker geworden, loomer 16 en magerder. Alleen in haar dansen met hem leefde nog ongetemperd de helle, vurige 17 vitaliteit, die haar meest markante trek was geweest in de eerste maanden met Theo, 18 toen zij nog werkte in de Leipzigerstrasze, haar sterkste tijd. Maar overal waar men 19 hen zag, den zorgeloos lachenden, robuusten Hauser, en haar, Vera, wier forsche 20 landelijke verschijning in den greep en de verzorging der jaren vermurwd en verfijnd 21 was tot een starende, soms bijna te breekbare schoonheid, onderging men hun bijeen-22hooren als de ondeelbare samenhoorigheid van een paar inderdaad, gedrenkt en bijna 23 tastbaar omtrild door een fluïdum van ozonisch gehalte, dat uit hààr vooral, scheen 24 het, ontstond. | ||||||||||||||||
[pagina 155]
| ||||||||||||||||
[pagina 156]
| ||||||||||||||||
aant.1's Morgens bleef Vera dien winter meestal op bed; de avonden en de nachten met den 2 onvermoeibaar dansenden Hauser hadden haar vroeger krachtig weerstandsvermogen 3 diep ondermijnd; zij vertoefde enkele uren, dralend en dikwijls besluiteloos hoe zij 4 zich kleeden zou, in haar cabinet de toilette en na een spaarzaam ontbijt lag zij, vaak 5 al vermoeid van het dwalende nietsdoen van 's morgens, de leege eerste middaguren in 6 een fauteuil bij den haard; met een boek waarin zij niet las, met een hart dat op al 7 haar vragen nog maar een werktuigelijk antwoord wist: blijf van hem houden, dan 8 behoud je hem. Dikwijls, als zij haar leven nu overzag, leek het haar dat dit zich in 9 een voortdurend sterkere daling bevond en zij dacht aan zichzelf, niet alleen aan de 10 Vera van thuis, maar zelfs aan de Vera van Theo, als aan een vreemd ver wezen dat 11 zij nauwelijks zelf kon geweest zijn, maar dat zij toch onmiskenbaar geweest was; en 12 dat - dacht zij soms met een diepe machtelooze schaamte - haar taak op aarde sterker 13 en trouwer vervuld had dan zij, de Vera van nu. Dikwijls dateerde zij het begin van 14 dien neergang met het moment, dat zij had besloten niet in het klooster te gaan. Was 15 dit juist? Was zij werkelijk geroepen geweest tot dat leven? was zij misschien niet 16 bestemd om in de wereld de fakkel brandend te houden? welke fakkel? Zij geloofde 17 immers niet meer? - 18Meestal onderbrak zij ten einde raad deze wanhopige kwellingen door plotseling op 19 te staan uit haar stoel bij den haard, zich snel te kleeden en de straat op te gaan. Dan 20 liep zij als het helder winterweer was, in een vlug tempo een paar straten ver naar 21 een bushalte of naar een U; het liefst ging zij dan de enkele uren voordat zij Carl 22 Heinrich zou zien in een bar, naar een film of een middagconcert en zij liet zich 23 bedelven onder het oergeweld van Strawinsky's Sacre of besprenkelen door de hemel-24sche dauw van Mozart. En beiden wekten zij in haar hart het refrein dat soms tot den 25 rand van den doodslaap toe in | ||||||||||||||||
[pagina 157]
| ||||||||||||||||
aant.1haar verzwakt was, uit zijn sluimering op; en een stem bleef leven in haar, soms sterk, 2 soms nauwelijks hoorbaar, die zei: geef het niet op, kleine Vera, geef het niet op, 3 en blijf van hem houden ...
4 h. marsman 5 (Wordt vervolgd) |
|