Vijf versies van 'Vera'
(1962)–H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10aant.13Na het maal in een laag-gezolderd café, zaten zij rookend tegenover elkaar aan een 14 tafel. Vera zat tegen den wand. Soms kwam er iemand, vriendelijk groetend, het café 15 binnen loopen, en wisselde op het buffet geleund enkele schertsende woorden met de 16 waardin, die zwaar en vet en duimdik geschminkt op een hooge barkruk daarachter 17 voor de blinkende spiegels-met-de-flesschen zat. De mannen verzwolgen een paar 18 glazen bier en slenterden langzaam den avond in. 19Theo en Vera bogen hun hoofden dichter naar elkaar toe in het zachte licht der 20 petroleumlamp. Het gouden licht bescheen hun gezichten met een eenderen glans. De 21 rook van hun sigaretten hing in grillige wolken in het licht. Deze tafel met het gezicht 22 van den ander, dat was nu hun wereld. Voor de rest was er niets. Raadselachtig was 23 deze zwijgende, tot gemeenzaamheid rijpende vertrouwelijkheid vanavond in deze 24 herberg. Kenden zij elkander al | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aant.1lang? Zij zwegen. Soms streek een hand met de vingertoppen over het ruwe hout van 2 het tafelblad, maar in welke verten staarden de oogen die nadenkend deze bewegingen 3 schenen te volgen? Wat waren zij voor enkele dagen bij hun eerste ontmoeting in de 4 bar anders geweest dan twee toevalligen die samen dansten in een toevallig verband? 5 En wat waren zij vanmiddag in de roeiboot geworden? Vrienden? Geliefden? Wat 6 waren zij nu? - 7Vera voelde zich losgewoeld van den grond. Als een boot, die vast heeft gezeten in de 8 verdroogde bedding van een rivier, en nu weer vlot raakt met den stijgenden vloed. 9 Soms werd zij zelf die rivier. Soms was zij tegelijk ook de hemel die over zichzelf 10 hing. Soms vloog zij, een vogel, door een wijd ruim, soms was zij een wolk. Maar nu 11 voelde zij zich zichzelve, dit geweldige landschap doorruischen, en de golven stegen, 12 de stroom werd krachtig en breed. Woorden begonnen in haar op te wellen, maar 13 kwamen nog niet uit haar mond. De einders waren nog dicht. Totdat zij, tot berstens 14 toe vol geworden van zichzelf, geen uitweg meer vond naar het leven dan door haar 15 grenzen te overschrijden en zich uit te storten in den man die tegenover haar zat. 16Tot laat in den nacht vertelde Vera haar leven. |
|